Xangadix Lives!

Monsterlijk kamperen in de Biesbosch

De Johnsons

Het is dit jaar vijfentwintig jaar geleden dat de Nederhorrorfilm De Johnsons in de bioscoop draaide. De onderhoudende documentaire Xangadix Lives! doet de ontstaansgeschiedenis van de film "die op eenzame hoogte staat in de Nederlandse horrorfilmgeschiedenis" uit de doeken.

In Xangadix Lives! wordt De Johnsons Nederlands eerste grote horrorfilm genoemd, waarbij voor het gemak Dick Maas’ De lift (1983) als thriller met griezelelementen wordt beschouwd. De documentaire vertelt in 48 smakelijke minuten alles wat je over De Johnsons zou willen weten, van verhaalidee tot zijn erfenis – de film van Yfke van Berckelaer en Bram Roza voert zelfs een jongen op die Xangadix heet, omdat zijn moeder het zo’n mooie naam vond. Rocco Simonelli, de oorspronkelijke scenarist van De Johnsons, denkt daar in de documentaire duidelijk anders over: "Het klinkt als een Nederlandse geslachtsziekte."

Xangadix is een kwade god die zijn monsterlijke zeven zonen heeft opgedragen hun zusje Emalee (Esmée de la Bretonière) te bevruchten. Zij is net voor het eerst ongesteld geworden en viert samen met haar alleenstaande moeder Victoria (Monique van de Ven) haar veertiende verjaardag op een camping in de Biesbosch. Als de zeven monsters, een kruising van een duivels indianen-embryo en een gestolen eicel van Victoria, uit een geheim fort in de Biesbosch ontsnappen, zijn de poppen aan het dansen.

Dedain
Oorspronkelijk zou De Johnsons, met een behoorlijk budget van 5 miljoen gulden, door Ruud van Hemert worden geregisseerd maar hij werd ontslagen door producenten Chris Brouwer en Haig Balian. Rudolf van den Berg nam de regie over en herschreef samen met Leon de Winter het van oorsprong Amerikaanse scenario. Zij brachten extra lagen aan, via verwijzingen naar antropologie, seksuele taboes (incest) en vruchtbaarheidsriten. Volgens Van den Berg is De Johnsons een film "over de angst voor mannen". De kritiek op Van den Berg, maker van Bastille (1984) en De avonden (1991), was indertijd groot; hij zou zijn "ziel aan de duivel hebben verkocht." In de documentaire zit een veelzeggende geluidsopname van zijn radio-interview met Ischa Meijer, die vol ongeloof en dedain vraagt waarom hij De Johnsons – "is het een kinderfilm?" – in godsnaam gemaakt heeft. Dat moet wel voor het geld zijn geweest. Inmiddels is De Johnsons een (ook internationaal) geliefde cultfilm die volgens horrorkenner Jan Doense "op eenzame hoogte staat in de Nederlandse horrorfilmgeschiedenis."

Bietensap
De bewogen productiegeschiedenis zit vol sappige details. Zo werden de liters bloed die Emalee en Victoria in de operateske finale over zich heen krijgen gemaakt van bietensap en was er het idee om rond Kenneth Herdigein (Professor Keller) een Indiana Jones-achtige filmreeks op te zetten. Monique van de Ven vertelt hoe zij een geloofwaardige moeder-dochterrelatie met de jonge Esmée de la Bretonière kreeg: Esmée logeerde een tijd bij haar en ze gingen samen shoppen. Ook bevat Xangadix Lives! beelden van het duivelse embryo, want volgens Doense is De Johnsons een echte "creature feature". Cameraman Theo Bierkens vertelt dat hij deze bewust nooit helemaal goed liet zien, dat werkt immers sfeerverhogend en wekt suspense.

In de laatste tien minuten ontstijgt Xangadix Lives! zijn onderwerp. Dan wordt de onderhoudende documentaire zowel een pleidooi voor meer draaitijd voor Nederlandse speelfilms, om de filmische kwaliteit ervan te verhogen, als een kritiek op het in Nederland heersende vooroordeel tegen horror – een onderontwikkeld genre. Er worden meer dan genoeg Nederlandse romantische komedies gemaakt, dus waarom nog steeds zo weinig horror?