Unhinged versus Bumperkleef

Excuses aanvaard

Unhinged

Wanneer een brave burger zich in het verkeer even uitleeft op de claxon, roept die daarmee de toorn van een psychopatische bestuurder over zich af. Klinkt die premisse bekend? Kan kloppen: het uitgangspunt van de thriller Unhinged met Russell Crowe lijkt verdacht veel op dat van Lodewijk Crijns’ recente Nederhorror Bumperkleef. Dat signaleerde ook Crijns zelf, en hij keek voor ons naar Unhinged.

Sommige ideeën liggen zo voor het oprapen dat iedereen ze laat liggen. Totdat twee scenaristen, op verschillende continenten en onafhankelijk van elkaar, er op hetzelfde moment toch mee aan de haal gaan. Zo kunnen binnen een jaar twee vrijwel identieke speelfilms verschijnen: vorig jaar het door mij geschreven en geregisseerde Bumperkleef (internationaal uitgebracht als Tailgate) en nu Unhinged (vertaling: Ontwricht) van scenarist Carl Ellsworth en regisseur Derrick Borte.

Bumperkleef

Wie de trailer van Unhinged naast de internationale trailer voor Bumperkleef legt, ziet het direct. (In de Nederlandse trailer van Bumperkleef zijn de gelijkenissen minder duidelijk, want daarin heeft de filmschurk geen gezicht.) Vervang Willem de Wolf door Russell Crowe en Jeroen Spitzenberger door Caren Pistorius en de rest blijft ongeveer hetzelfde. Ja, de Amerikaanse versie toont ons een alleenstaande moeder met zoontje en de Nederlandse een modelgezin met twee dochtertjes. Maar beide films spelen zich af in stedelijke gebied, op overvolle snelwegen, bij vol daglicht en binnen de tijdspanne van één dag.

De opbouw van beide road rage-thrillers is identiek. Om te beginnen tonen ze hoe de schurk een koelbloedige, gruwelijke moord pleegt, als voorbode op wat kijker en personages de komende anderhalf uur te wachten staat. Dan wordt er gesneden naar de woningen van de hoofdpersonen, volwassen gezinshoofden met Volvo’s. Met hun gezinnen aan boord reizen ze van hun eigen huis, via enkele omwegen, naar dat van een familielid. Allebei vertrekken ze te laat waardoor tijdnood hen in verkeershufters verandert. Hun vaart wordt afgeremd door de bedrijfsvoertuigen van de filmschurken, beide mannen van eind vijftig. De hoofdpersonen betoeteren en beledigen de schurken uit irritatie. Even later staan ze opnieuw tegenover elkaar bij een benzinestation, waar de ruzie verder oploopt. De familieleden proberen tevergeefs de gemoederen van het gezinshoofd te bedaren. De schurken willen excuses maar krijgen die niet van de koppige hoofdpersonen. Omdat de schurken een hekel hebben aan koppige verkeershufters breekt de hel los. De gezinnen slaan op de vlucht. De schurken zetten de achtervolging in. De gezinnen schudden hen af en de dodenritten eindigen in woonwijken, waar verontwaardigde buurtbewoners bijna omver worden gereden. Door middel van kunstmatige ingrepen van beide scenaristen lukt het de schurken om de smartphones van de hoofdpersonen in handen te krijgen en zich toegang te verschaffen tot de privéwereld van hun slachtoffers. Zo kunnen ze in de tweede helft van de film gruwelijk toeslaan in de familie- en kennissenkring, met als doel om de verkeershufters zo hard mogelijk te straffen. De politie wordt te laat ingeschakeld omdat de gezinshoofden te lang dachten dat ze het kwaad zelf wel konden verslaan. Beide films eindigen met een verkeerslicht-incident waarbij de filmmaker zijn publiek iets duidelijk maakt: de hoofdpersoon heeft iets geleerd van de buitenproportionele wraakacties van de schurk. De verkeershufter denkt vanaf nu wel twee keer na alvorens een nieuwe medeweggebruiker te provoceren.

Lodewijk Crijns op de set van Bumperkleef.

