Docu­men­taire­fes­tival Thessaloniki 2023

Revoluties voor het oprapen

Generation Euromaidan – Sehnsucht nach Demokratie

De recente treinramp in Griekenland, de grootste in het land ooit, wierp een schaduw over de 25e editie van het documentairefestival in Thessaloniki, de stad waar de trein zijn eindstation had moeten bereiken. Tussen alle protesten in de stad bleven vooral films over revolutie rondzingen.

De 25e editie van het documentairefestival van Thessaloniki liet franje achterwege. Er heerste vooral verslagenheid en woede na het noodlottige treinongeluk in de nacht van 28 februari op 1 maart bij Tempi, in het noorden van het land.

Het gebeurt anderhalve dag voor de start van het festival. Er vallen 57 doden, voor het merendeel studenten die laat op de avond na het carnavalsweekend terugkeerden naar Thessaloniki.

Er worden drie dagen van nationale rouw afgekondigd en het festival schrapt de openingsceremonie. Later wordt ook de slotceremonie afgeblazen. Prijzen worden wel uitgereikt, maar in kleine kring. Het als slotfilm geplande M’n beessie en ik van Johan Kramer wordt op de laatste avond vertoond als reguliere screening.

Dat het ondanks die enorme schaduw toch een levendig festival werd, is te danken aan de documentaire. Het Griekse publiek had geen nood aan fictie of escapisme, maar wilde de werkelijkheid onder ogen zien. En op dit festival wordt de realiteit niet geschuwd.

Nederlandse inbreng
Terug naar de orde van de dag, zoals ook de Grieken zelf proberen (maar daarover later meer). Dat dat nog aardig lukt, merkte ook Niki Padidar op, die aanwezig was om haar IDFA-opener All You See (Nederland, 2022) te presenteren in het Open Horizons programma. Hooguit was er bij sommige vertoningen niet zo veel publiek, maar volgens haar niet anders dan elders: “dat is festivals eigen.”

Het festivalhart, een pier met tot filmtheaters omgebouwde scheepsloodsen, maakt het festival voor Padidar heel intiem. Ze vertelt dat het een van haar favoriete festivals is om heen te gaan. “Alles is op loopafstand van elkaar, waardoor je je snel thuis voelt en je elkaar gemakkelijk tegenkomt. De stad heeft veel steegjes waar allerlei ‘Berlijn-achtige’ cafés zitten, met mensen die buiten op de stoep drankjes doen.”

Andere Nederlandse inbreng is er onder meer van Tim Leyendekker (Feast, 2021) die dit jaar een van de juryleden is van de Film Forward competitie, een programma waarin documentaires zijn opgenomen die experimenteren met vorm en/of structuur van de documentairefilm. Een van de films binnen deze competitie is Het zit in mijn hart van Saskia Boddeke.

Het zit in mijn hart

Junior producer Pam Blankert van Witfilm vertegenwoordigt Het zit in mijn hart in Thessaloniki. Regisseur Boddeke zelf moet verstek laten gaan omdat ze afreist naar Montréal, waar haar film het International Festival of Films on Art zal opent. Het zit in mijn hart is een portret over acteurs met een verstandelijke beperking die in het acteren vrijheid vinden, maar voor wie de grens tussen fictie en werkelijkheid soms ook door elkaar loopt. Blankert: “Ik vind het publiek in Thessaloniki super ontvankelijk. Onze film zoekt op meerdere vlakken de grenzen op, ook qua seksualiteit. Die strijd voor onafhankelijkheid is nu echt een onderwerp, ook op het gebied van verstandelijk gehandicapten. Daar hebben we hier veel enthousiaste reacties op gekregen. Ik werd zelfs benaderd door Griekse makers die ook bezig zijn met een documentaire over verstandelijk gehandicapten. In hun film wordt kunst gebruikt om dichter tot elkaar te komen.”

