American Indie Competitie op LIFF 2022

Existentiële thema’s en steracteurs

Marcel the Shell with Shoes On

Als blikvanger van het Leiden International Film Festival geeft de American Indie Competitie jaarlijks inzicht in de staat van Amerika. Dit jaar vallen twee dingen op: existentiële thema’s die (soms) in een luchtig jasje worden gestoken en bekende acteurs die een nieuwe kant van zichzelf laten zien.

Na haar succes met Nomadland (2020) maakte filmmaker Chloé Zhao de gemankeerde superheldenfilm Eternals (2021). Maar How to Blow Up a Pipeline (2022) is waarschijnlijk de film die ze had moeten maken. De tweede speelfilm van Daniel Goldhaber is een geëngageerde, zinderende thriller over superhelden zonder superkrachten.

Een jong en gemêleerd gezelschap komt samen in de woestijn in het westen van Texas om de oliewinning te saboteren. Ze willen een ommekeer afdwingen in de klimaatcrisis, in deze film die zich afvraagt: hoe ver mag activisme gaan?

How to Blow Up a Pipeline

Goldhaber kiest ervoor om het verhaal – een verfilming van het gelijknamige boek van Andreas Malm, die sabotage als een vorm van klimaatactivisme toejuicht – niet op traditionele wijze te verbeelden. How to Blow Up a Pipeline (2022) is sciencefiction en daar leent het omineuze Texaanse landschap, met zijn uitgestrekte steppen vol jaknikkers en industrie, zich uitstekend voor. De dromerige soundtrack van Gavin Brivik – de synthesizerpartijen doen denken aan Vangelis’ composities voor Blade Runner (1982) – onderschrijft die onbestemde naargeestigheid. Ondanks de misère eindigt de film in majeur: de jongeren moeten immers iets hebben om voor te leven.

In On the Count of Three (2021) hebben hoofdpersonages Val (komiek Jerrod Carmichael tekende eveneens voor de regie) en Kevin (Christopher Abbott) niets meer om voor te leven. “Ergens mee stoppen is helemaal niet slecht, het is héérlijk om het op te geven”, zegt Val op een gegeven moment. In de openingsscène staan ze ’s ochtends op een beduimeld terreintje achter een stripclub met pistolen op elkaar gericht. Ze hebben afgesproken elkaar te doden en beginnen gezamenlijk af te tellen. Maar dan dwarsboomt Kevin de deal: hij wil nog een dag leven. En misschien ook één en ander rechtzetten. Wat volgt is een zwartgallige tragikomedie met een keur aan wrange zelfmoordgrappen en koddige taferelen, die natuurlijk niet draait om de dood, maar om het leven.

Carmichaels eigenzinnige film is zo een mooi voorbeeld van lachen als een boer met kiespijn, als tactiek om een precair en pijnlijk onderwerp onder de aandacht te brengen.

On the Count of Three is niet de enige vreemde eend in de bijt van de American Indie Competition. Marcel the Shell with Shoes On (2021) is zonder twijfel nog absurder. Filmmaker Dean Fleischer-Camp speelt in deze excentrieke komedie een nieuwsgierige man die vrienden wordt met een slak. Nadat Dean (Fleischer-Camp) door een relatiebreuk tijdelijk in een Airbnb-appartement trekt, ontdekt hij dat daar ook een piepklein slakje woont met zijn grootmoeder. Deze Marcel (actrice Jenny Slate biedt de schattige stem) wordt vervolgens, terwijl zijn oma Connie (Isabella Rossellini) hem toejuicht, de hoofdpersoon in video’s die Dean online post.

De film steekt de draak met reality-tv en de hedendaagse zucht naar aandacht. Als de filmpjes viral gaan en Dean aan Marcel probeert uit te leggen wat het internet is, pareert de slak met de pijnlijke maar ware zin: “Er is zo veel van niets.” De onbevangen slak leeft liever in het hier en nu, in deze film die de kijker moeiteloos inpalmt, met als ontroerend hoogtepunt een knuffel tussen twee olijke weekdieren.

Mona Lisa and the Blood Moon

Filmmaker Ana Lily Amirpour zet onbevangenheid in Mona Lisa and the Blood Moon eveneens in als een foefje om de kijker een frisse blik op de wereld te gunnen. De film draait om de naïeve psychiatrische patiënt Mona Lisa Lee (Jun Jong-seo) met een destructieve gave: ze kan mannen hypnotiseren en vervolgens van alles laten doen. Als Lee uit de inrichting waar ze al twaalf jaar vastzit weet te ontsnappen, wordt ze al snel de speelbal van stripper Bonnie (Kate Hudson). Die sommeert haar nieuwbakken surrogaatdochter onder meer om mannen bij geldautomaten te verleiden hun biljetten af te staan.

