Buladó

De stem van de rede, de stem van de wind

Op een weergaloos in beeld gebracht Curaçao staan twee wereldbeelden op gespannen voet met elkaar in Buladó. Met dat tweeledige perspectief jaagt de film een frisse wind door de Nederlandse cinema.

Weljo’s geest gaat achteruit. Hij trekt zich steeds meer terug in zijn eigen wereld, gedraagt zich agressief tegen vreemdelingen en doet weinig meer dan drinken en verwarde taal uitslaan te midden van zijn verzameling schroot. Het wordt tijd dat de dementerende man in een verzorgingstehuis wordt opgenomen, waar hij in rust zijn laatste dagen kan slijten. Weljo voelt de nabijheid van de dood en zoekt contact met de geesten van zijn voorouders, die hem de weg zullen wijzen naar het dodenrijk. Daar zal hij, als de tijd rijp is, op de vleugels van de wind naartoe reizen om opnieuw helemaal vrij te zijn.

Twee verhalen staan naast, maar vaker tegenover elkaar in Buladó, de film die dit jaar het Nederlands Film Festival opent. Het ene verhaal beschrijft een wereld van waarneembare feiten, sociale regels en afbakeningen: de wereld van politieman Ouira. Het andere beschrijft de wereld van Weljo, waar leven en dood, verhaal en werkelijkheid voortdurend in elkaar grijpen. Waar Ouira aan de stem van de rede beantwoordt, luistert Weljo naar de stem van de wind.

Buladó speelt zich af in Bandabou, het woeste westen van Curaçao – geboorte-eiland van de vader van filmmaker Eché Janga – en gaat niet in de eerste plaats over Weljo of Ouira maar over Kenza, dochter van Ouira, kleindochter van Weljo. Op de drempel van de puberteit stuit ze op een gemis dat ze nog niet kende. Bij haar geboorte overleed haar moeder en nu Kenza’s nieuwsgierigheid naar haar ontwaakt blijkt dit bij Ouira een pijnpunt te raken. Zo ontdekt Kenza dat ze tussen de wereld van haar vader en die van haar opa haar eigen pad moet vinden.

Janga liet al in zijn korte eindexamenfilm Mo (2010) en zijn speelfilmdebuut Helium (2014) zien dat hij de kunst verstaat om in beelden, blikken en een paar goedgekozen woorden een ogenschijnlijk klein maar gelaagd verhaal te vertellen. In Buladó, waarvoor hij het scenario samen met Esther Duysker schreef, is dat een verhaal over vasthouden en loslaten, en over drie generaties die elkaar over en weer nodig hebben om een volgende stap te kunnen zetten.

Maar het is vooral een verhaal over verschillende percepties van dezelfde werkelijkheid, waardoor de film op momenten doet denken aan het meesterlijke How to Describe a Cloud (2013) van David Verbeek. Dat de keuze om buiten de Hollandse bubbel te treden zulke indrukwekkende en relevante films kan opleveren, kan maar één ding betekenen: dat zouden meer makers moeten doen.