Disclosure

Als een man nee zegt, bedoelt hij nee

Disclosure

Michael Douglas in combinatie met seksuele intimidatie en ‘virtual reality’, dat maakt een filmhit, dachten ze in Hollywood. Maak van het slachtoffer een man in plaats van een vrouw en je hebt een eigentijdse variant van Fatal Attraction (1987) en Basic Instinct (1992).

Driemaal is scheepsrecht, bovendien. Michael Douglas heeft geen mes, pistool of ijspriem meer nodig om zijn angsten voor de vrouwelijke listen en lusten te bezweren. Hij stapt gewoon naar de feministische advocaat.

Het begin van Barry Levinsons nieuwste film Disclosure herinnert aan het einde van Robert Altmans The Player (1992), maar dan zonder de ironie. Blond Oilily-kindje ontvangt ’s ochtends vroeg een e-mailbericht en roept papa, die evenwel te druk is met het tanden poetsen van zijn zoontje en ondertussen gezellig moppert op de door zijn vrouw veroorzaakte chaos. De camera onderzoekt het smaakvolle gezinsinterieur, het welgestelde uitzicht op de oceaan, en blijft hangen bij de kindvriendelijke stationcar die door de vrouw des huizes de garage wordt uitgereden. Hollywoods herkenbare verbeelding van hedendaags huiselijk geluk.

Manmoedig
Als de plot goed is, is een mens evenwel bereid veel opdringerige clichés te vergeven, dus waar draait het allemaal om in Disclosure? De film toont een week uit het leven van Tom Sanders (Michael Douglas). Hij is in een technisch bedrijf bezig met het ontwikkelen van iets ingewikkelds (een mobiele telefoon?), waar bovendien nogal wat produktieproblemen mee zijn omdat het in Maleisië allemaal niet goed gaat. Als hij – dankzij de chaotische echtgenote – te laat op zijn werk komt, hoort hij dat de door hem verwachte promotie niet doorgaat, omdat de baas een vrouw op die plaats heeft gezet. Het betreft een vroeger vriendinnetje van Tom, gespeeld door Demi Moore met stilettohakken. Tom is teleurgesteld, maar modern als hij is, accepteert hij het morrend.

’s Avonds wordt hij door zijn nieuwe cheffin opgeroepen om genoemde produktieproblemen door te spreken. Zij probeert hem op nogal opdringerige wijze te verleiden. Als een man nee zegt bedoelt hij nee, en Michael Douglas roept wel twintig keer tegenstribbelend NO. Manmoedig vecht hij tegen de onwillekeurige lichamelijke reacties en weet zich ten slotte aan de greep van zijn bazin te ontworstelen. Zij roept nog woest dat haar wraak niet zoet zal zijn en wacht daar ook niet te lang mee. De volgende dag blijkt zij Tom Sanders bij de baas te hebben gerapporteerd wegens ‘sexual harassment‘. Tom laat het niet op zich zitten en roept de hulp in van een advocate die gespecialiseerd is in dit soort zaken.

De oplettende kijker heeft inmiddels allang door hoe hij gerechtelijk zijn gelijk kan krijgen, maar Tom zelf doet er nog de halve film over om zich af te vragen waarom een hardwerkende carrièrevrouw in hemelsnaam haar loopbaan op het spel zou gaan zetten voor een vluggertje met hem (Michael Douglas, tenslotte). Dan blijkt de ‘verleiding’ onderdeel van een erg ongeloofwaardig complot dat door Tom wordt ontraadseld met behulp van vernuftige ‘virtual reality’-technieken. Het is de enige beetje spannende scène in deze verder o zo omslachtige thriller.

Nachtmerrie
Na uitkomst van het nipt aan de film voorafgaande gelijknamige boek is schrijver Michael Crichton niet zozeer geprezen om zijn literaire of detective-kwaliteiten, maar vooral om zijn gevoel voor timing en zijn goede neus voor ‘bestselling headlines’. Op het moment dat CNN uren besteedde aan de zeer op de mannelijke nachtmerrie-fantasieën inspelende wraak van verkrachtingsslachtoffer Lorena Bobbit, achtte Crichton de tijd rijp voor revanche. Seksuele intimidatie draait om macht, aldus Crichton, en macht is niet langer puur des mannen. Dus wat is er maatschappelijk relevanter dan deze door zijn vrouwelijke bazin seksueel geïntimideerde werknemer?

In een wereld waarin in 95 procent van de gevallen van seksuele intimidatie de daders mannen zijn (de slachtoffers zijn daarbij trouwens niet altijd vrouwen, Crichton vermeldt deze cijfers zelf in zijn boek), zou Crichton wellicht geprezen kunnen worden om zijn originaliteit. De nieuwerwetsigheid blijkt echter vooral een vermoeid gevoel van herkenning op te roepen. Een door een fatale vrouw in het nauw gedreven Michael Douglas hadden we tenslotte al minstens twee keer eerder gezien.

Een zeer welwillende kijker kan aanvankelijk nog een bewust spel met clichés in de film herkennen, maar dat is moeilijk vol te houden. Bovendien zijn Douglas en Moore daarvoor niet bepaald de juiste acteurs. Het verschijnen van Crichtons boek mag dan in Amerika een opgewonden journalistiek debat hebben veroorzaakt over positieve actie en politieke correctheid, over seks en macht, over bazen en bazinnen; de verfilming is te routineus en zielloos om je in wat voor staat van opwinding dan ook te brengen.