Studioregisseur in het jasje van auteur

Lincoln

Wanneer we diep gaan graven in de auteurstheorie, dan blijft er vrij weinig over van het auteurschap van Steven Spielberg.

De onlangs overleden Alexandre Astruc, een van de godfathers van de auteurstheorie, schreef in ‘Du stylo à la caméra et de la caméra au stylo’ (1948), waarin hij de filmregisseur als de ware auteur van de film beschreef, dat bij een onderscheid tussen filmmaker en scenarioschrijver alle betekenis van de film verloren gaat.

Het belang om scripts speciaal voor films te schrijven, en dus geen gebruik te maken van adaptaties, werd verder uitgewerkt door François Truffaut in zijn befaamde artikel ‘Une certaine tendance du cinéma français’ (1954). In dit artikel, dat de auteurstheorie definitief op de kaart zette en daarmee onder andere het startschot gaf voor de Franse Nouvelle Vague, stelt Truffaut dat scenaristenfilms een gebrek aan originaliteit hebben en afhankelijk zijn van literaire klassiekers.

Vanuit het perspectief van de auteurstheorie is het opvallend dat de films die het auteurschap van Spielberg hebben gevestigd – denk daarbij voornamelijk aan zijn historische films zoals The Color Purple, Empire of the Sun, Schindler’s List en Munich – zijn gebaseerd op literaire klassiekers. Het gebruik van bestaand materiaal, kenmerkend voor het Hollywood-studiosysteem van de jaren derig en veertig, betekent dat Spielberg eigenlijk niet gezien kan worden als de grensverleggende filmauteur die Astruc en Truffaut voor ogen hadden.

De vraag is of Spielberg zichzelf überhaupt ziet als regisseur die zich met zijn werk per se wilde onderscheiden van de films die werden gemaakt in het studiosysteem. Behalve voornoemde boekverfilmingen heeft Spielberg meerdere positieve toespelingen gemaakt op het studiosysteem: de remake van studioproductie A Guy Named Joe (met als resultaat de film Always) en de producties in Disneystijl zoals Close Encounters, Hook en A.I.: Artificial Intelligence geven de welwillendheid aan van Spielberg om elementen van het studiosysteem te implanteren in zijn eigen films.

Dat Spielberg zich van die keuzes bewust is, maakt het moeilijk om hem te definiëren als de traditionele studioregisseur die onder invloed staat van de grote studiobazen. Wanneer we zijn gehele carrière in beschouwing nemen, is de beste conclusie wellicht dat Spielberg als geen ander in staat is geweest om op de juiste momenten concessies te doen aan zijn artistieke integriteit.