De sterrenstatus van de seriemoordenaar

Zac Efron in Extremely Wicked, Shockingly Evil and Vile

De cultstatus van Charles Manson is vijftig jaar na de Manson-moorden onverminderd groot: deze zomer duikt de sekteleider op in Quentin Tarantino’s Once Upon a Time… in Hollywood en in het tweede seizoen van Mindhunter. Zijn seriemoordenaars sterren geworden?

Mannen die lijden aan antisociale persoonlijkheidsstoornissen zijn in zwang – en niet alleen op het politieke wereldtoneel. Hoe erger het type, hoe groter de fascinatie, lijkt het, met bovenaan de voedselketen de seriemoordenaar. Ze tonen de meest duistere kant van de mens en als kijker kun je je daar op veilige afstand mee vermaken. Films over seriemoordenaars blijven met een opvallende regelmaat verschijnen. Recente voorbeelden zijn Extremely Wicked, Shockingly Evil and Vile (Joe Berlinger) over psychopaat Ted Bundy en Der goldene Handschuh (Fatih Akin) over de beruchte Hamburgse vrouwenmoordenaar Fritz Honka. Vorig jaar Von Triers The House That Jack Built en The Clovehitch Killer (Duncan Skiles) en nog een half dozijn andere titels.

De populariteit van die verhalen heeft alles te maken met de perceptie en definitie van roem. Je wordt beroemd als je je onderscheidt van de massa. En hoe onderscheidt je je meer dan door een gruwelijke daad?

Spektakelmaatschappij
Charles Manson (1934-2017) wilde een ster worden. Hij probeerde het eerst via muziek, legde contact met artiesten, maar werd keer op keer afgewezen. De wrange realiteit is dat Manson inderdaad beroemd werd en dat er tal van films over hem zijn gemaakt. Niet door wat hij creëerde maar door wat hij vernietigde, toen hij samen met andere leden van wat later de Manson Family is gaan heten op 8 en 9 augustus 1969 actrice Sharon Tate en zes anderen vermoordde in Tate’s huis in Benedict Canyon, Los Angeles.

Onze fascinatie voor die eigenaardige symbiose van roem en verdorvenheid wordt onder andere gevoed door hoe media ermee omgaan. Nieuwsmedia, sinds Manson meer en meer geleid door de behoeften van de spektakelmaatschappij, zien hun kijkcijfers en oplages stijgen zodra het nieuws gruwelijker wordt. Maatschappelijke uitwassen zijn immers grotere publiekstrekkers dan complexe actualiteiten. Zelfs de zogenoemde kwaliteitskranten kunnen die verleiding moeilijk weerstaan.

Moordende charmeur
In deze context zijn de films over de depressieve nieuwslezeres Christine Chubbuck illustratief voor hoe een journalist met integere intenties gedwongen werd zich in te laten met populaire maar perverse nieuwsonderwerpen. Zowel in de fictiefilm Christine (Antonio Campos, 2016) als in de documentaire Kate Plays Christine (Robert Greene, 2016) zien we hoe ze in 1974 live op televisie zelfmoord pleegt. De daad kondigt ze vooraf aan op cynische toon: “Geheel in lijn met het beleid van Channel 40 ten aanzien van het brengen van bloederig en grotesk nieuws, presenteer ik u de eerste zelfmoordpoging.”

Het waren nieuwsprogramma’s zoals die van Chubbuck die seriemoordenaars als Manson en Ted Bundy romantiseerden. In de recent op Netflix verschenen documentaire Conversations with a Killer: The Ted Bundy Tapes wordt onderschreven hoeveel media-aandacht er destijds was voor Bundy, die in bulletins steevast werd omschreven als de moordende charmeur met het uiterlijk van de ideale schoonzoon. In Conversations probeert filmmaker Joe Berlinger het enigma te doorgronden aan de hand van honderd uur aan tapes. Een terugkerende vraag is: hoe kan een gesoigneerde gentleman in staat zijn tot zulke onnoemelijke daden?

Die vraag, die trouwens nog steeds wordt gesteld als mensen met een verzorgd uiterlijk gruwelijke dingen blijken te hebben gedaan, verraadt iets over onze manier van denken. Het besef dat iedereen zoiets kan doen, en dat het soms mensen zijn met een verzorgd voorkomen, is blijkbaar niet doorgesijpeld tot het grote publiek. Terwijl we bij traditioneel sterrendom juist willen geloven dat elke sterveling het in zich heeft om beroemd te worden. Berlinger toont deze discrepantie in zijn fictieve biopic over Bundy,

Extremely Wicked, Shockingly Evil and Vile, een poging om de mens achter de gruwelen te portretteren door die gruwelen buiten beeld te laten. Die keuze is te begrijpen. Dat geldt niet voor de keuze om Bundy te laten spelen door Hollywood-ster Zac Effron. Want zo knap en fotogeniek was Bundy niet – dat zie je duidelijk in The Ted Bundy Tapes. Berlinger idealiseert hem, want tja, het publiek moet worden verleid de film te kijken. Zo oogt de seriemoordenaar opnieuw als de ideale schoonzoon en wordt van Bundy toch weer een soort ster gemaakt.

