Tentoonstelling Amsterdams Stadsjournaal. Activistische films 1974-1984
Pijnlijk relevant
Chaos in de rechtsstaat op de tentoonstelling Amsterdams Stadsjournaal in Stadsarchief Amsterdam. Foto: KEES Driessen
Het Amsterdams Stadsjournaal in 2025. Een tentoonstelling in het Stadsarchief Amsterdam over het links-activistische filmcollectief van een halve eeuw geleden blijkt minder een terugblik dan een spiegel voor de problemen en het activisme van nu.
“Het is allemaal nog steeds zo!” Dat zeiden volgens een Stadsarchief-medewerker twee verontwaardigde jongere bezoekers van de tentoonstelling over het Amsterdams Stadsjournaal, die gratis – en dus laagdrempelig – te bezoeken is in de centrale hal van het prachtige Stadsarchief aan de Vijzelgracht in Amsterdam.
Hopelijk nemen bezoekers dat vooral mee van deze expositie: verontwaardiging. Want naast een glimlach van nostalgie (over de kapsels, kleding en gordijnpatronen van vijftig jaar geleden) en de historische nieuwsgierigheid naar het Amsterdam van 1974 tot 1984, is dat wat vooral treft bij deze terugblik op de activistische filmpjes waarmee het jonge linkse filmcollectief rond Annette Apon en Gerrard Verhage de boer opging: hoeveel er pijnlijk relevant is gebleven. Soms gedeeltelijk, soms één op één.
Het is een terugblik in een spiegel die de vraag terugkaatst. Niet: waar waren we een halve eeuw geleden, maar: waar staan we nu? En waar gaan we in vredesnaam naartoe?
Neem twee Stadsjournaals over woningnood in Amsterdam, Overloop = sloop en Privé-eigendom en misdaad (beide als collectief geregisseerd, 1974), die zich richten op de problemen van speculatie, verkrotting en onbetaalbare huren – elke Amsterdammer voelt de aderen al in de slapen kloppen. Of de demonstraties en politie-inzet in Chaos in de rechtsstaat (Barbara den Uyl, 1981): het zijn beelden die, los van de 16mm-kwaliteit, ook nu gemaakt hadden kunnen worden – Palestijnensjaal incluis.

Drugsverslaving kennen we ook nog (Gouden Kalf-winnaar De kick. Een film over verslaving van Gerrit van Elst, 1982), net als de discussie tussen traditioneel boeren en grootschalige agrarische industrie (Boeren in de Eilandspolder van Gerard d’Olivat, 1979). Of neem de sterke tijdsbeelden van respectievelijk Surinaamse en Turkse arbeidsmigranten, Surinamers in Nederland: De terugkeer van het zwarte goud (Collectief, 1976) en Gebroken tijd (Floor Kooij, 1982), met hun haatzaaiende echo’s in het hedendaagse politieke debat.
Als je zo langs de overzichtelijk vormgegeven tentoonstelling loopt, vallen steeds meer van zulke verbanden op. Het begrip ‘doelgroepenfilm’, dat verwijst naar hoe het Stadsjournaal met betrokken organisaties samen films maakte (dus geen opdrachtfilms, maar echt gezamenlijke creaties), vindt weerklank in de hedendaagse slogan “Nothing about us, without us”.

De dienstplicht (Scènes uit het soldatenleven, 1976, gemaakt samen met de Vereniging van Dienstplichtige Militairen) staat weer op de agenda; het kraken uit Chaos in de rechtsstaat lijkt een voorzichtige comeback te maken; etnisch profileren (Politiewerk van Barbara den Uyl en Annette Apon, 1978) is nooit weggeweest; ik zie ergens “Amsterdam autovrij” op een muur gekalkt; en abortus zit, ondanks de oproep op een poster van een halve eeuw geleden, nog altijd in het strafrecht.
Ook de term ‘remigratie’ (Surinamers in Nederland, gemaakt samen met het Centrum Anton de Kom) is teruggekeerd in het debat, zij het met een cynische omkering – in plaats van het niet ondersteunen van migranten van de eerste generatie die zelf terug wilden reizen, gaat het nu over het deporteren van landgenoten; zo beweegt vreemdelingenhaat mee op de golven van de tijd. Plus ça change, plus c’est la même chose.
Skrien
Voor mij als filmjournalist is deze historische spiegel ondertussen nog iets persoonlijker, want de leden van het Amsterdams Stadsjournaal (dat opereerde naast vergelijkbare organisaties elders in het land, zoals De Rode Lantaarn in Utrecht en De Kritiese Filmers in Breda) overlapten grotendeels met de redactie van filmtijdschrift Skrien. En bij dat blad heb ik in latere jaren zelf nog gewerkt, totdat de minimale overheidsfinanciering in 2008 neoliberaal werd wegbezuinigd.

