Een echte Vermeer
Geschiedvervalsing

Hoe portretteer je een meestervervalser? De makers van Een echte Vermeer nemen net als Vermeer-vervalser Han van Meegeren een loopje met de waarheid.
‘Een echte Vermeer gaat niet over de echte Han van Meegeren’, schrijft regisseur Rudolf van den Berg in de persinformatie bij de film over de schilder die de wereld bedroog met imitatie-Vermeers. ‘De kunstvervalser speelde met de waarheid – onze film doet dat ook.’
Je maakt een film over misschien wel de grootste kunstvervalser uit de geschiedenis, maar bent niet geïnteresseerd in de waarheid? Om met de betreurde Ischa Meijer te spreken: Why? Van den Berg geeft als reden dat hij en medescenarist Jan Eilander geen zin hadden om het bekende verhaal over ‘deze klucht’ te herkauwen. Dat verhaal is dat Van Meegeren uit artistieke miskenning de kunstwereld met zijn vervalsingen voor schut wilde zetten. Te mager voor een film, oordelen de makers, die een ander perspectief kiezen, namelijk dat van een ’tijdloze karakterschets’ van ‘een romantische schurk’, die de wereld niet alleen in vervalste schilderijen deed geloven, maar ook in een vervalste versie van zijn leven.
Verwarrend, want hebben de makers nu wel of niet een film over Van Meegeren gemaakt?
Van den Berg maakt het nodeloos ingewikkeld, want in grote lijnen volgt Een echte Vermeer wel degelijk de feiten. Met als kader de rechtszaak tegen Van Meegeren in 1947 tonen flashbacks de voorgeschiedenis. Bejubeld als groot schildertalent in zijn jonge jaren, maar verguisd om zijn conservatieve schilderopvattingen in de jaren dertig, keert Van Meegeren zich van de gevestigde kunstwereld af en gaat in Zuid-Frankrijk wonen. Daar ontwikkelt hij zijn briljante vervalsingsprocedé, wat tot zijn grote triomf leidt als in 1938 Museum Boymans van Beuningen zijn Vermeer-vervalsing De Emmäusgangers voor een half miljoen gulden koopt.
In de jaren erna maakt hij nog zes ‘Vermeers’, waarvan hij er eentje in de oorlog aan nazi-kopstuk Hermann Göring verkoopt. Het wordt zijn ondergang, want als na de oorlog zijn naam opduikt bij de inbeslagname van Görings kunstschatten wordt hij voor (kunst)collaboratie gearresteerd. Daarop staat tien jaar gevangenisstraf, maar omdat op het vervalsen van kunst maar twee jaar staat, biecht hij de vervalsingen op. Van Meegeren meet in de rechtszaak het motief van wraak op de gevestigde kunstwereld breed uit, wat hem tot een held van het volk maakt, dat in de vervalsingen een schelmenstreek ziet. Een slim rookgordijn dat voorkomt dat de aandacht op zijn collaboratie en Hitler-gezindheid vallen.
Van Meegeren als rancuneuze, geldbeluste opportunist vonden de makers waarschijnlijk een te onsympathiek personage, zodat zij een verzengende liefdesaffaire verzonnen, die hem als jong schildersbeest tot halve waanzin drijft en voor een dilemma stelt: kiest hij voor de liefde of de kunst? Het is een geforceerd onzinlijntje, dat Van Meegerens oplichterij voorstelt als het resultaat van een grootse, meeslepende en kwellende innerlijke strijd. Van Meegeren vervalste schilderijen, Een echte Vermeer de platvloerse geschiedenis.