Dat er ondanks de mooie ontmoetingen en positieve reacties een bepaalde verlamming in de stad heerst, valt ook Blankert op: “Je merkt het aan alles. Bij mijn inleiding voor de screening van onze film voelde ik de noodzaak om even naar het in de stad heersende klimaat te verwijzen, al is het maar met één zin. Je kan het niet onbenoemd laten. In de filmzaal, vlak voor de eerste vertoning van Het zit in mijn hart, kregen kunststudenten de ruimte om protest te voeren en hun verhaal te doen over geschrapte overheidssubsidies voor kunstonderwijs.”

Resonerende revoluties
Zoals Blankert benadrukt, komt door de treinramp en de protesten daarover onder de Griekse bevolking ook een hoos aan andere verontwaardiging omhoog. Meerdere dagen staat het centraal gelegen Aristotelesplein vol met mensen met spandoeken en borden. Woensdag 8 maart is het Internationale Vrouwendag, een extra reden voor protesten voor gelijke rechten. Zoals een inwoner van de stad zegt: “Soms weten we niet meer waarvoor welk protest is: te lage lonen, politiegeweld, gendergelijkheid, wanbeleid van de overheid.”

Er naderen nieuwe verkiezingen en het gerucht gaat dat de overheid die het liefst even opschort, zoals hier wel vaker gebeurt in crisistijd.

Between Revolutions

In dit klimaat van protest zijn het ook de films over institutionele misstanden die de toon in de filmzalen bepalen. Zoals de met medewerking van Frans Bromet (camera) en Ruben Bromet (productiecoördinator) gemaakte Oekraïense film Iron Butterflies (Roman Liubyi, 2023), een sterke overdenking van de MH17-ramp. Of het geheel uit archiefmateriaal gemaakte Between Revolutions (Vlad Petri, 2023), rond een briefwisseling tussen twee bevriende medicijnstudenten, Zahra uit Iran en Maria uit Roemenië, die in de jaren zeventig en tachtig ieder in een eigen revolutie verkeren. Terwijl ze de steeds grimmigere en donkere sfeer in hun landen omschrijven, trekt ook de kleur weg uit de aan het begin zo levendige film.

Ithaka: a Fight to Free Julian Assange (Ben Lawrence, 2022) is een duidelijk door Team Assange gemaakte documentaire over de nog altijd opgesloten Wikileaks-frontman. De film geeft onbedoeld te denken hoe storend zijn vooringenomen partijdigheid is. Pas bij de Q&A na afloop van de film ontstaat het beoogde gevoel dicht bij het vuur te zitten, wanneer de Griekse oud-minister van economische zaken Varoufakis vanuit de zaal Assange’s bij de vertoning aanwezige echtgenoot Stella vraagt of zij op de hoogte is van gelekte documenten over Griekse oligarchen.

In de internationale hoofdcompetitie van het festival resoneert de revolutie op straat vooral in de uiteindelijke winnaar van de Gouden Alexander, Under the Sky of Damascus (Heba Khaled, Talal Derki & Ali Wajeeh, 2023). Deels op afstand geregisseerd door de Syrische makers, die zelf niet in Damascus mogen komen, toont het de in hun moederland alomtegenwoordige misogynie en onderdrukking van vrouwen.

De meest interessante film in de internationale competitie gaat echter met lege handen naar huis. Het Duitse Generation Euromaidan – Sehnsucht nach Demokratie (Kristof Gerega, 2022) volgt drie jonge bevriende Oekraïense journalisten: Mustafa Nayem, Serhii Anatolyevich Leshchenko en Svitlana Zalishchuk – vooral de laatste naam gaan we hopelijk nog vaker horen). Na de Euromaidan-protesten van 2013 willen ze hun idealisme in de praktijk brengen en de politieke wereld van binnenuit verkennen.

