Boeken – 18 november 2016

De jager

Rutger Hauer trekt diepe sporen in het collectieve geheugen van ons Nederlanders (en Vlamingen). Zo staat er in de recente nieuwe verhalenbundel van de Vlaamse schrijfster Annelies Verbeke (1976) een verhaal over een vrouw die haar man verlaat. Als ze met haar auto op de vluchtstrook staat, klopt er iemand op het raam. Het is een dwerg die Rutger Hauer heet en daarna komt het niet echt meer goed. Hauer-kenners kijken niet echt op van dwerg Rutger: The Hitcher, natuurlijk, alsof het een film van gisteren is.

Het was nooit een metroman, Rutger Hauer. Niet op het witte doek in ieder geval. Zeker, Floris was óók zachtmoedig, en Soldaat van Oranje had alleen het goede voor, maar als je Hauer wil typeren komen toch het eerst zijn Amerikaanse ‘villains’ en de Erik van Jan Wolkers in gedachten: de wildeman uit Turks fruit die met veel jaren zestig gevoel voor kunst en seks, vol levenslust en energie, over iedereen heen walst die niet goed voor hem is.

Een natuurkracht is Hauer ook in de rest van zijn carrière. In zijn belangrijkste Amerikaanse films speelt Hauer geheimzinnige mannen bij wie sensualiteit en agressie naar buiten stralen via te blauwe ogen (Blade Runner, The Hitcher). Weer twintig jaar later vertegenwoordigt de verbrede zestiger in bijrollen in Hollywoodfilms de stilzwijgende autoriteit. ‘Heavy presence without words‘ noemt hij het in de documentaire Blonde, Blue Eyes (2006). In Batman Begins is Hauer de baas van het bedrijf van Batman, in Sin City is hij Kardinaal Roark, in Goal 2 is hij de coach van Real Madrid. Je kan je Hauer moeilijk voorstellen in de rol van sukkel of gedweeë echtgenoot. Is hij eens een keer huisvader, dan heet hij Albert Speer.

Over de mens achter dit imago kregen we lang niet zoveel te horen. Rutger Hauer liet zich niet graag interviewen en woonde ook nog eens ver weg. Pas vorig jaar met de verschijning van de film Blonde, Blue Eyes werd aan het grote publiek duidelijk dat de acteur Nederland nooit echt verlaten heeft, al heeft hij een huis in L.A. en is hij niet vaak hier. Zijn thuis is nog steeds in Friesland waar hij al 35 jaar woont met zijn vrouw Ineke.

Dit documentaire inkijkje in het persoonlijke leven van Nederlands meest succesvolle filmster is nu aangevuld met een heuse autobiografie. Het levensverhaal is niet door Hauer zelf opgetikt maar verteld aan twee journalisten (een Amerikaan en een Nederlandse) die het verhaal voor hem hebben uitgewerkt in twee verschillende edities. Wie de Nederlandse uitgave koopt krijgt de dvd van Blonde, Blue Eyes er gratis bij. In vrij directe spreekstijl concentreert Hauer zich op de ‘momenten’ die voor hem het meest ingrijpend waren. Hij vertelt over zijn acterende ouders die veel op reis waren, over zijn jaar als lichtmatroos en de eerste blik op Amerika (Chicago), over zijn ervaringen als toneelspeler bij de Friese Noordercompagnie, over de ontmoeting met Ineke, en de vriendschap met haar jong overleden broer Marius.

Laconiek
Maar het gaat om de films. Hauer begint het boek met de ontmoeting met Christopher Nolan die hem wilde voor een bijrol in zijn recente Batman Begins en grijpt dan terug naar de ontmoeting met scenarioschrijver Gerard Soeteman die een geschikte acteur voor Floris zocht. Tussen Floris en Batman Begins staan zo’n 100 films waarvan er één volgens Hauer onbetwist de belangrijkste is: Blade Runner. Tik ‘Rutger Hauer’ in op YouTube en je krijgt louter reacties op Blade Runner te zien.

De prettig laconieke en eigenzinnige man die oprijst uit het boek valt moeiteloos met zijn imago samen, alsof hij het zelf zo heeft uitgedacht. Hauer verhaalt over zijn roekeloosheid die heftige ongelukken tot gevolg heeft. Hij vertelt vrij summier over zijn liefde voor de oceaan, voor Ineke, voor Friesland, voor het vak. Hij dist anekdotes op over regisseurs en films, maar erg smeuïg wordt het niet. Het is geen roddelkont. Bij zijn eerste Amerikaanse film Nighthawks voert hij oorlog met Sylvester Stallone, maar verder blijven zijn filmervaringen aardig op de vlakte. Hij vertelt over zijn verlangen om te regisseren en illustreert dat met verhalen over aanpassingen aan rollen die door hem zelf werden afgedwongen, zoals de duif in Blade Runner. Hij beargumenteert wat ijdel, maar ook best overtuigend dat schurken als Roy Batty (Blade Runner) en John Ryder (The Hitcher) de echte hoofdpersonen zijn in die films omdat hun verlangens het verhaal sturen. Zij zijn de jagers.

Die stiekeme ‘subtekst’ zou iets van de grote weerklank van zijn relatief kleine rollen kunnen verklaren, maar de verklaring schuilt het meest in de acteur zelf natuurlijk. Stop Hauer in een film en hij vangt de blik. Daar heeft hij nooit zoveel woorden bij nodig gehad.


Rutger Hauer. Autobiografie Rutger Hauer, Patrick Quinlan | Forum 2007 | 320 pagina’s | 19,95 euro

Hauer verwierp goddank de titel Hollander in Hollywood voor de de Nederlandstalige versie van zijn autobiografie, die naast de Amerikaanse uitgave aparte vermelding verdient door bijgevoegde dvd met documentaire.