The White Lotus
Venijn en vitriool deluxe in vijfsterrenresort op Hawaii

Met genoeg geld hoef je niet meer te groeien, tonen de gasten van een vijfsterrenresort op Hawaii. Maar je kunt wel lekker tactiek van de verschroeide aarde spelen met de mensen die wel nog moeten werken voor hun bestaan. The White Lotus is een sublieme, zesdelige serie van de hand van Mike White.
Nog nooit was Hawaii de achtergrond voor een verhaal met zoveel venijn en vitriool als de zesdelige serie The White Lotus. Meestal wordt het eiland gereduceerd tot een decor dat de vrije en blije sfeer versterkt die het verhaal wil uitdragen. Van Magnum P.I. tot Aloha met Bradley Cooper: wuivende palmen, lachende mensen in snelle auto’s, misschien nog een romance in een cocktailbar. In een extreem geval als tropische achtergrond voor een oorlog zoals in Pearl Harbor. Maar in The White Lotus is Hawaii een contrast: het zou het paradijs moeten zijn. Dat is het niet.
De witte lotus is niet alleen een symbool voor schoonheid, succes en rijkdom. In het Chinees heeft het de dubbele betekenis van schoonheid van buiten maar rot van binnen. Dus: welkom op Hawaii, in het luxe vijfsterrenresort The White Lotus, waar de bediening aan alle wensen tegemoet komt en waar de gasten dus voortdurend alles willen. En waar de hotelmanager regelmatig heel erg lekker gaat op het zakje ketamine dat hij in een koffer vond.
De serie van Mike White (Enlightened; de serie School of Rock) is chef’s kiss voor liefhebbers van sluw geschreven satire. Gesprekken drijven op venijn en passieve agressie, relaties worden alleen nog bij elkaar gehouden door geld of sociale status en niemand luistert naar wat een ander te zeggen heeft, tenzij ze dat kunnen inzetten voor eigen gewin. Ondertussen wuift en glimlacht het hotelpersoneel zich een dubbele radslag en klinken de zoete klanken van Louis Armstrongs ‘On a Cocoanut Island’ op de soundtrack.
“Probeer niet te aanwezig te zijn, als een aanwezigheid”, instrueert hotelmanager Armond wuivend een nieuw staflid, als de boot met nieuwe VIP’s bijna arriveert. “Het is een Japans ding: we verdwijnen achter ons masker van prettige, inwisselbare helpers.” Dat blijkt in de zes afleveringen die volgen steeds lastiger vol te houden, tot Armonds gruwel en tot ons genoegen. Eerst is er het steeds hoger oplopende conflict met rijkeluiskind Shane Patton, net getrouwd met Rachel en nu op huwelijksreis. Patton had een andere suite gereserveerd, althans z’n moeder had dat gedaan, en hij vindt het een principezaak. Hij is gewend om alles te krijgen wat hij wil. Rachel vreest voor het eind van de serie dat ze een grote vergissing heeft begaan door met hem te trouwen.
Dan is er het gezin Mossbacher uit New York met zoon Quinn en dochter Olivia, die haar vriendin Paula heeft meegenomen, plus een tas vol drugs. De drugs raken zoek, de tas wordt bij Armond ingeleverd en die kan met z’n vingers niet uit de snoeppot blijven. Als hij even Shane Patton of de twee vriendinnen weet te ontlopen, struikelt hij over de verwarde diva Tanya McQuoid, die ach en wee, voortdurend de masseurs en gezichtsverzorgers van de hotelspa bij zich roept omdat ze “nu echt een massage moet hebben anders sterf ik”. En zo passeren nog wat figuren voordat de vakantie voorbij is.
Maar het is niet zo dat de serie vraatzuchtig is en niet kan wachten om z’n personages te vermorzelen. Zo van: kijk de stumperds emotioneel afgestompt zijn door alle rijkdom. Toegegeven, er is het genot van het luisteren naar de pijnlijke gesprekken, waar het vitriool op zinsniveau verpakt is als kleine taartjes, alsof je in een patisserie van afkeer en ongenoegen bent beland. Maar er is een grotere tragiek en die werkt verschillende kanten op.
De eerste is dat is dat deze mensen, waar ze ook komen, een spoor van vernieling achterlaten dat ze nooit zelf hoeven op te ruimen. Medelijden krijg je vooral met hotelmanager Armond, die de schade van deze tropische catastrofe moet zien te beperken maar daar volstrekt niet in slaagt. Ook al gedraagt Shane Patton zich nog zo onredelijk, het zijn – opnieuw: via mama – zijn connecties die Armond onder druk zetten om door het stof te gaan. Voor de rijke Patton staat er nooit echt iets op het spel, voor Armond draait z’n hele bestaan om het hotel. Niet dat hij zelf geen fouten maakt, maar een gelijk speelveld is het zeker niet.
Voor de rijke gasten zelf is er de onvermijdelijke tragiek van de verveling. Voor geen van hen staat er nog iets op het spel. Ze zien de noodzaak niet meer van de zorg en de aandacht voor anderen. “Ik ben slechts een prop in jouw entourage die je een of ander vage street cred verschaft”, zegt Paula tegen haar vriendin Olivia Mossbacher. Olivia ontkent het niet.
Maar Rachel is (voor zover je een ordening kunt aanbrengen in tragiek) de meest tragische figuur. Bij haar was nog iets van zelfbesef en een verlangen naar groei aanwezig.
Het is een vreemde wereld en de serie versterkt dat gevoel van vervreemding met de uitmuntende soundtrack ‘Aloha!’ van Cristobal Tapia De Veer.