Bong Joon-ho over Parasite

‘Mijn films tonen mijn angst voor de toekomst’

Bong Joon-ho. Foto: Angelique van Woerkom

Hij is de eerste Zuid-Koreaanse winnaar ooit van een Gouden Palm op het filmfestival van Cannes, ligt inmiddels goed in de race bij de Oscars en heeft een groeiende schare idolate online fans die zich de #Bonghive noemt. Parasite heeft van Bong Joon-ho een wereldwijd fenomeen gemaakt. “Uiteindelijk draait dat allemaal om timing.”

Het wereldwijde succes van Parasite komt niet uit de lucht vallen. Bong Joon-ho brak in 2003 door met Memories of Murder, een true crime thriller over het onderzoek naar de gruwelijke seriemoorden die tussen 1986 en 1991 in Hwaseong gepleegd werden. Zijn Engelstalige debuut kwam er met sciencefictionfilm Snowpiercer (2013), gebaseerd op een Franse graphic novel over klassenongelijkheid aan boord van een trein met de laatste mensen op aarde als passagiers. Twee jaar geleden draaide zijn eerste Netflix-film Okja in Cannes. Daarin redt een Zuid-Koreaanse meisje haar geliefde, genetisch gemodificeerde supervarken uit de klinische fabrieksklauwen van de Amerikaanse bio-industrie.

Genre op zichzelf
Parasite zit zo goed in elkaar dat je hem onmogelijk in één zin kan beschrijven. Het is een “dark-horror-black-comedy-social-satire-action-flick”, grapt Bong in een groepsgesprek op het filmfestival van Cannes, een paar dagen voordat hij er de Gouden Palm in ontvangst zal nemen. Ook in veel eerdere films, zoals debuut Barking Dogs Never Bite (2000), monsterfilm The Host (2006) en soort-van-familiefilm Okja, speelde de Zuid-Koreaanse scenarist en regisseur met de overlap tussen verschillende genres. Zijn films zijn soms humoristisch en aandoenlijk en dan weer gewelddadig en huiveringwekkend. “Een Amerikaans filmjournalist beschreef mij als een genre op zichzelf en daar kan ik me eigenlijk het best in vinden”, merkt Bong op.

Bong Joon-ho is inderdaad een genre, en een kwaliteitskeurmerk. Een soort Hitchcock uit Zuid-Korea; in ieder geval weet hij zijn publiek net zo goed te bespelen als de master of suspense. Hij is ook een erfgenaam van Kim Ki-young, die in broeierige thrillers als The Housemaid (1960) en The Insect Woman (1972) een Hitchcockiaanse vorm van suspense met Koreaanse maatschappijkritiek combineerde.

Parasite gaat net als die voorgangers over de scheve verhoudingen tussen arm en rijk. De film begint in het krappe kelderhuis van de werkloze Kim Ki-taek (Bongs muze Song Kang-ho), waar vader, moeder, zoon en dochter amper rondkomen van het opvouwen van pizzadozen. Een onverwachts bezoek van een oude studievriend van zoon Ki-woo is een soort goddelijke interventie. Hij biedt de jongen een klus aan als bijlesdocent Engels voor de dochter van een stinkend rijk gezin. Vervolgens broedt dit arme gezin op manieren om zo veel mogelijk geld uit de kas van hun nieuwe broodgevers te lichten.

Monsterlijk kapitalisme
Zijn zij dan de parasieten uit de titel van de film? “Wat mij betreft zijn de rijksten op aarde de echte parasieten van de wereld”, zegt Bong, die er in zijn films altijd een maatschappijkritische agenda op nahoudt. “Ja, de armen infiltreren de villa van de rijken, maar het zijn de rijken die de deur voor ze openzetten, omdat ze door hen rondgereden, gevoed en verzorgd willen worden. Ik ben geïnteresseerd in de psychologische spiegeling tussen die twee groepen. Daarom zijn er geen typische schurken in deze film.”

