I Hired a Contract Killer

Sprookje op Europees niveau

I Hired a Contract Killer

De ster van de Finse regiseur Aki Kaurismäki is snel stijgende aan het Nederlandse filmfirmament. In nog geen vier maanden tijd worden zijn drie meest recente films bij ons uitgebracht, en bepaald niet zonder succes. The Match Factory Girl en Leningrad Cowboys Go America werden voorafgegaan door Ariel, die ’t een jaar geleden wat minder deed, maar die nu wellicht een snelle reprise verdient. Met zijn nieuwste film, I Hired a Contract Killer, vestigt Kaurismaki – 33 jaar oud – definitief zijn naam als een van de interessantste Europese filmmakers van dit moment.

Met I Hired a Contract Killer maakt Kaurismäki in meerdere opzichten een Europese doorbraak. Aki bleef zijn vaste Finse cameraman Timo Salminen trouw, die eveneens werkt voor de films van zijn broer Mika, maar voor de opnamen week hij uit naar Engeland en voor het eerst maakt hij gebruik van de diensten van buitenlandse acteurs en actrices.

Jean-Pierre Léaud gaat bij de laatsten voorop, gevolgd door de Britse Margi Clarke (onder andere A Letter to Brezhnev) en Kenneth Colley (onder andere Hanna’s War van Menahem Golan en The Last Island van Marleen Gorris). Kaurismäki schreef speciaal voor Léaud en Clarke het scenario van I Hired a Contract Killer, het verhaal van een man die een huurmoordenaar voor zichzelf inschakelt, omdat hij er niet in slaagt zelfmoord te plegen. Ophangen mislukt en als hij zijn hoofd in de met gas volgestroomde oven wil steken, breekt er net een staking uit bij het energiebedrijf.

Maar kort nadat hij zijn killer heeft ingehuurd ontmoet hij de vrouw van zijn leven. Hij wil van zijn voortijdig einde af, maar het lukt hem niet onder het contract met de moordenaar uit te komen, eenvoudigweg omdat het café waar hij de man huurde, gelegen in een afbraakwijk, met de grond gelijk is gemaakt.

Als in zijn eerdere films is alles in Kaurismäki’s nieuwste film weer heel kaal gestileerd. Decors, handelingen en dialogen zijn tot het strikst noodzakelijke teruggebracht, wat de sfeer meteen al iets absurds meegeeft. Dat absurde wordt nog eens versterkt door de wendingen in het verhaal. Tragikomisch zijn Léauds mislukte zelfmoordpogingen, maar hetzelfde geldt voor de dodelijke ziekte, waaraan de huurmoordenaar blijkt te lijden. En wat te denken van een foto voorop een krant, waarop Léaud als een gewapende overvaller staat afgebeeld. Dat overkomt hem nadat hij twee killers heeft gevolgd bij een rooftocht.

‘Buitenlanders’
In al zijn absurdisme – heel sterk toch ook aanwezig in Ariel en The Match Factory Girl – toont Kaurismáki zich een scherp observator van de postindustriële samenleving. Zijn films zitten vol verwijzingen naar maatschappelijke misstanden, waaraan maar al te gemakkelijk kan worden ontsnapt via goedkope, escapistische roddelblaadjes en televisieprogramma’s. Kaurismäki neemt ze feilloos op de hak. Niet door het bestaan van outsiders te ridiculiseren, maar door ze als uiteindelijke, morele overwinnaars op te voeren. Zijn sympathie ligt duidelijk bij de sloebers aan de onderkant van de samenleving, wier bestaan een speelbal lijkt in de handen van ‘de bazen’.

Léaud wordt in I Hired a Contract Killer ontslagen. Als Fransman van origine wordt hij ontslagen als kantoormedewerker bij de ‘Water Works’; het bedrijf wordt geprivatiseerd en ‘buitenlanders’ vliegen als eersten de deur uit. Kaurismäki plaatst Léaud vanaf de eerste seconde in een kille, mensonvriendelijke werkomgeving, omstandigheden die in hun abstractie veel weg hebben van die van de Match Factory Girl. Dáár worden de mensen murw gemaakt. Maar in een goede Kaurismäki-traditie ontwaakt Léaud uit zijn ‘versuffing’ nadat hij zich, in afwachting van de komst van zijn moordenaar, overgeeft aan het genot van sigaretten en whiskey. Dan krijgt hij oog voor de rozenverkoopster, die zijn bestaan weer zin kan geven.

Met I Hired a Contract Killer doet Kaurismäki de stap van boze Finse sprookjes naar niet minder grimmige sprookjes op Europees niveau. Zonder een knieval te hoeven doen voor de smaak van het zogenaamde grote(re) publiek, blijft de hand van de meester nadrukkelijk aanwezig. Met behoud van zijn originaliteit is Kaurismäki een echte belofte voor de Europese cinema.