Zwarte doos
Ook in de serie Mindhunter (2017-2019), gebaseerd op de boeken van voormalig FBI-agent en bestsellerauteur John E. Douglas, wordt het geweld zoveel mogelijk buiten beeld gelaten. FBI-profiler Holden Ford doet in de jaren zeventig onderzoek naar de zwarte doos die het brein van de seriemoordenaar is. Via gesprekken met psychopaten als Edmund Kemper en, in het tweede seizoen dat in augustus verschijnt, Charles Manson en David ‘Son of Sam’ Berkowitz probeert hij een methodiek te ontwikkelen om de opsporing van seriemoordenaars te verbeteren en afwijkend gedrag in een vroeg stadium te signaleren. De vraag waar Ford echter weinig vat op krijgt is: waarom doen ze wat ze doen?

Is Mindhunter zo populair omdat we nog steeds maar weinig begrijpen van de motivaties van seriemoordenaars? Bewonderen we misschien het primaire en dierlijke, als een soort contrapunt van onze strak gereguleerde sociale omgeving? Is het dat seriemoordenaars in onze ogen iets uitzonderlijks kunnen? Zoals aan sterren een uitzonderlijk talent wordt toegedicht?

Net als bijvoorbeeld over Marilyn Monroe is over de jongere jaren van seriemoordenaar Jeffrey Dahmer postuum een biografische film gemaakt. Gesitueerd in de tijd voordat hij bekend werd als het ‘Monster uit Milwaukee’. In My Friend Dahmer (Marc Meyers, 2017) is hij een blonde, rare kwibus die in zijn puberteit doodgereden dieren van het asfalt schraapt, om ze vervolgens in een schuurtje uitvoerig te bestuderen. Zoals hij dat later zal doen met jonge mannen van kleur, die hij in de probleemwijk waar hij woont zijn huis in lokt alvorens hij ze verkracht en vermoordt.

In Monster (Patty Jenkins, 2003) zien we de opmaat naar de zeven moorden die Aileen Wuornos in twaalf maanden tijd zal plegen. Ook Jenkins vermenselijkt en romantiseert haar seriemoordenaar (de hoofdrol is voor Hollywood-ster Charlize Theron) en zoekt in de film naarstig naar verklaringen uit Wuernos’ jeugd. De vrouwelijke seriemoordenaar was tegen de tijd dat de film verscheen al geëxecuteerd in de staat Florida en wereldberoemd. De vraag die je bij deze films moet stellen is: leveren ze nieuwe inzichten op of dragen ze alleen maar bij aan de roem en de legende? Misschien omdat het zo lastig is de innerlijke motivatie van een psychopaat te begrijpen, komt de nadruk steeds weer op het uiterlijk te liggen.

Aantrekkingskracht
Het curieuze verband tussen roem en abjecte verschijnselen is precies waar het recente Vox Lux (2018) van Brady Corbet over gaat. Jong zangtalent Celeste (Raffey Cassidy) overleeft een schietpartij op haar middelbare school en schrijft met haar zus een lied over die ervaring. De popsong wordt een hit en groeit uit tot een symbool van nationale rouw. Celeste zelf wordt een internationale ster, als het ware over de ruggen van haar vermoorde klasgenoten. Corbet laat die connectie later keihard in haar gezicht terugslaan wanneer terroristen een masker uit een videoclip van de inmiddels volwassen Celeste (Natalie Portman)misbruiken voor politieke doeleinden.

We willen van film- en televisiesterren weten wat ze voor ontbijt eten en van seriemoordenaars wat er door ze heenging toen ze hun eerste slachtoffers maakten. Die tweede nieuwsgierigheid is meer latent en onbewust. Misschien omdat we niet willen erkennen dat moordenaars zo’n grote aantrekkingskracht op ons uitoefenen en dat ze net als meer traditionele filmsterren beschikken over een uniek
talent.

Je zou het begrip roem kunnen analyseren aan de hand van de door Sigmund Freud gepopulariseerde symbiose van eros (de levenslust) en thanatos (de doodsdrift). Eros staat voor de traditionele roem: het omarmen van een type als Celeste, die sterrenstatus bereikt met acteren of zingen. De doodsdrift ligt dichter bij onze fascinatie voor seriemoordenaars. Dat het Hamburgse café waar Fritz Honka vrouwen oppikte tegenwoordig veel toeristen trekt, zal niemand verbazen. Google maar eens op ‘Honka Stube’. Tegelijk is het de zoveelste illustratie van de aantrekkingskracht van het macabere. In de slachtoffers is niemand meer geïnteresseerd.

Je zou willen dat filmmakers hier zorgvuldig mee omgaan. Tarantino laat Charles Manson (althans de Australische acteur Damon Herriman, die Manson ook vertolkt in Mindhunter) maar heel even voorbijkomen in Once Upon a Time… in Hollywood, misschien juist om hem niet te prominent in beeld te brengen. In andere films spelen ze wel vaak een belangrijke rol. Alleen omdat ze de levens van medemensen beëindigd hebben. Als je dat even tot je laat doordringen, besef je hoe bizar het is.