Bill en Turner Ross over Gasoline Rainbow
'Het was een cool zomerbaantje'
Gasoline Rainbow is een roadmovie door de Amerikaanse tijdgeest die ook als een roadtrip werd gemaakt. Bill en Turner Ross: “Wij ontdekken zelf óók pas tijdens het maken hoe het verhaal verteld moet worden.”
Vijf tieners stappen na hun eindexamen in een busje voor een trip door de tijdgeest in Gasoline Rainbow, een overrompelende roadmovie ergens tussen fictie en realiteit. Het is een Amerikaans oerverhaal zoals dat al minstens sinds Kerouacs beat-klassieker On the Road (1957) elke generatie wel weer verteld wordt. Seks en drugs en EDM dus, maar dat gaat hier hand in hand met tolerantie, solidariteit en zorgzaamheid.
De broers Bill en Turner Ross – samen verantwoordelijk voor productie, regie, scenario, camerawerk en montage – werken al bijna twintig jaar in het eigenzinnige grensgebied tussen feit en fictie dat ze ook voor Gasoline Rainbow betreden. In Nederland werd tot nu toe alleen hun vorige film Bloody Nose, Empty Pockets (2020) uitgebracht. Een release die flink wat vertraging opliep vanwege de covid-lockdowns.
Daar lag ook de kiem voor Gasoline Rainbow, vertellen de broers in een videogesprek. “We hadden meteen het gevoel dat jongeren het meest te lijden hadden onder de lockdown”, legt Bill Ross uit. “Als tiener voel je je tóch al opgesloten, je wil de wereld in maar dat kan nog niet, en dan wordt dat nog eens versterkt doordat je daadwerkelijk opgehokt wordt.”
Naast dat inhoudelijke uitgangspunt was er een locatie waar de twee wilden werken: het Amerikaanse noordwesten. “Bloody Nose, Empty Pockets speelde in één nacht op één locatie, nu wilden we meer uitvliegen in ruimte en tijd”, legt Turner Ross uit. “En het noordwesten trok ons al langer: een streek die is doordrongen van avontuur en een oeridee van Amerika – de trek naar het westen, het idee van ‘Manifest Destiny’, de Oregon Trail, de pioniers.”
Er was dus een thema en een locatie. Hoe vinden jullie vervolgens je personages? BR: “Dat kwam, zoals altijd bij onze films, pas met de casting.”
TR: “We schrijven wel eerst een verhaal, maar de acteurs veranderen dat verhaal, omdat we willen dat ze heel veel van zichzelf inbrengen. Zo blijft het steeds heen en weer kaatsen, tot en met de montage aan toe.”
BR: “De drie jongens in de film waren al bevriend, en de twee meiden ook, maar die twee groepen kenden elkaar nog niet. We wilden die diversiteit in de groep, omdat de vriendengroepen in onze jeugd er ook zo uitzagen. Natuurlijk waren we bezorgd of die vijf wel allemaal met elkaar op zouden kunnen schieten, maar vanaf het eerste moment trokken ze samen op, alsof alle volwassenen om hen heen verdwenen. Ze deden hun eigen ding.”
En jullie waren de herdershonden die het in goede banen moesten leiden? BR: “Oh, nee, ze waren heel professioneel hoor. Voor hen was dit geen opstapje naar een filmcarrière ofzo, ze wisten dat ze na de opnamen weer terug zouden gaan naar hun oude levens. Het was gewoon een vakantiebaan. Maar wel een heel coole vakantiebaan!”
TR: “In de eerste dagen keken ze hun ogen uit – ze vroegen: is dit hoe films worden gemaakt? Dus wij uitleggen dat het meestal heel anders gaat, haha!”
BR: “Wij ontdekken zelf óók pas tijdens de productie hoe de film gemaakt en het verhaal verteld moet worden. We doen het echt met zijn allen, met de camera constant aan – op onze sets wordt nooit ‘actie’ of ‘cut’ geroepen.”
TR: “Het dwingt ons om onze aandacht erbij te houden. Er is geen scenario of shotlist of voorgeschreven dialoog om op terug te vallen. We hebben een richting en we creëren kaders waarbinnen de acteurs hun ding doen, en het is aan ons om te zorgen dat eruit komt wat we nodig hebben.”
Wat was voor jullie de grootste verrassing? TR: “Hoe anders zij waren dan wij op hun leeftijd. Niet in alles, natuurlijk, sommige aspecten van de jeugd zijn vrij universeel – met name het verlangen om uit te vliegen. Maar voor mijn gevoel waren wij in onze jeugd afstandelijker, meer bezig met onderlinge verschillen. Zij waren veel aardiger voor elkaar, nieuwsgieriger, heel betrokken. Er was veel meer hoop dan we hadden verwacht.”
Betekent dit dat jullie oorspronkelijk een duisterder film voor ogen hadden? TR: “Dat denk ik wel. Het is bepaald niet de meest hoopvolle tijd in Amerika, laat ik het zo zeggen. Zeker toen niet, midden in de pandemie. Dus ja, die hoop verraste ons, op de best mogelijke manier. Omdat ik er zelf ook naar op zoek ben in mijn leven. Je moet op de een of andere manier betrokken blijven bij de grote boze wereld, zonder erdoor vermorzeld te worden.”
Gasoline Rainbow is vanaf 31 mei 2024 te zien op MUBI (VoD)