Venetië 2023, blog 5
Vier vampieren

Humanist Vampire Too Sensitive to Kill
De vampier is met geen staak weg te slaan van deze Mostra. En net als de meeste filmvampieren, zijn de vier die hier te zien zijn metaforen voor de wereld van nu. Over politiek, patriarchaat, passing en puberteit: dit is Undeath in Venice.
Vampieren zijn de beste filmmonsters. Omdat ze verleiden met duisternis, net als de bioscoop. Omdat je ze bevecht met licht, de essentie van de cinema (een feit dat overigens in 1922 is bedacht voor Murnau’s briljante Dracula-verfilming Nosferatu en niet in Stokers oorspronkelijke boek voorkwam). En omdat ze, meer dan enig ander filmmonster, voor bijna elk onderwerp dat je kunt verzinnen als metafoor ingezet kunnen worden. Seks, verslaving, eenzaamheid, migratie – de lijst is eindeloos.
Op dit festival draaien vier vampierfilms, in vier verschillende programmaonderdelen. Een werkelijk opvallend aantal voor een A-festival, want op het hoogste niveau wordt zelden de bloedrode loper uitgerold voor horror (of sciencefiction of animatie of welke andere vorm van het fantastische dan ook). Noem het gerust snobisme.

Verheugend dan dus, dit grote aantal. En tegelijkertijd dan weer niet verrassend dat deze vampierfilms in hun benadering relatief realistisch zijn. Inclusief metaforische lagen die aan iets belangwekkends raken van de echte wereld waarin we leven. Van het politieke tot het persoonlijke.
We beginnen met Pablo Larraíns teleurstellende El conde (‘de graaf’) in de hoofdcompetitie (zie ook onze eerdere blog). Hier blijkt de Chileense dictator Pinochet helemaal niet in 1990 overleden, maar een vampier die nog altijd rondwaart. Hij heeft vier kinderen (zelf geen bloedzuigers), die nogal balen dat hun onsterfelijke vader nog steeds geen erfenis heeft nagelaten. Maar hoewel Pinochet in z’n donkere cape een fraai silhouet creëert, is de rechtse dictatuur die zijn onderdanen uitzuigt en die altijd weer uit zijn graf kan herrijzen (ook, en misschien juist, nu in Chili opnieuw een linkse wind waait), als metafoor hier nogal bloedeloos.

Adrien Beau’s Le Vourdalak werd voor de vertoning door Beatrice Fiorentino, directeur van de Settimana Internazionale della Critica di Venezia (de Critics’ Week), aangekondigd als een aanval op het patriarchaat. En zo kun je de film inderdaad zien. Het gelijknamige verhaal van Aleksej Konstantinovitsj Tolstoj (dus niet Lev) speelt in de negentiende eeuw, dus onverwacht is het niet dat de heer des huizes de wind er stevig onder heeft. Maar met een moderne bril op – en de film is tenslotte nu gemaakt – is die onverbiddelijke gehoorzaamheid aan vader en grootvader, in combinatie met hun hameren op traditionele familiewaarden en onvermogen om kritiek te accepteren (vooral als die van vrouwen komt), wel de voornaamste reden dat dingen van kwaad tot erger gaan. Vooral omdat het juist grootvader is die naar huis terugkeert als de Voerdalak, een Russische vampiervariant met een specifieke honger voor familieleden. Wat wordt benadrukt doordat grootvader als enige personage wordt vertolkt door een levensgrote en behoorlijk griezelige pop – het leukste element van deze matte verfilming.
Is El conde een metaforische reflectie op de staat en Le Vourdalak op de maatschappelijke orde, dan gaat Orizzonti-titel En attendant la nuit van Céline Rouzet over wie niet in die orde past. Waar in die eerste twee films de vampier aan het hoofd staat van natie en familie, is de vampier in Rouzets heel aardige film een gemarginaliseerde eenling die op z’n hoogst met één been in de maatschappij staat.
Bij deze zeventienjarige jongen groeien gaandeweg de film zijn frustratie en woede over de maatschappelijke druk om de afwijkende kanten van zijn identiteit (zoals zijn voedingspatroon en lichtaversie) te verbergen. Wat in de Engelstalige wereld ook wel passing wordt genoemd: doorgaan voor doorsnee. Oftewel: onopvallend opgaan in de dominante sociale groep. Bij de première vertelde de geëmotioneerde Rouzet dat de film was gebaseerd op een familietragedie rond haar broer, die te maken had met een niet nader genoemde beperking. Pas toen ze had bedacht hem te benaderen als vampier, die “fragiele monsters van wie de conditie van buitenaf niet zichtbaar is”, creëerde dat voor haar voldoende afstand om het verhaal te kunnen vertellen.

De vampier is hier dus niet alleen een metafoor om een individueel verhaal een bredere, universele reikwijdte te geven, maar zelfs een middel om dat individuele verhaal überhaupt te lijf te kunnen gaan.
En zo zijn we aanbeland bij verreweg de beste van de vier Venetiaanse vampierfilms, Ariane Louis-Seize’s Vampire humaniste cherche suicidaire consentant (oftewel ‘humanistische vampier zoekt instemmend suïcidaal persoon’), winnaar van de hoofdprijs in de Giornate degli Autori. Een zeer charmante Young Adult-romkom, met een fijne soundtrack, waarin het vampirisme symbool staat voor de troebele kanten van de puberteit. Met een geweldige hoofdrol van Sara Montpetit (bekend van Falcon Lake, 2022), die met haar lange zwarte haren en zwarte kleding soms doet denken aan de Iraanse vrouwelijke vampier in chador in het geweldige A Girl Walks Home Alone at Night (2014).
Het kan toeval zijn, maar bij deze vier films in Venetië is de conclusie: hoe kleinschaliger en persoonlijker de metaforische betekenis van de vampier, hoe beter de film. Eng zijn ze ondertussen niet. Het is in die zin dus ook geen echte horror, wat hier geprogrammeerd is. Maar toch mag het een les zijn voor andere niet in genrecinema gespecialiseerde festivals: met een goed filmmonster kun je alles tegen het licht houden, in elk programmaonderdeel dat je hebt, van politiek tot privé en van pesten tot aan dat bloedzuigende patriarchaat.