Wie nu de conclusie trekt dat de ene scenarioschrijver heeft zitten spieken bij de andere, die moet de twee films bekijken. Dat zal namelijk nieuwe vragen oproepen. Bestaat toeval? Of hebben twee scenarioschrijvers gewoon hetzelfde actuele onderwerp volgens het vaste stramien van een genrefilm uitgewerkt? Nee en ja.

Waar geen twijfel over bestaat is dat beide schrijvers zich hebben laten inspireren door sensatiefilmpjes op internet: Russische dashcambeelden vol botsende Lada’s; Amerikaanse politie-achtervolgingen, live gefilmd vanuit de helikopters van Fox News; verkeersruzies vastgelegd met smartphones door automobilisten van over de hele wereld. Unhinged is daar heel open in: de film begint met dergelijke realitybeelden. De beschikbaarheid van al dit nonfictie-geweld op YouTube heeft ons beeld veranderd van waar het gevaar zich in onze leefomgeving bevindt. De klassieke locaties voor angst, terreur en horror waren afgelegen: een vakantiehuisje in het bos waar mobieltjes geen ontvangst hebben en hillbillies ongestoord konden verkrachten en moorden, of een stille B-weg op twee uur rijden van het dichtstbijzijnde politiebureau. En het kwaad diende zich altijd ’s nachts aan, met onweer en bliksem.

Maar die overvloed aan YouTube-filmpjes speelt zich zelden af bij nacht, laat staan op verlaten plekken. Dat heeft onze angst voor psychopathische lifters en inteelt-bosbewoners verdrongen en onze ogen geopend voor waar het kwaad zich werkelijk bevindt: in de stedelijke gebieden. Op volle snelwegen, waar gewone burgers elkaars rivalen worden met hun voertuigen als wapens. In megasteden, waar overbevolking, woningnood en geluidsoverlast leiden tot burenruzies die gruwelijk uit de hand lopen. Wat is er traumatischer dan op klaarlichte dag op straat te worden aangevallen, beroofd of verkracht terwijl omstanders doorlopen of toekijken zonder in te grijpen? Dat is de uiterste consequentie van individualisme, en de horror van vandaag.

Wat beide scenaristen moet hebben getriggerd bij het schrijven van hun film is de vraag: wat zou er gebeuren als een onbeduidend verkeersincidentje ertoe leidt dat de ene bestuurder de andere begint te achtervolgen. Iedereen heeft dat wel eens meegemaakt, of heeft er in eigen kring over horen vertellen. Gewoonlijk staakt de boze bestuurder na één of twee kruispunten zijn achtervolging weer. Begrijpelijk, want die chauffeur is ook op weg naar iets of iemand waar hij op tijd aan wil komen. Maar wat nou als hij tijd zat heeft en niet van ophouden weet?

Wie daarover doorfantaseert en zich inleeft in degene die achtervolgd wordt, loopt tegen heel voor de hand liggende vragen aan. Wil mijn achtervolger met me vechten of alleen verhaal halen? Durf ik de confrontatie met hem aan of bel ik de politie? Moet ik naar mijn medepassagiers luisteren of zelf beslissen hoe ik handel? Rij ik zo snel mogelijk door naar mijn eindbestemming of maakt dat het alleen maar erger? Want dan weet die engerd waar ik woon, of hij gaat de mensen lastigvallen naar wie ik op weg ben en dat zijn nou net de mensen waar ik van hou en die ik wil beschermen. Het laatste wat ik wil is hen ook bij mijn conflict betrekken. Niet naar mijn eindbestemming, dus. Maar ook niet terug naar huis.

