CRUMB

De waanzin ten top

  • Datum 03-11-2010
  • Auteur Bart van der Put
  • Gerelateerde Films CRUMB
  • Regie
    Terry Zwigoff
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Sinds zijn doorbraak in de hippe jaren zestig staat Robert Crumb op eenzame hoogte in de Amerikaanse stripwereld. Zijn beroemdste creatie Fritz the Cat heeft inmiddels al lang het veld moeten ruimen voor de stripfiguur Robert Crumb, een met venijn neergezet karikaturaal zelfportret. Regisseur en goede vriend Terry Zwigoff richtte zijn camera op de Crumb van vlees en bloed. Het resultaat is een uiterst verontrustende documentaire, die het werk van de begaafde tekenaar in een nieuw daglicht plaatst.

"Een gênante vertoning" noemt Robert Crumb Fritz the Cat, de door Ralph Bakshi in 1972 gemaakte animatiefilm, waarin Crumbs creatie op zoek gaat naar de vrije liefde van het hippietijdperk. "Ze boden me enorme bedragen, maar ik had er geen zin meer in", zo stelt de tekenaar wanneer de vraag rijst waarom hij het succes van zijn hoesontwerp voor de LP ‘Cheap Thrills’ van Janis Joplins band Big Brother and the Holding Company niet uitbuitte. "Het heeft me niets dan slepende rechtszaken en rekeningen van advocaten opgeleverd", zo relativeert hij de succesvolle exploitatie van zijn cartoon ‘Keep on Truckin” op t-shirts, petjes, posters en gebruiksvoorwerpen.
Crumb doet deze uitspraken tijdens een lezing voor kunstacademie-studenten in zijn geboortestad Philadelphia. Het is de enige obligate scène in Terry Zwigoffs documentaire. Obligaat, omdat Crumbs bekendste en meest toegankelijke werk even de revue passeert, zodat de niet ingewijde toeschouwer niet meteen van het onderwerp vervreemdt. Daar krijgt deze vervolgens twee uur lang alle gelegenheid toe, want Crumb is een menselijk rariteitenkabinet dat zijn gelijke niet kent.
De tekenaar zelf onderscheidt zich nauwelijks van zijn getekende alter ego: met zijn zorgvuldig gecultiveerde archaïsche uiterlijk van de Gewone Amerikaanse Man anno 1930 en zijn iele verschijning oogt hij als het excentrieke broertje van Woody Allen. Crumb en Allen verbergen hun gebrek aan machismo en zelfvertrouwen ten aanzien van vrouwen beiden achter een flinke dosis humor en zelfspot. Maar waar Allens neurotische gebabbel altijd amusant en binnen de perken van het toelaatbare blijft overschrijdt Crumb met grote regelmaat de grenzen tussen zelfspot, zelfmedelijden en zelfhaat. De Crumb die uit de autobiografische strips naar voren komt is een slaaf van zijn geslachtsdrift die kwijlend achter vrouwen met dikke konten en kuiten aanloopt. Daarbij verontschuldigt hij zich voor zijn seksisme met de constatering: "Ik weet dat ik pervers ben, maar ik kom er tenminste voor uit."

Puberaal
Crumbs dwangmatige behoefte om zijn zieleroerselen en seksuele verlangens onverbloemd aan het papier toe te vertrouwen kwam hem op veel kritiek van feministen te staan. In Zwigoffs documentaire spreken de cartooniste Trina Robbins en Deirdre English, voormalig uitgeefster van het linkse vrouwentijdschrift Mother Jones, over misogyne pornografie, gemaakt door een puberaal mannetje dat ongetwijfeld masturbeert bij zijn eigen werk. Dat laatste werd door de tekenaar overigens al ruiterlijk toegegeven in het tweede deel van zijn strip My troubles with women, waarin hij zijn seksuele ontwikkeling op een pijnlijk gedetailleerde manier in kaart bracht.
Tegenover de beschuldigingen uit feministische hoek plaatst Zwigoff de mening van Robert Hughes, kunstcriticus van het tijdschrift Time. Hughes spreekt over briljante sociale satire en noemt Crumb een eigentijdse Breughel of Goya. Een fors gebouwde vrouw verklaart dat ze dankzij Crumbs tekeningen vrede heeft gekregen met haar dikke kont, waarna de tekenaar zich zielsgelukkig op haar derrière door een galerie laat rondtorsen.
Al slaagt Zwigoff er met het rijtje deskundigen aardig in een goed beeld te geven van de ontvangst van Crumbs werk, echt opzienbarend is het allemaal niet. Wanneer hij echter op zoek gaat naar de oorsprong van Crumbs obsessies weet hij zelfs de meest belezen fans van de tekenaar te verrassen.

Krankzinnig
De speurtocht leidt geheel volgens verwachting naar Crumbs ouderlijk huis. Daar spreekt Robert uitgebreid met zijn oudere broer Charles, die ook over een groot tekentalent beschikt en zijn broertje er toe aanzette de pen ter hand te nemen. Charles is zich er volledig van bewust dat hij krankzinnig is, slikt een flink arsenaal aan medicijnen om zijn depressies te onderdrukken en vat zijn bestaan na een heldere en nietsontziende zelfanalyse samen met de woorden: "Ik ben nooit geconstipeerd, maar daar is dan ook alles mee gezegd." Moeder Crumb komt ook nog even in beeld. Na een langdurige amfetamineverslaving is ze volkomen paranoïde geworden en slijt ze haar dagen samen met Charles achter afgeplakte ramen.
In een goedkoop hotel ontmoet Robert later zijn jongere broer Maxon, die aan de bedelstaf is en yoga beoefent op een zelfgemaakt spijkerbed. Maxon is nog gekker dan Charles en eveneens in staat tot vernietigende zelfanalyse. Bijna terloops wordt duidelijk dat Maxon in het verleden vrouwen molesteerde. Robert kan er alleen maar om gniffelen. Maxons opvallende schilderijen van geabstraheerde vrouwenlichamen krijgen door de mededeling ineens iets uitgesproken ziekelijks.
Een sluitende verklaring voor zoveel krankzinnigheid biedt de film niet. Wanneer de broers over hun vader spreken blijkt alleen dat deze zijn zonen nooit begrepen heeft en volledig opging in het conformisme van de jaren vijftig. De twee Crumb-zussen weigerden helaas iedere medewerking aan de film, waardoor het beeld van Crumbs jeugd gespeend is van enig vrouwelijk perspectief. Ondanks dat gemis verschaft Crumb meer inzicht in de drijfveren van de Koning van de Amerikaanse Undergroundstrip dan menig Crumb-adept lief zal zijn. Wie Terry Zwigoffs documentaire ziet bekijkt Crumbs werk nooit meer met dezelfde ogen.

Bart van der Put