Rutger Hauer (1944-2019)

Vrijdag 19 juli overleed acteur Rutger Hauer in het Friese Beetsterzwaag. Hij speelde ridders, helden en klootzakken en gaf de wereld de melancholische androïde uit Blade Runner. Hauer werd 75 jaar.

“I’ve seen things you people wouldn’t believe. Attack ships on fire off the shoulder of Orion. I watched C-beams glitter in the dark near the Tannhäuser Gate. All those moments will be lost in time, like tears in rain. Time to die.” In Blade Runner (1982) speelde Rutger Hauer zijn beroemdste rol, die van Roy Batty, een androïde die wist dat hij nooit een gewoon mens zou zijn, maar die ook wist dat hij in zijn rijke leven reizend door het universum onwaarschijnlijk mooie dingen had gezien. Zijn monoloog is onsterfelijk.

Nederland heeft in de internationale filmwereld niet zo heel veel ambassadeurs, maar de vrijdag 19 juli overleden acteur Rutger Hauer is er een van. Zeker voor mensen die in de jaren zeventig opgroeiden, met Floris op tv en Turks fruit en Soldaat van Oranje in de bioscoop, zal Hauers overlijden een klap zijn. De acteur met het blonde wuivende haar op de fiets door Amsterdam met Monique van de Ven achterop, is deel van hun jeugd. Hauer speelde in meer dan honderdvijftig films. Hij begon bij het toneel, eind jaren zestig, maar werd door de NTS gecast voor ridderserie Floris nadat hij op het toneel was gespot door scenarist Gerard Soeteman en de rest, zoals men zegt, is geschiedenis. Hauer was in één klap een nationale beroemdheid. Later volgden Turks Fruit (1973) en Soldaat van Oranje (1977).

Niet dat een internationale doorbraak daarna vanzelfsprekend was, maar toen het gebeurde stond niemand ervan te kijken. Dankzij Ridley Scotts Blade Runner was Hauer meteen wereldberoemd. Een jaar later speelde hij in Sam Peckinpahs The Osterman Weekend naast John Hurt en in 1986 volgde zijn tweede grote internationale hit The Hitcher. Het valt niet te ontkennen dat Hauer daarnaast in nogal wat films van het derde garnituur speelde. “Mijn probleem is dat ik niet zo goed ben in het beoordelen van scripts”, zei hij in 1994 tegen dagblad Trouw. Blijkbaar waren de twee Hollywood-agenten waar Hauer sinds jaar en dag mee werkte dat ook niet. Want had hij misschien niet toch die hoofdrol in Mike van Diems Karakter moeten doen? Of die rol van verzetsstrijder in Verhoevens Zwartboek moeten aannemen, ook al had hij pakweg twintig jaar eerder ruzie met Verhoeven gekregen bij de opnamen van Flesh + Blood? Voor zijn rol in Escape from Sobibor kreeg Hauer in 1988 wel een Golden Globe.

Hauer deed af en toe wel interviews maar zag er nooit zo de noodzaak van in om over de man achter de acteur te praten. “Ik spreek liever via mijn werk”, zei hij in 2007 bij de presentatie van zijn autobiografie, kernachtig getiteld Rutger Hauer, autobiografie. “Wat ik in interviews zeg, vind ik achteraf vaak gelul.” Ook in die autobiografie probeerde Hauer niet te scoren met smeuïge behind-the-scenes verhalen – niet dat daaraan een gebrek was, zei hij erbij – maar vertelde hij wel meer over zijn eigen achtergrond en vooral over de belangrijke momenten in zijn leven. Over zijn toneelspelende ouders, over zijn tijd als matroos aan boord van een vrachtschip toen hij vijftien was, en natuurlijk over wat bepalend was in zijn werk. Soeteman, Verhoeven, Scott. Zelfs vijftien jaar geleden nog deed Hauer kleine maar gewilde rollen in Confessions of a Dangerous Mind, Sin City en Batman Begins. De laatste jaren werd Hauer naar eigen zeggen “steeds minder commercieel”. Hij zette zich in voor de Rutger Hauer Filmfactory, een tiendaagse masterclass die in 2007, 2008 en 2009 werd gegeven, maar die door cultuurbezuinigingen geen vervolg kreeg. Daarnaast zette hij de Starfish Foundation op, een stichting die zich inzet voor aidswezen.

Naar aanleiding van Soldaat van Oranje schreef het Amerikaanse blad Newsweek in de jaren zeventig over Hauer: “Als een onbekende acteur zijn entree maakt met de vermicellisoep druipend over zijn kaalgeschoren kop en er desondanks nog steeds goed uitziet, dan weet je dat je in het gezelschap bent van een filmster.”