Anders Thomas Jensen over Men & Chicken

'Het moet kloppen. Anders: what the fuck?!'

Anders Thomas Jensen (foto: Rolf Konow)

Bewuste en onbewuste regels bepalen elke komedie. Anders Thomas Jensen (Adam’s Apples, 2005) denkt hardop mee over de regels achter zijn zonderlinge Men & Chicken. ‘Het is de mathe­matica van het scenario.’

Elke komedie volgt regels, bewust of onbewust. En die bepalen — afhankelijk van kijker, land en cultuur — of de film grappig is. Dus ook Men & Chicken van de Deen Anders Thomas Jensen, waarin twee geestelijk gemankeerde halfbroers vanuit de stad naar een eiland trekken op zoek naar hun biologische vader en daar drie even gemankeerde halfbroers treffen. De film tart grenzen van geweld en banaliteit — de terugkerende aandrang tot masturbatie bepaalt min of meer het ritme van de vertelling. Tegelijkertijd is Men & Chicken een onvoorspelbare en steeds curieuzere komedie waarin bekende Deense acteurs als Mads Mikkelsen, Nikolaj Lie Kaas en David Dencik zich lekker kunnen uitleven.

Hanteert u regels voor uw komedies? “Nee, niet echt. Ik snap wat u bedoelt, maar zo gestructureerd werk ik niet. Ik weet zeker dat ik onbewust regels hanteer, maar ik maak ze niet expliciet. Wel hebben we veel gesproken over de mate van realisme. Omdat de film zo extreem vreemd is, met personages die zich op het randje bevinden van waar je je nog mee kunt identificeren. Daarom moesten we ervoor zorgen dat onze personages wel echte emoties hadden. Dat kostte de meeste tijd om uit te zoeken.”

Kunt u een voorbeeld noemen waar u dacht: dit wordt te vreemd, dit moet wat realistischer? “Heel veel dingen. Bijvoorbeeld de burgemeester. Die had zijn eigen, nogal absurde verhaal. Maar in de montage werd duidelijk dat daardoor ons universum kantelde. We hadden een sterker anker in de werkelijkheid nodig, naast onze vijf broers, en dus moest de burgemeester zich normaler gaan gedragen. Want anders was gewoon iedereen geschift in de film. De burgemeester had sommige van de grappigste scènes, maar die moesten er daarom uit.”

In het verhaal gebruikt u de regel dat de burgemeester de gestoorde broers niet wil laten opsluiten, omdat het inwonertal van zijn eilandje dan onder de wettelijke grens zou vallen en de gemeente zou worden opgeheven. Bestaat zoiets echt? “Dat is vagelijk geworteld in de werkelijkheid. Dat je op een gegeven moment niet meer genoeg inwoners hebt voor een school en zo. Ik was heel blij toen ik die regel bedacht had, want ik had een motivatie nodig voor wat de burgemeester doet. Het is natuurlijk een debiele motivatie, maar het is toch een soort logica. Het is de mathematica van het scenario: zelfs in een universum als dit — of juist in een universum als dit — heb je zulke dingen nodig. De som moet kloppen. Want anders denk je alleen maar: what the fuck is dit? Waarom kijk ik hiernaar?”

Voor mij was bij het masturberen van Mads Mikkelsens personage na een tijdje de grap er wel af. Is het misschien in Denemarken een groter taboe? Dat het daardoor langer grappig blijft? “Ik begrijp wat u bedoelt. In Denemarken raakten sommige mensen ook geïrriteerd omdat ze het gevoel hadden dat ze moesten lachen terwijl ze het niet leuk meer vonden. Het punt is, ik heb het nooit grappig bedoeld. Het personage huilt nota bene terwijl hij masturbeert. Hij lijdt echt onder die aandrang. Weet u wat interessant is aan masturbatie in films? Als een vrouw het doet, is het uit lust. Als een man het doet, is hij meteen zielig. Hij heeft direct een lage status, omdat hij kennelijk geen vrouw kan scoren. Wat natuurlijk onzin is, omdat iedereen masturbeert.”

Behalve masturberen hebben de broers nog andere onbedwingbare neigingen. Dat maakt ze pathetisch, omdat het niet hun keuze is. Ze kunnen zich niet beheersen. En dus zijn ze niet echt slecht, als ze elkaar slaan. En daardoor kunnen we nog steeds om ze geven, nietwaar? “Inderdaad, dat is zo.”

Bent u het ermee eens dat het cruciaal voor de komedie is dat ze deze zelfcontrole missen? Want als ze deze zelfde, nare dingen zouden doen omdat ze het echt zouden willen, zou het niet leuk meer zijn. “Dat klopt, dat is deel van het idee achter de film. De vader die hen nooit heeft geleerd hoe ze moeten leven, die is feitelijk de bad guy. Zij zijn in zekere zin onschuldig. Zij volgen hun instinct.”

Zo zijn er toch een paar regels. “En er is nog een bewuste regel: alleen de twee broers uit de stad bloeden. Dat zijn de meer realistische personages. De drie broers op het eiland zijn immuun voor het vechten. Maar Mads bloedt. En David bloedt.”