No Country for Old Men

Denkend vanuit een filmscenario krijgen die verschillende mogelijkheden allemaal een vaste plaats op de tijdlijn van negentig minuten. De opbouw moet geleidelijk zijn, met een conflict dat langzaam uit de hand loopt, anders is er geen ruimte voor ontwikkeling in de rest van het verhaal. Er komt een punt dat een verbale ruzie omslaat in een fysiek gevecht – en niet andersom. Er komt een moment dat ‘ik los het zelf wel op’ plaats maakt voor ‘ik bel in paniek de politie’ – en daar komt onvermijdelijk de smartphone in beeld. Niet alleen een noodlijn naar de hulpdiensten, maar sinds zo’n tien jaar ook een spionagelijn voor de achtervolger. Want telefoons hebben tegenwoordig een gps-functie, dus vormt zo’n ding het moderne equivalent van het radiografische peilapparaat zoals dat zo schitterend is gebruikt in de in de jaren zeventig spelende misdaadfilm No Country for Old Men (Ethan en Joel Coen, 2007). Je kunt vluchten, je verstoppen of je thuis opsluiten. Maar zolang je die smartphone bij je houdt, kan je vijand zien waar je zit. De wetten voor het schrijven van een thriller zijn er permanent door veranderd.

Quiz

Dat verklaart waarom in zowel Bumperkleef als Unhinged zo’n belangrijke plaats is weggelegd voor smartphones. Die van de dader en die van het slachtoffer. Wat het voor thrillerschrijvers tegenwoordig nog moeilijker maakt is dat alle kinderen van een gezin (aan boord van een auto) ook zo’n ding hebben. De vraag is dan: wie krijgt welke telefoon in handen? Hoe? Op welk moment? Met welke techniek is een telefoon vergrendeld? Hoe kun je die code kraken? Unhinged gaat daar veel verder in dan Bumperkleef. De Nederlandse schurk gebruikt de smartphone alleen om het angstige gezin terug te vinden op de eindbestemming van de rit. In Unhinged gebruikt het personage van Russell Crowe het ding om zijn slachtoffer onder bedreiging met dodelijke wraakacties opdrachten te laten uitvoeren. Dat wordt zo ver doorgevoerd dat het doet denken aan films als Phonebooth (Joel Schumacher, 2002) of Quiz (Dick Maas, 2012)

Dat allebei de scenaristen hun verhaal zich op één dag laten afspelen zal ook geen toeval zijn. Voor een thrillerschrijver is real time vertellen het beste gereedschap om de spanning en dreiging vast te houden zonder uit te hoeven leggen waarom de politie er nog steeds niet is of waarom de slachtoffers niet gewoon zijn weggerend van het onheil.

De twee films verschillen erg waar het gaat om geweld en humor. In Bumperkleef blijft het geweld tamelijk suggestief (kijkwijzer: 12+) terwijl Unhinged (16+) extreem gewelddadig is, met shock-aanrijdingen (iemand wordt overreden door een truck die vanuit het niets langs dendert) en bloederige slasher-moorden met schaar of vleesmes. Terwijl Bumperkleef voortdurend op de grens van suspense, horror en humor balanceert (net zoals bijvoorbeeld veel zombiefilms, want alles is vanaf het begin over the top) streeft Unhinged naar realisme en is er voor humor geen plaats, met uitzondering van wat masculiene cynische oneliners bij extreme gewelddaden zoals we die kennen uit de latere James Bond-films.

Duel

Een ander essentieel verschil tussen de twee road rage-thrillers is dat Unhinged consequent het vaste, voorspelbare stramien van het genre volgt, waarbij het kwetsbare slachtoffer een heldin wordt die de confrontatie aangaat met de schurk. Tijdens een eindgevecht waarbij de kansen enkele malen keren lukt het haar om haar belager definitief uit te schakelen. Dat is typisch voor een thrillerplot. Unhinged volgt dan ook nauwgezet het scenariostramien van, pakweg, Cape Fear (Martin Scorsese, 1991) of Duel (Steven Spielberg, 1971), de vijftig jaar oude tv-film waarmee Bumperkleef en Unhinged in de media al vaak werden vergeleken. Bumperkleef doet echter iets totaal anders met de verwachting van de kijker: daarin gebeurt juist steeds wat je niet verwacht en loopt het uit op een typisch horrorplot, waarin de hoofdpersoon sterft en de schurk overwint – en daarmee beschikbaar is voor een vervolg. Dat Unhinged de verhaalstappen van klassieker Duel tot het einde trouw blijft volgen, daar komt regisseur Derrick Borte ruiterlijk voor uit. Minstens twee scènes in zijn film zijn direct overgenomen uit Duel en dus een ode aan Spielberg.

