Mi país imaginario

Blauwdruk voor de revolutie

Mi país imaginario

Wie net als regisseur Patricio Guzmán de hoop op een rechtvaardiger wereld verloren was, kan die met Mi país imaginario herwinnen. Maar het einde van zijn documentaire betekent niet het einde van de strijd.

Biedt de Chileense documentaire Mi país imaginario, en ik leen even de woorden van Volkskrant-collega Berend Jan Bockting, een ‘blauwdruk’ voor sociale revoluties die ook in andere landen plaats zouden kunnen vinden – inclusief Nederland?

Die gedachte dringt zich op, dankzij de systematische helderheid waarmee regisseur Patricio Guzmán (1941) twee jaar politieke strijd samenvat. Daardoor zijn er bijvoorbeeld, ondanks talloze verschillen, belangrijke overeenkomsten te herkennen met de opstand in Iran: onverwachts, leiderloos en landelijk, met uiteenlopende gemarginaliseerde groepen die gezamenlijk de straat op gaan en een centrale rol voor vrouwen. Je zou ze ‘intersectionele grassroots revoluties tegen het patriarchaat’ kunnen noemen, al bekt dat niet echt lekker.

Vonk gemist
Eerst even terug. Als jonge aanhanger van de socialist Allende zag Guzmán in 1973 zijn droom van een rechtvaardiger Chili verpletterd worden door de CIA-gesteunde militaire coup van generaal Pinochet. Guzmán maakte er het drieluik La batalla de Chile (1975-79) over en bleef sindsdien documentaires maken over Chili’s duistere politieke verleden (El caso Pinochet, 2001; Salvador Allende, 2004). Maar de hoop op een nieuwe revolutie leek hij verloren.

“Als je een vuur wilt filmen, moet je klaarstaan voor de eerste vlam”, had zijn leermeester Chris Marker gezegd, toen ze samenwerkten aan La batalla de Chile. De nu tachtigjarige Guzmán geeft toe dat hij die vonk dit keer gemist heeft. Hij had het niet aan zien komen. Hij zag Chili alleen nog maar als een land van eindeloze shopping malls.

Maar het land was onderhuids gaan broeien. En toen middelbare scholieren in 2019 begonnen te protesteren tegen verhoogde openbaarvervoerprijzen, stonden opeens de straten vol. Niet alleen met scholieren, maar ook met vrouwen die genoeg hadden van seksisme, leden van oorspronkelijke volken die hun rechten claimden, mensen in armoede op zoek naar eerlijk loon en een waardig bestaan.

Inclusieve grondwet
De demonstraties bleven groeien en er waren branden en plunderingen. Maar dat de rechtse president Piñera het leger eropaf stuurde, was een misrekening. Er volgde de grootste massademonstratie in de geschiedenis van het land, met 1,2 miljoen mensen die vreedzaam bijeenkwamen in de hoofdstad Santiago. Een nieuwe, meer inclusieve en rechtvaardige grondwet werd het gezamenlijke doel en na twee jaar protesteren, met vele doden en gewonden, bond de regering in. Het referendum erover werd met tachtig procent van de stemmen gewonnen.

Dit is een andere revolutie dan Guzmán gewend was. Er was dit keer niet één duidelijke leider, één partij, één boek, één vlag. Het is ontroerend om te zien hoe nieuwsgierig deze bijna moedeloos geworden politieke veteraan zich de situatie door de jongere generatie activisten laat uitleggen. En zo een podium biedt aan hun vaak ongelooflijke moed en doorzettingsvermogen, gedreven door de gemeenschappelijke vijand: het neoliberale patriarchaat.

Guzmáns bewonderenswaardig bescheiden houding is ook te herkennen in de eenvoudige, dienstbare vorm van de documentaire, ver van de essayistische lyriek van El botón de nácar (2015) of La cordillera de los sueños (2019), zijn twee meest recente films. Maar de hand van de meester verraadt zich in de bijna onwaarschijnlijke helderheid waarmee hij deze chaotische gebeurtenissen presenteert. En bijvoorbeeld ook door precies op het moment dat de gewelddadigheden te heftig en ontmoedigend dreigen te worden, over te schakelen naar de artistieke kant van de revolutie, met inspirerende schilderingen en samenzang die evengoed een onmisbaar onderdeel vormen van de strijd.

Gender parity
En die strijd houdt nooit op. Mi país imaginario eindigt – ik ga ervan uit dat een historisch nieuwsfeit geen spoiler genoemd kan worden – met de instelling van wat waarschijnlijk de eerste grondwetgevende vergadering ter wereld is met gender parity, evenveel vrouwen als mannen. De gekozen voorzitter was bovendien de eerste Mapuche (uit de grootste groep oorspronkelijke bewoners van het land) die in Chili een wetgevend orgaan voorzat.

De documentaire besluit zo met een gevoel van triomf, een hoopvol baken van diversiteit en inclusie in een steeds extremer autoritaire wereld. Maar de werkelijkheid blijft weerbarstig. De voorgestelde nieuwe grondwet werd in september 2022 per referendum als te radicaal verworpen. Wel heeft de onlangs gekozen progressieve president Gabriel Boric, de jongste die Chili ooit gehad heeft, aangekondigd op een nieuwe grondwetgevende raad aan te sturen, verwijzend naar de overweldigende steun voor het eerste referendum. Ondertussen zijn scholieren alvast weer de straat op gegaan.