Bad Santa

De ranzige schoot van de kerstman

  • Datum 30-09-2010
  • Auteur Kevin Toma
  • Gerelateerde Films Bad Santa
  • Regie
    Terry Zwigoff
    Te zien vanaf
    07-01-2005
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Billy Bob Thornton speelt de smerigste kerstman uit de filmgeschiedenis in Terry Zwigoffs Bad Santa, die kerstfilm en anti-kerstfilm in één is.

In Hollywood knippen mensen nooit hun nagels. Zitten nooit op de wc. En gaan nooit naar de tandarts of mondhygiënist. Nergens voor nodig, kun je bij elk close-up van parelwitte tanden denken. In Hollywood groeien alle tanden recht en blijft nooit een sliertje etenswaar aan het glazuur plakken.
Af en toe is er toch een film stoutmoedig genoeg om zijn personages midden in de nacht met een opgerold tijdschrift een mug te laten vangen (Open Water), of in beeld hun kont af te laten vegen (Leaving Las Vegas). Van die echte-mensendingen die je eigenlijk in het echte-mensenleven al meer dan genoeg ziet of doet. Aan het glazuur plakkend fruit is ook zoiets. Terry Zwigoff (Ghost World) durft het te laten zien in Bad Santa, op de tanden van Gin, het beveiligingshoofd van het warenhuis waar de verloederde kerstman Willie Stokes (Billy Bob Thornton) en zijn zwarte dwerghulpje Marcus de boel onveilig maken. De sinaasappels die Gin met het opgejaagde tempo van een kettingroker pelt, kauwt en slurpt, laten een onsmakelijke appelsientje-aanslag op zijn gebit na. Vervolgens worden we nog getrakteerd op de pisvlekken in Stokes’ kerstmankostuum en het aangekoekte snot op het gezicht van het dikke joch dat hem als een gemankeerde beschermengel onder zijn hoede neemt — of hij nu de echte kerstman is, of niet.

Pervers
Bad Santa is door zijn vuigheid een ‘verfrissende’ kerstfilm vol met vlijmscherp geschreven oneliners over lilliputters, over zwarte lilliputters, over zwarte lilliputters in een elfenpakje, over zwarte elfenpaklilliputters die samen met alcoholistische nepkerstmannen de kluizen van warenhuizen kraken, nepkerstmannen die dikke vrouwen graag van achteren nemen. En dan dus dat dikke, lelijke en achterlijke kind op zoek naar een surrogaatvader, maakt niet uit wie, maakt niet uit hoe marginaal, pervers en levensmoe. Met als climax een boksgevecht waarbij de drie elkaar knock-out slaan. In Hollywood slaat men de kerstman niet knock-out. Een zwarte dwerg of kind al evenmin. Zwigoff heeft er in het bij vlagen zeer cartooneske Bad Santa, zijn tweede speelfilm na Ghost World (2000) en de striptekenaarsdocumentaire Crumb (1994), volstrekt geen moeite mee. Het heeft financieel zijn vruchten afgeworpen: Bad Santa deed het in Amerika bijzonder goed. In de op dit succes inhakende director’s cut Badder Santa zitten niet alleen meer politiek volslagen incorrecte grappen, maar vooral ook meer foute seks.

Kerstfilm, anti-kerstfilm, eigenlijk is Bad Santa het allebei. Dat krijg je met een hoofdpersonage dat te ranzig is om bij op schoot te gaan zitten maar ergens tussen zijn verdorde lever en verdraaide darmen toch een hart van goud heeft zitten. Hoe wrang of vies de film ook mag zijn, uiteindelijk draait het ook hier om wat Vrede op Aarde en gun je zelfs de smerigste kerstman uit de filmgeschiedenis maar al te graag zijn happy end.