Regisseur Kristof Gerega kwam zijn drie hoofdpersonen op het spoor toen hij voor een vorige documentaire ten tijde van de Maidan in 2013 in Oekraïne was en tegelijkertijd in zijn thuisland Duitsland extreemrechts zag opkomen. Gerega: “Ik begon te twijfelen aan democratie, omdat democratie het toestaat dat partijen die haar willen afschaffen op democratische wijze aan de macht kunnen komen. Toen ik mijn hoofdpersonen ontmoette, vond ik het interessant dat zij, vanuit hun post-Sovjet achtergrond, vechten voor democratie. Dat is iets dat wij in West-Europa onderhand voor lief nemen en niet meer op waarde kunnen schatten. Ik kon dit onderwerp dus veel beter in Oekraïne dan in Duitsland gaan onderzoeken.”

Hoewel zijn hoofdpersonen erg actief en uitgesproken zijn, voor democratische en liberale standpunten staan en de aandacht niet schuwen, waren ze aanvankelijk wel erg verbaasd dat hij bleef terugkomen. Ze hadden hem toch al te woord gestaan? “Ze waren gewend dat journalisten na een interview verdwenen. Ik moest ze dus echt meenemen en uitleggen hoe documentaire werkt en dat ik niet alleen politieke statements van ze hoefde te horen. Als voorstanders van transparantie stonden ze ervoor open om dit aan te gaan.”

Gerega’s film, vanaf 2017 gefilmd, is onmogelijk los te zien van de kennis van de naderende oorlog. Het legt een tikkende tijdbom onder het idealisme van zijn hoofdpersonen.

Griekse troost
Opmerkelijk is dat in Thessaloniki, waar alle locals met twintig graden nog in winterjas rondlopen, het ene protest op het andere volgt maar dat de algehele sfeer op straat ongedwongen blijft. Het doet je afvragen of iedereen lamgeslagen is en de woede er af en toe doorheen spat, of dat protest zo in de volksaard zit dat het gemakkelijk te combineren is met het alledaagse.

Troost is er in de vorm van twee Griekse films. Een van de grote publieksfavorieten is Queen of the Deuce (Valerie Kontakos, 2022) waarin het leven van de Grieks-Joodse oerkracht Chelly Wilson – in 1908 in Thessaloniki geboren – wordt belicht. Ze vertrekt bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog met de laatste boot richting New York en werkt zich in de decennia die daarop volgen op tot uitbater van meerdere pornobioscopen op en rondom Times Square. Haar lik-op-stuk-beleid dat naar voren komt uit geluidsfragmenten, animatie en interviews met (natuurlijk van trots getuigende) familieleden en vrienden, maakt voor deze documentaire de potentie compleet voor een rit langs meerdere festivals als feelgood-hit.

Kristos, the Last Child

Een andere lieveling, met name bij de critici, ligt in het verlengde van Être et avoir (Nicolas Philibert, 2002) en Fuocoammare (Gianfranco Rosi, 2016). Kristos, the Last Child (Chrístos, to teleftaío paidí, Giulia Amati, 2022) heeft geluk met zijn gevoelige tienjarige hoofdpersoon Christos, een redelijk stil kind bij wie de emoties overduidelijk van het gezicht zijn af te lezen.

Christos is het laatste kind op het zeer dunbevolkte eiland Arkoi in het zuidwesten van Griekenland. In een klaslokaal krijgt hij elke dag les van een zorgzame juf. Hij is haar enige leerling en ze zet alles op alles om Christos in de toekomst zelf de keuze te geven of hij op het eiland wil blijven, in plaats van ertoe veroordeeld te zijn. De film is simpel van opzet en mooi gefilmd met oog voor de natuur van het eiland. En niet in de laatste plaats, met een juf die je heel Griekenland gunt.


De belangrijkste prijswinnaars

Internationale competitie
Gouden Alexander: Under the Sky of Damascus (Heba Khaled, Talal Derki & Ali Wajeeh)
Zilveren Alexander: Who I Am Not (Tünde Skovrán)
Speciale vermelding: Narrow Path to Happiness (Kata Oláh)

Film Forward competitie
Gouden Alexander: Blue Bag Life (Alex Fry, Rebecca Lloyd Evans & Lisa Selby)
Zilveren Alexander: Dogwatch (Gregoris Rentis)

Een overzicht van alle winnaars is hier te vinden.