Amirpour is na omzwervingen als regisseur van televisietitels als Legion (2018) en The Twilight Zone (2019-2020) weer min of meer terug waar het voor haar ooit begon: de Jarmuschiaanse genrefilm. In 2014 brak ze door met A Girl Walks Home Alone at Night en Mona Lisa and the Blood Moon is misschien niet zo gedenkwaardig als dat debuut maar wel net zo broeierig en duister. De plaats van handeling is New Orleans, een smoezelige plek vol neon-reclames en geile mannen. Amirpour gebruikt een gepronoceerde stijl om de absurditeit van deze plek te benadrukken: groothoeklenzen, subjectieve camerahoeken en veelvoudig gebruik van het zogeheten ‘Vertigo-effect’.

Emily the Criminal (2022) is op zijn beurt een kroniek van Los Angeles, een stad die filmmaker John Patton Ford net als Amirpours versie van New Orleans verbeeldt als een soort slangenkuil. De film is een vehikel voor Aubrey Plaza. Zij speelt Emily, een dertiger met een immense studieschuld en een aantekening op haar strafblad – ze is ooit veroordeeld voor rijden onder invloed. Zodoende is een ‘normale’ baan geen optie en is Emily veroordeeld tot werken in de horeca. Totdat ze op een dag door een samenloop van omstandigheden terechtkomt in de criminele wereld.

Emily begint in opdracht van een Arabische maffioso (Theo Rossi) met valse creditcards spullen te kopen, maar start al snel haar eigen handeltje. Dan blijkt: ook criminelen moeten hard werken en krijgen vaak te maken met tegenslagen. Maar die studieschuld moet en zal worden afgelost. Plaza acteert die vastberadenheid met verve. Bovendien borduurt ze hier eindelijk eens niet voort op haar handelsmerk: haar deadpan comedy met cynische blik en ironische oneliners. Nee, Emily is goeddeels serieus, het is haar menens. Fijn om te concluderen dat Plaza het ook zonder ironie goed doet.

Niet elke bekende acteur of komiek tilt een film naar een hoger niveau, getuige I Love My Dad (2022), met Patton Oswalt als een vader met sociopathische trekjes. Deze Chuck probeert de band met zijn zoon Franklin (James Morosini, ook de scenarist/regisseur) te herstellen door zich online voor te doen als een knappe vrouw. Uiteraard wordt Franklin, een wanhopige jonge man zonder zelfvertrouwen, verliefd op deze Becca (Claudia Sulewski). En dan blijkt Becca ook nog eens echt te bestaan en is een roadtrip naar haar woonplaats onvermijdelijk.

Oswalt is tamelijk sterk in deze tragikomedie, en stelt zich meermaals kwetsbaar op. Het pathetische, kinderachtige scenario van Morosini gooit echter telkens roet in het eten, in een film met een premisse die op een gegeven moment gaat vervelen.

A Love Song

Het hoogtepunt uit de American Indie Competitie is A Love Song. Actrice Dale Dickey – die vaak drugsverslaafde, vileine types speelt, zoals in Breaking Bad (2008-2013) en Winter’s Bone (2010) – mag ein-de-lijk eens een hoofdrol spelen. Het resultaat is Oscar-waardig. Dickey vertolkt Faye, een vrouw die in de herfst van haar leven hoopt de ware te ontmoeten. Ze heeft een afspraak met een man die ze kende toen hij een jongetje was. Met haar aftandse maar knusse caravan kampeert ze ergens in de wildernis van het Amerikaanse westen, in afwachting van de komst van deze mysterieuze man (een prachtige rol van Wes Studi).

Filmmaker Max Walker-Silverman wacht met opzet lang voordat hij Faye’s love interest introduceert. Eerst zien we haar dagelijkse perikelen: zoetwaterkreeft vangen; radio luisteren; kopje koffie drinken; turen naar de horizon. Dickey heeft geen woorden nodig om haar emoties zichtbaar te maken. Ze acteert ingetogen, nederig.

Faye koestert het idee dat ze straks een soort onaangeroerde bron van liefde mag aanboren. Een in potentie vurige liefde die misschien wel net zo wonderschoon zal zijn als het panoramische landschap om haar heen. A Love Song is pure americana, met een prominente rol voor de oorspronkelijke bewoners van de Verenigde Staten. Het speelfilmdebuut van Walker-Silverman is een treffend voorbeeld van sublieme soberheid. Een prachtige melancholische blik op het Amerika van toen en nu.


Leiden International Film Festival | 3 t/m 13 november | Diverse locaties, Leiden