Toen ik daar in 2000 binnenkwam, hing Marx nog aan de wand, maar was marxistische filmkritiek allang iets van het verleden. Wij waren, in de jaren negentig en nul, bezig met het verdedigen van cinema als kunstvorm, niet met het veranderen van de wereld.
Dat tij is, zoals ik al eerder heb geconstateerd, aan het keren, ook bij Filmkrant – al rennen we (nog) niet met camera’s door de straten. Na de woestijn van de jaren negentig en nul, waarin eigenlijk alleen de milieubeweging echte maatschappelijke vooruitgang wist te forceren (andere activisten niet te na gesproken), is sinds de jaren tien een nieuwe generatie links activisme opgekomen, aangevuurd door Black Lives Matter en MeToo.
Impact
Waar het Stadsjournaal gebruik kon maken van draagbare 16mm-camera’s voor hun lowbudget creaties, heeft elke moderne activist nu voortdurend een superieure camera op zak. Ook is het aantal mensen met in elk geval een rudimentaire kennis van camerawerk, montage en postproductie exponentieel toegenomen. En in zekere zin is distributie dankzij de online platforms veel en veel gemakkelijker geworden. Alleen: die platforms zijn in handen van het grootkapitaal, met hun eigen belangen en censuur, en bovendien ontbreekt daarbij het fysieke samenkomen.

Het Stadsjournaal maakte destijds gebruik van Het Vrije Circuit – buiten het reguliere vertoningscircuit om – en vertoonde hun films ook in scholen, jongerencentra en buurthuizen.
Ik zie een overlap met huidige discussies over ‘impact’: dat gaat over online bronnen die achteraf te raadplegen zijn en hulporganisaties waaraan je kunt doneren, maar ook over lesmappen voor scholen (met discussies achteraf, net als het Stadsjournaal deed) en vertoningen voor betrokkenen (van artsen tot agenten en van activisten tot asielzoekers) – net zoals het Stadsjournaal deed.
Demonstraties
Niet alleen de overeenkomsten, ook de verschillen met de periode van het Stadsjournaal zijn opvallend. De milieubeweging stond bij de makers van het Stadsjournaal niet voorop, al zijn er items over de Hoogovens (Water en vuur in de IJmond van het collectief, 1976) en Rosemarie Blanks Leven met de belt (1982), over het leven naast een gifbelt in Volgermeerpolder.

De grootste afwezigen, aldus Rommy Albers, Eye-curator en met Stadsarchief-medewerker Erik Schmitz samensteller van de tentoonstelling, zijn echter feminisme (geen Dolle Mina’s dus, helaas voor hun moderne reïncarnatie – al is er een wel een mooi portretje van drie generaties vrouwen, Wissel op de toekomst van Gerrit van Elst, 1978) en kernwapens en kernenergie – ondanks de enorme antikernwapendemonstratie van 1981 in Amsterdam.
En wat was de grootste demonstratie in Amsterdam sindsdien? Noem het toevallig, maar dat was de Rode Lijn-mars van 5 oktober 2025 ter ondersteuning van Gaza, zes dagen voor de opening van deze tentoonstelling. Met internationale onderwerpen hield het Stadsjournaal zich echter niet rechtstreeks bezig – ook bijvoorbeeld Zuid-Afrika niet (wellicht om niet te concurreren met Cineclub Vrijheidsfilm, die pionierde met het importeren en distribueren van activistische films over bijvoorbeeld Chili en Vietnam).
Opvallender is de afwezigheid van de strijd om homorechten; het was toch niet raar geweest zijn als een van de zesendertig Stadsjournaal-films daaraan gewijd zou zijn geweest. En, merkt Albers op, ook extreemrechts is als onderwerp nergens te bekennen.
Klassenstrijd
Het geheel overziend, is de invloed van de marxistisch gekleurde economische bril duidelijk. Het gaat om arbeidersrechten, uitbuiting en klassenstrijd. Als het gaat over diversiteit en inclusiviteit, dan in de vorm van arbeidsmigratie (en niet, bijvoorbeeld, vluchtelingen).
Wat daarbij wel opvalt is dat Surinamers in Sranantongo het woord mogen voeren en dat de afwezigheid van Turkse tolken bij een vakbondsbijeenkomst wordt gehekeld. De mogelijkheid voor migranten om zich, genuanceerd en exact, in de eigen taal te uiten past wat mij betreft bij hedendaagse discussies over culturele verscheidenheid, neokolonialisme en normativiteit.

