Rudolf van den Berg over Sal Santen Rebel
'Door hem te portretteren ontdek ik dingen over mezelf en over de wereld'
Sal Santen rebel
Tijdens de Nederlandse Filmdagen in Utrecht ging de nieuwe film van Rudolf van den Berg, Sal Santen rebel, in première. Al op 20 oktober wordt Sal Santen rebel door de VPRO uitgezonden. Reden: de VPRO is de belangrijkste geldschieter voor de film. Het resterende bedrag, toch nog altijd 30 duizend gulden, werd door Van den Berg uit eigen zak betaald. “Ik heb wel subsidie aangevraagd, maar voordat er een beslissing wordt genomen gaan er maanden overheen. Als het geld er niet komt ben ik failliet.”
Rudolf van den Berg maakte eerder onder andere De Algerijnse tijden (1976), een film over de jongste geschiedenis van Algerije en de moeilijke weg naar een werkelijk socialisme, en De plaats van de vreemdeling (1979) die handelde over de vereenzelviging van joden en zionisten, iets waar zowel zionisten als antisemieten zich aan schuldig maken.
Zijn nieuwe film Sal Santen rebel wordt gedistribueerd door Film International Rotterdam. Bij uitgeverij Tabula verschijnt in oktober een dagboek dat Sal Santen bijhield tijdens de opnamen. De Filmkrant sprak Van den Berg over zijn nieuwe film. “Van die man wordt één keer in z’n leven een film gemaakt. Daar kun je niet even een filmpje over maken. Je kunt hem niet in een stoel zetten en vragen: meneer Santen, vertelt u nu eens hoe het was in de Tweede Wereldoorlog. Ik ben er negen maanden fulltime mee bezig geweest.”
Sal Santen werd in 1915 in Amsterdam geboren. Al voor de Tweede Wereldoorlog, in de jaren dertig, was hij actief in de links-revolutionaire beweging. Hij oriënteerde zich op de Vierde Internationale, de trotskistische vleugel van de arbeidersbeweging. In de Tweede Wereldoorlog wordt zijn hele familie uitgemoord en blijft hij alleen achter.
Sal Santen vecht door. Hij wordt één van de leidende figuren in de Vierde Internationale en verblijft langere tijd in Latijns Amerika, traditioneel een sterk bolwerk van de trotskisten. In 1961 belandt Sal Santen in de Nederlandse gevangenis. Vijftien maanden zit hij achter de tralies wegens illegale hulp aan de Algerijnse vrijheidsstrijd. In 1963 komt er een keerpunt in zijn leven: hij verlaat zijn kameraden en wordt schrijver.
Waarom heb je juist een film over Sal Santen gemaakt? “Omdat, toen ik z’n boeken las, ik er een aantal thematieken in herkende waar ik ook al een paar jaar mee bezig ben. Eén van die thema’s is, schematisch aangeduid, het raakvlak individualisme-politiek. Een andere thematiek die me na aan het hart ligt is hoe iemand omspringt met zijn Jood-zijn. Sal Santen gaat daar op een bepaalde manier mee om. Door hem te portretteren ontdek ik zelf ook weer dingen over mezelf en – wat misschien wel belangrijker is – over de wereld.”
In De Volkskrant stond dat Sal Santen rebel een documentaire is ‘met sporen van denken over speelfilm’. Wat bedoel je daarmee? “Nederlandse documentaires worden op dit moment gekarakteriseerd door het uitdiepen van de associatieve montage. Die vorm is uitgemolken. Ik kan me daar in ieder geval niet meer op een oorspronkelijke manier in uitdrukken. Als je die methode afwijst, vroeg ik me af, valt er dan nog wel een naar vorm interessante documentaire te maken? Ik heb dat geprobeerd op te lossen door te zoeken naar een verhaal met Sal Santen als middelpunt, een verhaal dat metaforisch is voor zijn leven. Niet zozeer het verhaaltje dat verteld wordt is belangrijk, maar de geladenheid van datgene wat er gebeurt. Ik heb geprobeerd een situatie te provoceren door de camera die hem niet alleen de gelegenheid bood dingen over zijn leven te vertellen, maar die tegelijkertijd de emotinaliteit van dat hele leven – en dat staat voor mij voorop – weerspiegelt. Vanuit het denken over speelfilm heb ik geprobeerd een dramatische structuur te ontwikkelen. Daarbij stuitte ik echter op een ethisch probleem. Hoe je het ook wendt of keert, je bent altijd bezig het leven van diegenen die een rol spelen in je film te gebruiken voor jouw statement. Ik heb getracht dat probleem binnen deze film voelbaar te maken. Waar ben ik mee bezig? Hoe ver kan ik gaan? Aan het eind van de film kun je denken: nou, het is heel gevaarlijk wat je gedaan hebt.”
Waarom? “Omdat ik die man heb meegesleept in een avontuur dat hem behoorlijk heeft aangegrepen. Een nieuw avontuur dat het leven representeert dat hij achter zich heeft en dat hij voor de camera nog een keer moet doormaken. Als kijker kun je je dan afvragen: kan dit wel?”
Als ik je film zie, wie zie ik dan: Rudolf van den Berg of Sal Santen? Zonder aarzeling: “Sal Santen. Maar iemand die over film nadenkt heeft wel in de gaten dat er een filmmaker aan de gang is geweest. De film gaat dus niet over Rudolf van den Berg, maar over Sal Santen en over hoe een filmmaker een keuze maakt. In die laatste zin is het een film die gaat over het maken van documentaires. Ik denk dat ik met Sal Santen rebel hoog mik, maar dat je als filmer niet hoog genoeg kunt mikken. De meeste filmers grijpen zo laag. Ik vind dat je thematisch best iets te hoog mag grijpen, dan heb je tenminste de kans dat je de kijker een knal voor z’n kop geeft. Ik vind juist het spannende aan film dat het relaties legt tussen dingen die je in de werkelijkheid niet ziet, maar alleen bevroedt. Dingen waar je bang voor bent. Eigenlijk was De Algerijnse tijden toen te hoog gegrepen. Voor De plaats van de vreemdeling gold hetzelfde, en ook Sal Santen rebel is te hoog gegrepen. Maar ik vind dat je altijd hoger moet reiken dan naar datgene waarvan je zeker weet dat je het aankunt.”