Basic Instinct

De aantrekkingskracht van het kwaad voor het grote publiek verklaard

Basic Instinct

Paul Verhoeven lapte het ’m weer. Via talloze Amerikaanse televisiezenders drong het opwindende gerucht door dat de ‘Dutch-accented director’ na de scifi-fantasyfilms Robocop (1987) en Total Recall (1990) een contemporaine, hyperrealistische, taboedoorbrekende en grensoverschrijdende film tot stand had gebracht. Basic Instinct – ging het daar eigenlijk al niet altijd om in Verhoevens films?

Scenarioschrijver Joe Eszterhas (Jagged Edge, 1985; Betrayed, 1988) leverde de grondstof met zijn Hitchcockiaanse thriller over het spel van aantrekken en afstoten tussen een van moord verdachte vrouw en een met duistere karaktertrekken behepte politieman.

Een vrij spannend verhaal, dat door de Master of Suspense zelf in een grillig patroon van subtiliteiten zou zijn uitgewerkt. Vol verboden en dan ook streng afgestrafte obsessies, dus goed voor spannende spelletjes met de in het nauw verkerende psyche. Door Hitchcock altijd op feilloos aansluitende wijze, met veel gebruik van licht en schaduw en suggestieve camerabewegingen in beeld gebracht.

Maar het gaat hier niet over Hitchcock maar over Paul Verhoeven, die het niet zozeer in schaduw alswel in hel licht zoekt en in zijn brede Steadycam-camerabewegingen (gedirigeerd door Jan de Bont) weinig suggestie verstopt, laat staan dat hij de psyche ernstig in het nauw laat zijn. Hetgeen overigens zijn vakmanschap en regiekwaliteiten onverlet laat.

Kruis-shot
Daring Dutch director Verhoeven dus. En welke Amerikaan filmt een zittende vrouw die de benen kruislings over elkaar slaat vanuit een dusdanige camerapositie dat onomstotelijk vast komt te staan dat zij geen ondergoed draagt? Paul Verhoeven draait er zijn hand niet voor om. Hij heeft een hekel aan misverstanden. Om die te voorkomen laat hij liever iets zien dan het te suggereren. Na bovengenoemd kruis-shot (dat overigens ondanks alle verhalen over verschillende versies ook in Amerika te zien is) mag duidelijk zijn dat het hier een femme fatale betreft, een lustobject uit vrije wil.

De vrouw is de rijke detectiveschrijfster Catherine Tramell (Sharon Stone). De moorden beschreven in haar boeken hebben de vreemde neiging waar te gebeuren. Zo ook de moord op een popster, tot stand gebracht met een ijspriem terwijl het slachtoffer temidden van zijn overvloedig geloosde zaad met een witte sjaal aan een bed vastgebonden lag. Rechercheur Nick Curran (Michael Douglas), bijgenaamd Shooter vanwege enkele bedrijfsongevallen waarbij hij iets te snel in zijn schouderholster tastte, is belast met het onderzoek. Catherine Tramell, minnares van het slachtoffer, wordt als eerste verdacht.

Duistere kanten
In de eerste helft van Basic Instinct excelleert zij in de psychologische manipulatie van de niet van kwade smetten vrije politieman, die dan ook danig met gemengde gevoelens te kampen heeft. Maar zijn strijd tegen de verleiding van de mogelijk verdorven moordenares is weinig enerverend. Er staat geen enkele morele sanctie op zijn overgave, hooguit riskeert hij een ijspriem in zijn hart. En dat dit er niet van zal komen, weten we al na de eerste keer dat hij een vrijage met de schrijfster overleeft. Blijgemaakt dus met een dooie mus, zoals we ook vaak door Hitchcock werden, maar die liet zijn personages dan nog een film lang worstelen met tal van morele dilemma’s.

Zo niet Paul Verhoeven. “Wij zijn allen gevoelig voor de aantrekkingskracht van het kwaad wanneer het appelleert aan de duistere kanten van onze geest,” luidt zijn filosofie. Met Nick Curran is dus niks mis, hetgeen de intrige nogal vervlakt.

Via een onverklaarbare ingreep van de regisseur blijkt halverwege de film dat er ook met de femme fatale niet veel mis is. Spinnend als een poes nestelt ze zich tegen de politieman, weg manipulatie van zijn psyche. Al schrijft ze wel een boek gebaseerd op zijn persoon, waarin hij jammerlijk aan zijn einde komt… door middel van een ijspriem. Een wat naïeve manier om de spanning erin te houden.

Whodunit
En zo zijn er nog wat ingrediënten die ons op het puntje van onze stoel moeten houden. Wat is de rol van Currans psychiater Beth Garner (debutante Jeanne Tripplehorn)? En die van Catherines vriendin Hazel Dobkins (voormalige Peyton Place-ster Dorothy Malone)? En die van Roxy, waarmee Catherine een lesbische relatie onderhoudt? Kortom: whodunit?

En eigenlijk is Basic Instinct niets meer of minder dan dit: een vaardig gemaakte whodunit, waarvan de psychologische diepgang zoals in alle Verhoeven-films beperkt is en waarover de ophef mij verbaast. Ik zou niet weten waarin de film nu eigenlijk grensoverschrijdend is of taboedoorbrekend. En de commotie in de homoseksuele gemeenschap is mij een raadsel. Die was meer op zijn plaats ten tijde van Spetters, een film waarin een potenrammer hardhandig door homofielen wordt verkracht waarna hem als bij toverslag duidelijk wordt dat hij zelf ook homofiel is. Maar dat het lesbische paar in Basic Instinct mogelijk moorddadige neigingen heeft, komt mij meer voor als een toppunt van assimilatie. Niets menselijks is de lesbiennes kennelijk vreemd, het lijken wel hetero’s!