Biutiful

De wonderlijke loutering van een slecht mens

  • Datum 27-01-2011
  • Auteur Jos van der Burg
  • Thema Filmkrant 329
  • Gerelateerde Films Biutiful
  • Regie
    Alejandro González Iñárritu
    Te zien vanaf
    03-02-2011
    Land
    Spanje, Mexico, 2010
  • Deel dit artikel

Alejandro González Iñárritu (Amores perros, Babel) is een virtuoze filmmaker en een krachtpatser, maar met Biutiful overspeelt hij zijn hand.

Vorig maand was in Eye een retrospectief te zien van de in 2003 gestorven Franse filmmaker Maurice Pialat. Misschien is Van Gogh, een portret van de laatste levensmaanden van de schilder, zijn indrukwekkendste film. De film is doortrokken van Pialats afkeer van romantische en dramatische opsmuk. Als Vincent van Gogh aan het einde in een kaal kamertje in een pension sterft, is dat geen dramatische, maar een banale gebeurtenis: hij blaast zijn laatste adem uit en dat was dat. Geen heldere inzichten op het sterfbed, geen loutering.

Het werk van de Mexicaanse filmmaker Alejandro González Iñárritu staat diametraal tegenover deze sobere benadering. Het verschil is niet alleen een kwestie van stijl — Iñárritu’s films zijn wervelwinden — maar ook van levensopvatting.

Pialat zag geen diepere betekenis in het leven. In zijn films botsen mensen als atomen op elkaar, met onvoorspelbaar resultaat en zonder diepere betekenis. In Iñárritu’s films botsen mensen ook op elkaar, maar nooit zonder een bedoeling. In zijn films hangt alles in een zinvol geheel samen. Bij Pialat moeten we het doen met de zichtbare wereld, bij Iñárritu ligt achter de zichtbare wereld een verborgen, spirituele wereld. Bij Pialat veranderen de personages niet — een klootzak blijft een klootzak — bij Iñárritu worden ze gelouterd.

Zwaar aangezet
Iñárritu’s benadering leverde de overrompelende drama’s Amores perros en Babel op, maar ook het gekunstelde 21 Grams. En nu is er Biutiful, Iñárritu’s eerste film na de breuk met zijn vaste scenarist Guillermo Arriaga.

Verdwenen is de mozaïekstructuur, want Biutiful draait om één personage. De film speelt zich af in een verloederde oude wijk in Barcelona, waar dertiger Uxball tot zijn nek in de schimmige en criminele activiteiten zit. Hij is betrokken bij drugsdeals en helpt louche werkgevers aan illegale arbeiders. Hij is het type man dat altijd met een verfrommeld stapeltje bankbiljetten in zijn broekzak rondloopt, omdat er altijd wel iets met geld gladgestreken moet worden. Uxballs privéleven oogt ook niet zonnig: zijn manisch-depressieve vrouw kan het leven niet aan, zodat hij er alleen voor staat in de opvoeding van zijn twee kinderen. De goden lijken zich definitief tegen hem te keren als hij te horen krijgt dat hij kanker heeft. De artsen geven hem nog twee maanden.

Het lijkt genoeg ellende voor drie films, maar Iñárritu tovert nog een gruwelijk drama uit de hoed. En dan blijkt het verschil tussen een filmmaker als Pialat en Iñárritu: in een film van de Fransman zou Uxball sterven als een belabberde vader en een crimineel, maar Iñárritu stuurt hem op een louteringstraject. In het zicht van de dood komt zijn geweten tot leven. Dat de film hier op een dun melodramatisch koord belandt, valt ook door de geweldenaar Javier Bardem, die als Uxball zichzelf weer overtreft, niet te verdoezelen. Ook Iñárritu’s overdonderende visuele stijl versterkt het gevoel dat we naar een zwaar aangezet, geforceerd drama over schuld en boete kijken. Wie vertelt Iñárritu dat less more is?