De tentoonstelling eindigt met drie aanstekelijke voorbeelden van hedendaags Amsterdams videoactivisme – al dan niet onbewuste erfgenamen van het Stadsjournaal. Waarbij elke club iets anders geërfd lijkt te hebben. De mensen van Amsterdam Alternative in OT301 (nota bene een oude locatie van de Filmacademie, opleidingsinstituut van de leden van het Stadsjournaal) verdiepen zich ook theoretisch in de mogelijkheden van collectief eigendom; de activisten van Verdedig Noord gaan met korte, krachtige items tegen gentrificatie de straat op; en de Transketeers geven hun opbeurende portretten van trans mensen een filmische kwaliteit.
Tot slot: wat kunnen wij die de wereld willen verbeteren nu nog leren van het Stadsjournaal?
MANIFEST: LESSEN VAN HET STADSJOURNAAL

- De economische analyse. Activisten voor diversiteit en inclusie redeneren vaak bovenal in culturele termen en te zelden ook in economische. Laten klassieke economische klassenstrijd en hedendaagse woke identiteitspolitiek elkaar de hand schudden!
- De filmische kwaliteit. De leden van het Stadsjournaal waren allemaal professionele filmmakers, die zochten naar een krachtige vorm voor het onderwerp – van straatreportage tot Eisenstein-montage. Dit is een appèl aan hedendaagse filmmakers.
- De doelgroepenfilm. Als filmopleidingen jaarlijks studenten een doelgroepenfilm zouden laten maken, krijgt inhoud vanzelf een professionelere vorm en weten waarschijnlijk na een paar jaar doelgroepen ook zelf de opleidingen te vinden (net zoals gebeurde bij het Stadsjournaal, die zelf werden benaderd door bijvoorbeeld dienstplichtigen).
- De bekende namen. Oké, de meesten werden pas later bekend, maar toch: als je ziet dat Theo van de Sande, Gerard Thoolen, Barbara den Uyl, Jacques Commandeur, Nelly Frijda, Fons Rademakers en Louis Andriessen meewerkten, komt vanzelf de vraag op: wie doet dat nu? Bekendheid biedt een podium en dus macht. Al worden BN’ers die tegenwoordig echt de aandacht trekken direct onder doodsbedreigingen bedolven – waardoor ik het voorbeeld van Sylvana Simons des te meer bewonder.
- Je bent niet alleen, je hebt voorouders. Als jongere linkse activist die is opgegroeid in neoliberaal Nederland kan het gekmakend eenzaam lijken. Maar als de kleinkinderen hun nog levende activistische grootouders weten te vinden, kunnen ze connecties vormen. Net zoals de activisten van het Stadsjournaal leerden van de Russische agitprop van de jaren twintig en dertig (zoals de tentoonstelling laat zien met een item uit tv-programma Beeldspraak uit 1975).
- Fysieke distributie. Zorg dat mensen samenkomen. Doelgroepen en buurtbewoners, professionals en vooral ook toevallige voorbijgangers in de publieke ruimte. Ook het Stadsjournaal deed al aan buitenvertoningen: je wit een blinde muur en zet een projector neer. Of onderhandel over locaties op stations, winkelgebieden en buurtpleinen. Als het kapitalisme in elk bushokje reclame voor zichzelf mag maken, moet daar iets tegenover staan!
- Remix. Ik zou het mooi vinden als de (door Beeld & Geluid en Eye Filmmuseum gerestaureerde) Stadsjournaal-items een nieuw leven zouden vinden in werken die toen en nu naast elkaar zetten of die elementen activistisch hergebruiken. Ik stel me een rap voor met dit citaat van een toenmalige Turkse arbeidsmigrant: “We kwamen hier, raakten in de modder en zonken, zonken, zonken tot onze nek.”
Met dank aan André Waardenburg.
Amsterdams Stadsjournaal. Activistische films 1974-1984 | 11 oktober 2025 t/m 8 maart 2026 | Stadsarchief Amsterdam | Met eveneens gratis vertoningen van een wisselende selectie Stadsjournaals.
Speciale vertoning Amsterdams Stadsjournaal | 15 oktober 2025 | Eye Filmmuseum, Amsterdam | Te zien zijn een ingekorte versie van Privé-eigendom en misdaad (1974) en Politiewerk (1978), met een inleiding door Eye-curator Rommy Albers en een nagesprek waarin Filmkrant-medewerker André Waardenburg aan de hand van Stadsjournaal-fragmenten in gesprek gaat met filmmakers en ex-ASJ’ers Annette Apon en Barbara den Uyl.
Op de Eye Film Player zijn acht Stadsjournaals gratis te bekijken.