Beyond Sleep
Dwalen in een slapeloos moeras
Voorbij de slaap, daar ben je nooit meer echt wakker. Een jonge geoloog verdwaalt in de Noorse wildernis, maar vooral in zijn eigen hoofd. Boudewijn Koole verfilmde W.F. Hermans’ Nooit meer slapen als Beyond Sleep en opent het International Film Festival Rotterdam.
Vier mannen in de noordelijke wildernis. Vier kleine stipjes mens in een woest en weids landschap van rotsen, gras en moeras. Dat zijn de beelden die het meest beklijven in Beyond Sleep, Boudewijn Koole’s verfilming van Nooit meer slapen van W.F. Hermans. Dat zijn film dit jaar het International Film Festival Rotterdam mag openen is een terecht erepodium voor Koole, die met zijn tweede speelfilm de belofte van zijn gelauwerde Kauwboy (2012) inlost.
Met grootse beelden maakt Koole de nietigheid van de mens in één oogopslag duidelijk. De magistrale beelden doen denken aan The Loneliest Planet (2011) van Julia Loktev. In haar film was het een relatie die op het spel kwam te staan door het besef dat de mens nietig en onbetekenend is. In Beyond Sleep is het conflict zich in de geest van één persoon af: de jonge geoloog Alfred, ingetogen gespeeld door Reinout Scholten van Aschat. In het hoge noorden hoopt hij wetenschappelijk bewijs te vinden, maar eigenlijk wil hij vooral zichzelf bewijzen.
Met drie Noorse collega’s trekt hij erop uit. Hoewel, zijn ze wel met zijn vieren? Koole presenteert zijn personages subtiel als twee sets dubbelgangers. Enerzijds: Alfred en zijn jonge Noorse collega Arne (Pål Sverre Hagen), twee jongens, elk op hun eigen manier behept met een vadercomplex. Anderzijds: Qvigstadt (Thorbjørn Harr) en Mikkelsen (Anders Baasmo Christiansen), bonkige Vikings met blonde baarden die met zelfverzekerde tred het ruwe terrein doorkruisen. Koole legt steeds subtiel de nadruk op die tweedeling, te beginnen met de fysieke gelijkenis van de gekozen acteurs, en nauwkeurig doorgevoerd in hoe zij zich door de weidse ruimte bewegen.
De inwisselbaarheid van zijn reisgenoten voegt onzekerheid toe in de toch al fragiele ervaring van Alfred. Want in het hoge noorden is het altijd licht en alsof dat niet genoeg is om hem wakker te houden, zijn er die eeuwige muggen. Maar nooit meer slapen betekent ook: nooit meer echt wakker, nooit meer zeker weten dat je niet droomt. Koole gebruikt alle middelen – het afwisselend grootse en dan weer intieme camerawerk en het bijna tastbare geluidsontwerp voorop – om de kijker te laten wegzakken in het drijfzand van Alfreds brein. De fysieke moerassen zijn één ding; uit het geestelijk moeras waar Alfred dwaalt is het veel moeilijker een uitweg vinden.