TONY MANERO

Kloon

  • Datum 22-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films TONY MANERO
  • Regie
    Pablo Larraín
    Te zien vanaf
    01-01-2008
    Land
    Chili
  • Deel dit artikel

Hij lijkt eigenlijk meer op Al Pacino, maar de Chileense vijftiger Raúl wil graag een perfecte kloon zijn van John Travolta. In de bioscoop playbackt hij Travolta’s tekst in saturday night fever letterlijk na, en thuis kopieert hij diens gelikte danspasjes in een witte onderbroek en een rafelig overhemd. Begiftigd met veel talent is Raúl niet, maar hopelijk is het net voldoende voor de winst in een Tony Manero imitatiewedstrijd op de Chileense televisie.

De symboliek is duidelijk — veel waarde hechten de Chilenen niet aan hun eigen cultuur. Liever laven ze zich aan Amerikaanse amusementsfilms. tony manero speelt in 1978, het bouwjaar van saturday night fever en de hoogtijdagen van het regime van Pinochet. Maar in het heden lijkt de film even actueel. Chili heeft volgens regisseur Pablo Larraín zijn eigen identiteit vergeten, het neemt de Amerikaanse cultuur als lichtend voorbeeld.

Een typisch staaltje van het Calimero-complex. Dat zo’n minderwaardigheidsgevoel haast niet anders dan gepaard kan gaan met zelfoverschatting, blijkt wel uit Raúls zelfingenomen gedrag. Hij geilt het meest op zichzelf als hij danst. Zijn wanhopige geliefde, haar aantrekkelijke dochter en de strenge eigenares van het lokale danstheater vechten om zijn aandacht, maar hij vernedert de vrouwen alleen maar. En waar het kan, speelt Raúl eigen rechter: als op een avond ineens de nieuwe Travoltahit grease speelt, ramt hij het hoofd van de operateur tot bloedens toe kapot tegen diens eigen projector.

Het kan niet verhullen dat Raúl een treurige figuur is, die hem niet eens meer omhoog kan krijgen. tony manero zet de rauwe werkelijkheid lekker scherp af tegen het verlangen naar sterrendom. Zoals Larraín in zijn tweede film ook steeds dat dunne randje opzoekt tussen de donkere zelfkant van de Chileense samenleving, het botte geweld van Raúl en de handlangers van Pinochet, en de kleurrijke schijnwereld van de showbizz. Al benadert hij de laatste met een flinke dosis ironie. Uitmondend in een hilarische apotheose, waarin Raúl zijn droom op een haar na in duigen ziet vallen.

Niels Bakker