Ladj Ly & Giordano Gederlini over Les misérables

‘Dit is een alarmkreet uit de Parijse voorsteden’

Portret Renaud Konopnicki

Met Les Misérables tekenen regisseur Ladj Ly en scenarist Giordano Gederlini voor een kroniek die het midden houdt tussen een striemende aanklacht en een emotionele rollercoaster. “We zijn het beu dat anderen onze verhalen vertellen.”

Les misérables is een alarmkreet”, benadrukt de Franse filmmaker van Malinese afkomst Ladj Ly in Brussel, “ik wil waarschuwen dat de toestand explosief is in de Parijse voorsteden.” Zelf groeide hij op in die multiculturele cités waar verwaarlozing en woede heersen, de overheid alleen in de vorm van politie aanwezig is en de werkeloosheid gigantisch is. Hij draaide er eerst een korte film en daarna een in Cannes enthousiast onthaalde speelfilm. Volgens coscenarist Giordano Gederlini (The Invader) “een op straat gemaakte film die de kracht en urgentie bezit om mensen te raken”.

Urgentie is het sleutelwoord. Ly: “Les misérables is een heel persoonlijk verhaal. Ik vertel over mijn jaren in de wijk. De opzet was om dat van binnenuit te doen want meestal zien we indrukken van buitenaf. Daardoor ontstaat een kloof tussen het vertelde verhaal en de werkelijkheid. Dat gaat gepaard met fouten en het ontbreken van emoties. Ik wilde zonder standpunt in te nemen of mensen te veroordelen ons dagelijks leven tonen, én de rollercoaster aan emoties die we doormaken, en de urgentie tastbaar maken.”
Gederlini: “Het eerste wat Ladj zei, was dat hij alle clichés van banlieue films wou vermijden. Geweld, drugs, wapens, snelle auto’s: al die maffiose dingen waren taboe. We beginnen met iets anekdotisch dat Ladj zelf meemaakte: de diefstal van een jonge leeuw uit een circus. Daarnaast volgen we het stramien van Antoine Fuqua’s Training Day, de nieuweling die zich laat manipuleren. We willen de kijker samen met dit personage onderdompelen in een onbekende wereld. Zo nemen we de tijd voor een grondige kennismaking met de omgeving en de bewoners in plaats van meteen in de actie te duiken. Onze aanpak wordt gesymboliseerd door de drone van de jonge Buzz die rondvliegt en de wijk in kaart brengt.”
Ly: “Vanaf mijn zeventiende ben ik met mijn camera rond gaan te wandelen door mijn cité. Voor Cop Watch-projecten waarbij ik agenten tijdens hun interventies filmde of om documentaires te maken. Filmen was mijn manier om me uit te drukken, om in opstand te komen en te getuigen. Aangespoord door La haine richtte ik het kunstcollectief Kourtrajmé op omdat ik het beu was dat anderen onze verhalen vertellen.”

Les misérables knipoogt naar Victor Hugo.  Ly: “Wanneer je opgroeit in een arbeidersbuurt voel je instinctief een band met zijn roman uit 1862. Hugo’s werk maakte diepe indruk toen ik het op school las en wanneer ik rondkeek merkte ik dat we anderhalve eeuw later nog altijd leven in een klassenmaatschappij vol misérables.”
Gederlini: “Het enige Victor Hugo-personage dat we gebruiken is Gavroche, de straatjongen die strijd levert op de barricades. Het is geen politieke revolutie met slogans en eisen maar een revolte tegen autoriteit. Dat leidt tot een explosieve situatie met onvoorspelbare gevolgen. De opstand is niet gestructureerd en geleid. Het is als een vulkaan die uitbarst.”

De explosie leidt tot een open einde.  Gederlini: “We begonnen met  een hinderlaag waar Ladj getuige van was. Hij ontdekte dat agenten in een trappengang gelokt waren en ging hen er uit halen. Het incident deed hem beseffen hoe conflicten kunnen escaleren. Goed en kwaad deel je zomaar niet op in de ene en de andere kant van de barricade. Daarom scheppen we afstand en benadrukken we dat goed en kwaad samen bestaan in mensen en clans. Bovendien creëren we een ander perspectief, een openheid die leidt naar iets positiefs. Het gebaar, de actie, wordt gestopt. Onverwacht en daarom ook krachtiger.”

Jullie verplichten de kijker zelf na te denken.  Gederlini: “Ik vraag vaak bevriende agenten informatie wanneer ik over acties of procedures schrijf. Toen ik een van hen de eindscène beschreef – de jongen met molotov-cocktail, de ingesloten agenten en de overmacht – zei hij ‘geen twijfel, hier is sprake van wettige zelfverdediging. Er ligt een collega op de grond, hij loopt zelf gevaar, hij is verplicht om te schieten.’ Maar toen hij de Franse voorpremière bezocht, veranderde hij van gedachte. ‘in die situatie zal hij niet schieten’. Hij was de situatie anders gaan bekijken door de emoties die de film opwekt.”
Ly: “Ik wilde een zekere openheid bewaren en zo iedereen dwingen om zelf na te denken en door de ogen van anderen te kijken. Als je in de schoenen van de politieagent staat in die laatste scène, schiet je. Als je door de ogen van het kind kijkt, werp je de molotovcocktail. Als je in het gebouw woont, sluit je de deur.”

De politie wordt niet bekritiseerd.  Ly: “Men verwachtte een anti-politiefilm van mij. Maar ik wilde het standpunt van iedereen tonen, ook dat van de politie. Laten zien dat zij geen grootverdieners zijn, dat zij ook misérables zijn. Ik beschrijf leefomstandigheden. Mijn enige boodschap is dat wanneer er niet geluisterd wordt naar mensen, er vroeg of laat problemen ontstaan.”
Gederlini: “We schilderen agenten niet af als slechteriken. Alles heeft met structuren te maken en met opvoeding, mogelijkheden en druk. Ladj en ik zijn geen moralisten, we stellen dingen vast zonder dat we een oplossing willen opdringen.”

Twee actoren ontbreken: school en overheid.  Ly: “Het ontbreken van de school had te maken met het feit dat het zomer en schoolvakantie is. Wat de overheid betreft is de constatering schrijnend: de politieke wereld blijft afwezig en neemt zijn verantwoordelijkheden niet.”
Gederlini: “In wijken met een werkloosheid van veertig procent is de afwezigheid van de overheid crimineel. We wilden het gebeuren situeren in de zomer, met hitte en verveling. Spike Lee’s Do the Right Thing vormde een inspiratiebron, de broeierige sfeer waarin conflicten uit de hand lopen was cruciaal.”

U zette een filmschool op in de wijken.  Ly: “Cinema is een krachtig medium. De toegang is helaas moeilijk. Daarom richtte ik in Montfermeil een filmschool op om jongeren kansen te geven. Via sessies scenarioschrijven, regie, camera, productie en postproductie doen ze kennis en ervaring op. We gaan uit van het principe dat de school gratis is en iedereen zich zonder ingangsexamen kan inschrijven. Het succes van Les Misérables, de eerste film die vanuit de cités gemaakt is door een groep vrienden, hielp.”
Gederlini: ”Ladjs humane benadering van alle personages merkte ik ook op de set. De menselijkheid die van hem uitgaat, stimuleerde jongeren zonder filmervaring om zich met hart en ziel te geven.”