Zoals in alle films van Bong is de enige echte schurk het systeem dat deze ongelijkheid mogelijk maakt. Hij heeft films over moordenaars, kidnappers en monsters gemaakt, maar altijd is “kapitalisme de meest verwoestende kracht in mijn films.” Hij schoot bloederige actie, verontrustende thrillers en nagelbijtende horror, maar de enige angst die hij echt heeft is hoe de wereld zich aan het ontwikkelen is. “De kloof tussen arm en rijk is een gapend gat geworden. Ondanks alle energie die gestopt wordt in het zogenaamd verbeteren van het systeem wordt dat gat alleen maar groter. Volgende generaties worden daarmee opgescheept, maar zij kunnen dit probleem ook niet verhelpen. Ik heb vrees voor de toekomst. Mijn films weerspiegelen dat.”

Timing
De werkloze academicus uit Barking Dogs Never Bite; de aan lager wal geraakte detectives in Memories of Murder; de arme kioskeigenaar in The Host; de vergunningloze acupuncturist van Mother (2009); de derdeklaspassagiers van Snowpiercer; de Zuid-Koreaanse boeren in Okja. Stuk voor stuk zijn het typische Bong-personages: marginale figuren en have-nots die zich ineens in een groter complot of avontuur bevinden.

“Het zijn uiteindelijk allemaal verhalen over mensen die niet in het systeem passen”, stelt Bong. “Ze zijn niet blij met wat het systeem of de staat ze te bieden heeft. Daarom moeten ze hun problemen zelf oplossen.” Typisch Hitchcock, die met films als Strangers on a Train (1951), The Man Who Knew Too Much (1956) en North by Northwest (1959) ook koos voor het perspectief van nietsvermoedende burgers die ineens tot hun nek in de problemen zitten. Net als Hitchcock probeert Bong vervolgens op chirurgische wijze de suspense te doseren. “Wat zo knap is aan Hitchcocks films is dat ze geen bloed, gore of expliciete actie nodig hebben”, stelt Bong. “Hij is de meester van timing. Wanneer bouwt de spanning zich op en wanneer barst het geweld dan toch los? Het is altijd net voor of net nadat het publiek dat verwacht. Dat levert hevige reacties en complexe emoties op.”

Parasite heeft volop scènes die ook op zo’n geniepige wijze de verwachtingen van het publiek bespelen, maar hier verklappen hoe die werken zou een deel van het plezier wegnemen. Wel is het een absolute aanrader om de film een tweede keer te zien, omdat je dan meer de tijd kan nemen om de haarfijne regie van Bong te bewonderen. Niets is beter dan tot op de minuut precies voorspellen wanneer een nietsvermoedend publiek kreten uitslaat van verbazing, een privégenot waar Bong ook van houdt: “Ik ben Netflix dankbaar voor de creatieve vrijheid die ik kreeg met Okja, maar ik ben nu zielsgelukkig dat Parasite weer in bioscopen mag draaien.”

Blockbustertragedie
In Nederland behoort de Zuid-Koreaanse genrecinema misschien nog tot een (groeiende) niche, maar in Zuid-Korea is Bong al jaren een van de meest succesvolle regisseurs. Parasite is er (net als Memories of Murder en The Host) een onvervalste blockbuster, en haalde al ruim 70 miljoen dollar op. “Ik ben niet de zoveelste Hollywood-regisseur, maar ik blijf altijd een genrefilmmaker”, stelt Bong over zijn nationale en internationale succes. “De conventies en regels die bij genres horen, geven mij een structuur waarbinnen ik kan experimenteren. Zo zorg ik ervoor dat mijn films ook altijd een zeker Zuid-Koreaans sentiment uitstralen: een specifiek soort frustratie die vast ook universeel is, maar in Zuid-Korea nog wat dieper zit. Het is niet zozeer woede, maar eerder een vreemd gevoel van verdriet.”

Met welk genre Bong in zijn films ook speelt, uiteindelijk zijn het eigenlijk allemaal tragedies. Zijn films kennen helden (met name in Memories of Murder, The Host, Snowpiercer en Okja), maar wel van het tragische soort. “Uiteindelijk accepteren ze op de een of andere manier dat ze het opnemen tegen een wereld die ze niet kunnen veranderen. Dat maakt hun missie zo treurig. Ook in Parasite gebruik ik veel humor en spanning, maar dan wel in een verhaal dat diep en diep triest is.”