Men & Chicken
Een monsterfilm van Frankenstein
Wat kwam eerst, de kip of het ei? Anders Thomas Jensen geeft een even ranzig als filosofisch geladen antwoord in zijn langverwachte vierde film Men & Chicken.
Maar liefst tien jaar duurde het na het succes van culthit Adam’s Apples (2005) voor Anders Thomas Jensen met een nieuwe film kwam. In de tussentijd hield hij het bij zijn ‘day job’ als scenarist, waar hij vooral bekendheid kreeg als schrijver van Susanne Biers naturalistische drama’s. Met Men & Chicken (Mænd & høns) pakt hij de absurdistische, allegorische en opruiende toon van zijn eerdere films weer op.
In de openingsminuten maakt Jensen direct duidelijk hoe hij met zijn personages om zal gaan. De vader van broers Gabriel en Elias ligt op sterven, maar beiden missen het moment van heengaan. Elias (Mads Mikkelsen) is in een restaurant op een gedoemd afspraakje, waar hij zich heeft teruggetrokken op het toilet om zich af te trekken. Gabriel (David Dencik) is wel in het ziekenhuis, maar mist zijn vaders sterven vanwege een opkomende braakneiging. Dat kokhalzen wordt, net als Elias’ onstuitbare seksuele honger, één van de terugkerende smakeloze grapjes in Men & Chicken. Wanneer de puzzelstukjes aan het slot van de film eenmaal op hun plaats vallen, krijgen die ranzige details onverwachte diepgang. De anarchistische chaos blijkt door Jensen zorgvuldig te zijn gecreëerd voor dit verhaal over mislukt ouderschap en de waarde van elk leven.
Het begint ermee dat die stervende vader na zijn dood helemaal niet de vader van Gabriel en Elias blijkt te zijn. In een hilarisch knullig gefilmde videoboodschap vertelt hij dat ze geadopteerd zijn en dat een obscure wetenschapper hun biologische vader is. Het leidt de twee broers naar het piepkleine eiland Ork, waar ze in een vervallen sanatorium stuiten op nog drie broers: Franz (Søren Malling), Josef (Nicolas Bro) en Gregor (Nikolaj Lie Kaas). Vader is ziek en mag niet gestoord worden, krijgen Gabriel en Elias te horen, wanneer ze zich eenmaal door het vijandige pantser van hun familieleden heen hebben gevochten.
Vaders afwezigheid en het raadselachtige feit dat al hun moeders in het kraambed overleden, zijn de mysteries die de ruggengraat van Jensens vertelling vormen. Die krijgt vlees op de botten door de absurde omgangsvormen van de broers, die alle vijf duidelijk een opvoedende hand hebben gemist. Tafelmanieren zijn ver te zoeken, regelmatig gaan de vijf elkaar te lijf (waarbij rondslingerende opgezette dieren als wapen worden ingezet) en ze lezen elkaar nog steeds verhaaltjes voor het slapengaan voor. De vijf acteurs – soms nauwelijks herkenbaar onder dikke lagen grime, waaronder een hazenlip die hun familieband bevestigt – leven zich met een bijna sardonisch genoegen uit als verwilderde manjongens.
Net als die personages blijkt Men & Chicken een wild genetisch experiment. Ver uiteenlopende genres (grove komedie, sprookjesachtige horror en filosofische artfilm) worden aan elkaar genaaid, als een cinematografisch monster van Frankenstein. Tot ieders verrassing vormen ze samen een zeer levensvatbare film.