Matteo Garrone over Dogman

'Maar wat is het monster precies?'

De opzet is simpel: kleine man raakt in de greep van grote kerel. David vs Goliath, maar dan op z’n Zuid-Italiaans en op z’n Gomorrah‘s, in een prachtig vervallen decor. Met in de hoofdrol de nieuwe Buster Keaton, zegt Matteo Garrone.

Als je Dogman Freudiaans zou willen duiden, dan kun je zeggen dat het de strijd is tussen de onbedwingbare, ruwe impulsen van het id en de iets bedachtzamere maar nog altijd niet rationele krachten van het ego. Matteo Garrone’s doorbraakfilm Gomorra (2008) ging over de Zuid-Italiaanse maffia, naar het boek van Roberto Saviano. Een wereld waarin het id met succes de macht heeft gegrepen. Dogman speelt zich ook af in een wereld waar criminaliteit een alledaagse realiteit is, maar dit is een wereld van klein grut, van kruimeldieven.

Garrone is in zekere zin de Italiaanse tegenhanger van Joel en Ethan Coen want ook bij hen worden min of meer gewone mensen overigens meestal door hun eigen toedoen gegrepen door een storm waaruit ze onmogelijk kunnen ontsnappen.

De zachtaardige Marcello – winnaar van de prijs voor Beste Acteur tijdens het recente filmfestival van Cannes – runt een hondensalon in wat een kruising lijkt tussen een vervallen pretpark waar de attracties nooit zijn gearriveerd en een kustplaatsje waaruit de zee is weggetrokken. Een belofte die nooit is waargemaakt. Behalve het wassen en knippen van honden, verkoopt hij een beetje coke. Soms gaat ‘ie duiken met z’n jonge dochter, momenten waar hij duidelijk het meest van geniet. Marcello is te klein voor deze wereld, lijkt het, hoewel hij duidelijk geen engel is. Hij is in ieder geval te klein voor de bruut die de buurt beheerst – de snuivende en snoevende Simoncino, een kerel waar Marcello twee keer in past.

Waar vond u deze prachtige plek? "Het is een plek in de buurt van Napels die ik goed ken. Ik heb er zestien, zeventien jaar geleden The Embalmer opgenomen en ik heb er ook een paar scènes voor Gomorra gedraaid. De sfeer daar doet denken aan die oude westernstadjes. Iets met de frontier: de grens tussen beschaving en wildernis. En het weer is er altijd goed voor me: als ik zon nodig had, scheen de zon. Als ik regen nodig had, viel het water."

Kunt u iets vertellen over de feiten waarop de film is gebaseerd? "Liever niet. Het gebeurde meer dan dertig jaar geleden en het is een roemruchte, wrede geschiedenis over afgesneden vingers en marteling. Veel meer horrorachtig dan de film die wij ervan gemaakt hebben. We zijn lang bezig geweest met dit project. Omdat ik ouder werd, denk ik, ben ik het verhaal anders gaan benaderen. En toen ontmoette ik Marcello, die als bewaker in een wijkcentrum werkte en toevallig in een toneelclubje terechtkwam dat daar repetities deed, omdat een van de vaste leden naar de wc was gegaan en dood neerviel. Omdat Marcello voor mij een soort moderne Buster Keaton is, was meteen duidelijk dat hij nooit in staat zou zijn tot het geweld dat in het oorspronkelijke verhaal zat. Hij is veel zachtaardiger. Daarom hebben we het verhaal min of meer los van het oorspronkelijke verhaal verteld. Helaas schrijven veel Italiaanse journalisten over het echte verhaal in hun stukken over de film en ik doe mijn best om duidelijk te maken dat we voor een ander verhaal gekozen hebben. Omdat anders het soort publiek dat van splatter houdt naar de film komt en teleurgesteld zal zijn. Mijn ideale publiek is een publiek dat niets van het oorspronkelijke verhaal weet."

Is Marcello voor u een good guy of een bad guy? "Zoals ik zei, ik denk aan Buster Keaton. Het verhaal lijkt simpel maar Marcello zit vol tegenstrijdigheden. Hij is niet altijd rationeel. En natuurlijk is het een personage dat ervan droomt door iedereen geliefd en gerespecteerd te worden. De relatie tussen hem en het dorp is belangrijk, daarom kozen we voor een plek die aan een westernstadje doet denken. Als het een kleine gemeenschap is waar iedereen elkaar kent, voel je vanzelf de sociale druk. Zo voel je ook beter de eenzaamheid in het tweede deel van het verhaal. Hij belandt als het ware in de nachtmerrie van iemand anders. Dat kan iedereen overkomen. De vraag is hoe hij daaraan kan ontsnappen."

Zag u in het oorspronkelijke verhaal meteen de contouren van een politieke metafoor: de almachtige staat versus de kleine man? "Je kunt Simoncino’s nietsontziende geweld natuurlijk zo uitleggen. De neiging van rechtse partijen om geweld en beheersing met angst te verbinden, zoiets valt zeker te ontwaren in deze film. Daar leven we trouwens dagelijks mee. Kijk maar naar buiten, dan zie je militairen met mitrailleurs door Cannes lopen omdat men graag wil dat we denken dat we elk moment aangevallen kunnen worden. Maar dat is niet hoe ik schrijf. Ik benader het verhaal instinctief, niet cerebraal. Meer gevoel dat gedachte."

Schuilt er geen cynisme in het feit dat Marcello dolgraag gerespecteerd wil worden door de buurt maar dat niemand helpt wanneer het misgaat? "Sommigen willen het monster laten vermoorden. Anderen houden zich liever afzijdig. Maar wat is het monster precies? In alle tijden hebben mensen met het kwaad te maken. Maar waar komt het vandaan? Zit het in ons? Komt het door de omstandigheden? Of ontstaat het door toeval? Wie flirt met het kwaad, kan het daarna zelden beheersen."

In Alice Rohrwachers film Lazzaro felice, ook in competitie hier in Cannes, verschijnt wat in de film ‘een goede man’ genoemd wordt. Later blijkt er geen plek meer voor een goede man in deze wereld. Geldt dat ook voor Marcello? "Het is zeker niet makkelijk voor een goed mens in deze wereld. Om niet aangetast te worden door het geweld en de boosheid. Simoncino is net als de kwaadaardige personages in Pinokkio, waar ik nu een film over maak. Ze sturen Pinokkio de verkeerde kant op."