Leaving Las Vegas

Cursus creatief dooddrinken

Elisabeth Shue helpt Micholas Cage niet van de drank af

Een reis naar het einde van het delirium. Dat is in één zin de synopsis van de film Leaving Las Vegas. Twee weken na ondertekening van het contract voor de verfilming van zijn semi-autobiografische boek pleegde schrijver John O’Brien zelfmoord. Hij was een ongeneeslijke alcoholist. Net zoals de protagonist uit zijn door Mike Figgis verfilmde roman, die zich dood wil drinken. Hij slaagt daarin uitstekend, maar niet zonder vrolijkheid.

Ben is een mislukte scenarioschrijver die zichzelf afvraagt of hij begonnen is met drinken toen zijn vrouw hem verliet of dat ze hem verlaten heeft omdat hij teveel dronk. Nadat hij als gevolg van zijn drankprobleem wordt ontslagen, verbrandt hij zijn halve huisraad, verkoopt zijn huis en vertrekt naar Las Vegas. Die ultieme poel van verderf in de Verenigde Staten, waar ook twee andere Amerikaanse films zich afspelen, die bijna gelijktijdig hier vertoond worden — Showgirls en Casino. Ben heeft nog maar één doel in zijn leven en dat is zichzelf te pletter zuipen. Met gemiddeld 300 dollar aan drank per dag denkt hij daar ongeveer vier weken voor nodig te hebben.

In Las Vegas ontmoet hij zijn beschermengel, in de persoon van de beelschone prostituée Sera. Ze is hem als het ware vanuit het hiernamaals tegemoet gekomen om hem uitgeleide te doen uit zijn miserabele bestaan. Sera ziet er vreselijk verleidelijk en sexy uit in haar strakke, meestal lederen en diep uitgesneden jurkjes — gemaakt naar een ontwerp van de controversiële Britse modeontwerpster Vivienne Westwood. Sera heeft, kortom, alles in huis om de meest wilde fantasiën van haar klanten te bevredigen — het is trouwens opvallend hoe er steeds vaker gepijpt wordt in Amerikaanse films. Toch is Sera net als haar dronken maatje niet meer dan een wandelend lijk. Ze wordt uitgebuit en mishandeld door haar met een Russisch accent sprekende souteneur en ze leeft moederziel alleen met geen enkele vriendin of aanverwante om op terug te vallen.

Zelfvernietiging
Wanneer Ben Sera oppikt en haar 500 dollar aanbiedt om mee te komen naar zijn motelkamer, doet hij dat niet voor de seks, maar omdat hij behoefte heeft aan gezelschap. Het is echter liefde op het eerste gezicht tussen beiden. “Ik vertelde hem meteen mijn naam en dat doe ik anders nooit bij klanten”, zo vertelt Sera later in de film aan vermoedelijk haar psychiater.

Tussen de twee drop-outs ontspint zich een ontwapenende romance, die nog het beste valt te vergelijken met wat Ben Gazara en Ornella Muti in Tales of Ordinary Madness of Mickey Rourke en Faye Dunaway in Barfly overkomt — films die zijn gebaseerd op het werk van die andere Amerikaanse beroepsdrinker Charles Bukowski. Nicholas Cage en Elisabeth Shue overtreffen hun illustere voorgangers echter met verve. Vooral de scènes waarin ze bij elkaar zijn, tintelen en bruisen als goed geshakete cocktails, waarin irrationele zelfvernietiging, uitzichtloze eenzaamheid en onbaatzuchtige overgave de basisingrediënten zijn. Beide acteurs zijn volkomen terecht genomineerd voor een Oscar en in een dronken bui zou ik zelfs al mijn geld ervoor durven verwedden dat ten minste een van hen met dat kleinood naar huis zal gaan.

Het enige minpunt in Leaving Las Vegas is dat Cage voor zijn performance gebruik maakte van de tips van een heuse drinking coach!? Een professionele dronkaard uit San Franscisco die hem uitlegde hoe dronken mensen lopen, praten en vallen. Deze benadering neigt teveel naar method acting. Ik dacht dat die aanpak, sinds Marlon Brando de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt in Don Juan de Marco, nu toch wel achterhaald was. Het ontbrak er nog maar aan dat Elisabeth Shue een professionele hoer als ‘coach’ inhuurde. Het zou haar nonchalante en zinderende erotische uitstraling, waarmee ze Sharon Stone en Michelle Pfeiffer als twee oude vrijsters declasseert, zeker niet ten goede zijn gekomen.

Magnum opus
Met films als Internal Affairs, Mr. Jones en The Browning Version heeft regisseur Mike Figgis ondertussen een redelijke maar nog lang geen illustere staat van dienst opgebouwd. In Leaving Las Vegas laat hij zich voor het eerst gelden als de multifunctionele alleskunner die hij is. Niet alleen regisseerde hij de film, ook schreef hij het scenario en componeerde hij de muziek. Een paar van zijn vrienden, zoals muzikant Julian Lennon (de zoon van), regisseur Bob Rafelson (Five Easy Pieces en The Postman Always Rings Twice) en jazz-zanger Lou Rawls kregen van Figgis klein rolletjes en ook zelf is hij even te zien.

Bij de Oscar-uitreiking is Figgis genomineerd voor beste regie en beste script (adaptatie). Ook als geen van de vier nominaties verzilverd wordt heeft Figgis met Leaving Las Vegas toch zijn voorlopige magnum opus afgeleverd. De film is fantasievol en caleidoscopisch vormgegeven, met wisselende camerastijlen en opmerkelijke geluidsmontages. Stijlmiddelen waarvan de meeste regisseurs, omdat ze te laf of niet creatief genoeg zijn, onvoldoende gebruik maken.