Waar de vergelijking tussen Bumperkleef/Unhinged met Duel volledig spaak loopt is waar het de schurken betreft. In Duel is er helemaal geen filmschurk. De moordenaar is een spookvoertuig waarvan de chauffeur nooit een gezicht en ook geen motief krijgt. Duel is in feite een ghost car-thriller met soortgenoten als The Car (Elliot Silverstein, 1977) en Christine (John Carpenter, 1981). Bumperkleef en Unhinged zijn thrillers over de botsing van twee ego’s. Het conflict ontstaat doordat de protagonist de antagonist provoceert. Het zijn in de basis dus psychologische thrillers zoals Cape Fear en Joy Ride (John Dahl, 2001).

Wat mij als scenarist van Bumperkleef verbaasde waren elementen in Unhinged die ook precies zo in mijn allereerste synopsis stonden. Zoals het voertuig van de filmschurk. Ik stelde me voor dat die in een pick-uptruck zou rijden, met een grote grillbumper waarmee hij de auto van het gezin voor zich kan aanstoten zonder zelf schade op te lopen. Maar zo’n pick-uptruck is zo’n Amerikaans cliché dat ik het veranderde in het Nederlandse equivalent van de bedrijfsauto-voor-de-kleine-arbeider: de witte transportbus. In Unhinged zit wél die pick-uptruck, inclusief grillbumper.

About Schmidt

Oorspronkelijk ging Bumperkleef over een timide gezinsman die zich ontpopt tot een held die zijn belager uitschakelt met zijn eigen auto als wapen. Een karakterontwikkeling zoals die van Dustin Hoffman in Straw Dogs (Sam Peckinpah, 1971) en van Dennis Weaver in Duel. Mede vanuit mijn wens om niet nog eens een film te maken die al zo vaak gemaakt is, speelt Jeroen Spitzenberger uiteindelijk een arrogante verkeershufter die als bange, meegaande huisvader eindigt. Dat is een helende karakterontwikkeling, een beetje zoals die van Tom Cruise in Rain Man (Barry Levinson, 1988) of van Jack Nickolson in About Schmidt (Alexander Payne, 2002). Unhinged daarentegen houdt gewoon vast aan die traditionele karakterontwikkeling van kwetsbaar slachtoffer tot gewelddadige held.

Voor mijzelf was de meest verontrustende overeenkomst tussen Unhinged en Bumperkleef dat de filmschurk zijn slachtoffer verschillende kansen geeft om zijn welgemeende excuses te maken voor zijn onfatsoenlijke gedrag. Toen ik dat zag, dacht ik: hoe kan hier géén sprake van plagiaat zijn? En plagiaat is zeker denkbaar: vertaalde versies van mijn synopsis, treatment en script zijn drie jaar voor de release van Unhinged naar buitenlandse productiemaatschappijen verstuurd op zoek naar internationale cofinanciering voor Bumperkleef. Maar voor een eventueel ‘lek’ zal onmogelijk bewijs te vinden zijn.

Bovendien is ook hier een andere verklaring te bedenken. Stel je een verkeersruzie voor die uitloopt op een achtervolging. Wat wil de achtervolger dan ‘hebben’ van degene die hem beledigd heeft? Smartengeld? Klinkt belachelijk, is onwaarschijnlijk. Hem vermoorden of afranselen? Niet in dit vroege stadium – dan had hij ‘m ook direct kunnen aanrijden en doorpakken. Einde verhaal; te korte film. Waar het om gaat is trots en eer. Wat de boze automobilist wil is erkenning voor de fout van de ander. Hij wil zijn gelijk krijgen. En dat telt alleen als die ander hem dat geeft. Schuld bekennen, dus – welgemeend, oog in oog met elkaar. Het maken en accepteren van excuses. Is dat hoe twee scenaristen, los van elkaar, tot twee dezelfde psychologische conflicten kwamen? Of heeft de één toch bij de ander zitten spieken?


Unhinged draait nu in de bioscoop. Bumperkleef is te zien op VoD via Pathé Thuis, iTunes, MovieMax en Ziggo.