Dogman

De woede van kruimeldieven

Dogman

Matteo Garrone toont na Gomorra (2008) opnieuw een weinig florissante kant van Italië, waar toerisme absent is en criminaliteit overvloedig. In de zinderende tragikomische thriller Dogman raakt de onbeholpen hondentrimmer Marcello steeds meer verstrikt in zaken die het daglicht niet kunnen verdragen.

Hondentrimmer Marcello (Marcello Fonte) zou met zijn cartooneske stem en slapstickachtige bewegingen niet misstaan in een Fellini-film. In een in beton opgetrokken mistroostige kustplaats, ergens tussen Rome en Napels, coiffeert en verzorgt hij zijn vaste clientèle met liefde. Als bijverdienste heeft de ondernemer een lucratief handeltje in cocaïne gecultiveerd. Zijn grootafnemer is Simoncino (Edoardo Pesce): een notoire en agressieve oud-bokser, die er op los steelt om zijn verslavingen te onderhouden. Marcello’s haat-liefdeverhouding met de door de buurt verachte driftkop blijkt zijn achilleshiel. De door drugs bedwelmde kwelgeest, die net vrij is uit de gevangenis, dreigt Marcello’s goede reputatie op het spel te zetten.

Na het gelauwerde Gomorra (2008) focust filmmaker Matteo Garrone opnieuw op de zelfkant: het Italië buiten de idyllische piazza’s en fonkelende fonteinen. Waar moorden worden beraamd, waar niemand ooit iets heeft gezien als de politie vragen komt stellen. Maar er wonen ook harde werkers, die zo trots zijn op hun leefgebied, dat ze het met hand en tand verdedigen. Marcello (Fonte won met zijn glansrol de prijs voor beste acteur op het Filmfestival de Cannes) leeft in beide werelden: overdag prijst men zijn ogenschijnlijke onschuld, ’s nachts neemt hij gedwongen door Simoncino deel aan inbraken.

Dankzij Marcello’s onwettige activiteiten heerst er in Dogman vanaf de eerste minuut een onbestemde sfeer, er staat iets onomkeerbaars te gebeuren. Die spanning verdwijnt voor even wanneer de hondenfluisteraar, tussen de bedrijven door, op duik­vakanties gaat met zijn jonge dochter. De ademruimte die dan ontstaat, dankzij dromerige onderwaterbeelden, wordt eenmaal terug in de bittere realiteit van de hondensalon meteen weer weggenomen. Garrone grijpt als een pitbull de kijker bij de keel en laat niet meer los. Toch voel je gaandeweg vooral melancholie over Marcello, die net als de twee jongens uit Gomorra, probeert te overleven in een vuige wereld.