Amsterdamned II
Het grachtenmonster is terug! Hoera?
Amsterdamned II. Foto: Wessel de Groot
Met Amsterdamned II dient zich ook in Nederland een volwaardige legacy sequel aan. Na 37 jaar keert Dick Maas terug met een nieuwe grachtenthriller. Maar wat heeft de wereld eigenlijk te winnen bij een nieuwe Amsterdamned?
Ik kan ook niet helemaal verklaren waarom, maar er was een tijd dat Dick Maas de belangrijkste filmmaker in mijn leven was. Het zal zijn begonnen met Flodder (1986), de vunzige komedie die gevoelsmatig elke avond werd herhaald op RTL 5 en die mijn vader gevoelsmatig elke avond opnieuw wilde zien.
Waar andere ouders hun kinderen lieten opgroeien met Sesamstraat, Bach of The Beatles, daar was een van mijn eerste levenslessen dat het leven één groot Dick Maas-universum is.
Want het bleef natuurlijk niet bij Flodder. Ook De lift (1983), Flodder in Amerika (1992) en Flodder 3 (1993) kwamen talloze keren voorbij. En vooruit, voor de vorm moest ik de eerste paar keer nog wegkijken op de momenten dat het goor, naakt of eng werd, maar dat plichtmatige gelul over een beschaafde opvoeding verdween bij herhaling drie of vier razendsnel.
Al die tieten, billen en platte taal begonnen al snel te wennen, zelfs voor een nog lang niet wereldwijze koter. Er was één uitzondering binnen het Dick Maas Cinematic Universe: Amsterdamned (1988). Die film joeg me diepe angst aan.

Amsterdamned maakte me voor het eerst daadwerkelijk bang voor een plek, voor een stad. Noem het een soort Jaws (1975), maar dan voor grachten. Toen mijn vader ooit voorstelde om een rondvaarttocht te maken door de Amsterdamse grachten, zal ik mijn eerste paniekaanval hebben gehad.
Het was natuurlijk ook gewoon een uitstekend uitgangspunt: een duikend monster maakt de Amsterdamse grachten onveilig met een groot kapmes en laat talloze mensen op gruwelijke wijze aan hun einde komen in dat gore, gore water. En dan werd dat materiaal ook nog eens verfilmd door een regisseur in zijn hoogtijdagen, net na het succes van Flodder en De lift. Amsterdamned werd een terechte klassieker, of je het nu als A- of B-film bestempelde.
Met de carrière van Maas ging het daarna gestaag minder. Na een mislukt Amerikaans avontuur met de geflopte De lift-remake Down (2001), maakte hij nog een paar lekker foute en geruchtmakende films (Moordwijven, 2007; Sint, 2010), maar met matig ontvangen en dito scorende films als Quiz (2012) en Prooi (2016) leek het tijdperk-Maas eindig. ‘Dick Maas’ bleef een heel eigen genre binnen de Nederlandse filmwereld, maar wel een genre dat zijn beste tijd had gehad. Ik bleef zijn films trouw (her)kijken, maar evolueerde ondertussen ook door. Verdomd, ik durfde het zelfs aan om akelig dicht in de buurt van die dekselse grachten te gaan wonen.
Frikandelletje
En nu is daar 37 jaar na dato ineens een nieuwe Amsterdamned, opnieuw geschreven en geregisseerd door Maas. Het is zijn eerste speelfilm in bijna tien jaar. Het voelt raar, vervreemdend, maar ergens ook volstrekt logisch. We leven tenslotte in een tijd waarin oude klassiekers voortdurend nieuw leven ingeblazen krijgen. Vaak niet eens zozeer als remake, maar als zogenaamde legacy sequel (een goede Nederlandse term ontbreekt nog).
Zo’n legacy sequel, voor het gemak afgekort tot legacyquel, introduceert jonge, nieuwe personages, en grijpt tegelijkertijd terug op personages (en acteurs) uit de oorspronkelijke film. Het verhaal wordt decennia na de oorspronkelijke gebeurtenissen gewoonweg voortgezet, waarbij de generaties de krachten vaak bundelen.
Zo keert in Amsterdamned II rechercheur Eric Visser terug, opnieuw gespeeld door Maas-muze Huub Stapel. Visser is inmiddels een ingedutte pensionado die de Amsterdamse binnenstad heeft verruild voor het kabbelende Limburgse platteland. De man die in de jaren tachtig jacht maakte op een seriemoordenaar in de Amsterdamse grachten, is inmiddels aan alle kanten ingehaald door de tijd. Wat moet dat jeugdige schorriemorrie nu eigenlijk met die plantaardige steaks? Doe Eric maar gewoon een lekker frikandelletje!
Maar Eric moet terug. Natúúrlijk moet Eric terug. Want ja hoor, meer dan dertig jaar na de moorden uit het origineel, worden de Amsterdamse grachten opnieuw onveilig gemaakt door een seriemoordenaar. De leiding van het onderzoek is ditmaal in handen van de stuurse, stoere Tara Lee (Holly Mae Brood, met leren jack en motor), maar al gauw blijkt dat ze de hulp van Visser goed kan gebruiken.
Amerikaanse toeristen
Kijk naar de openingsscène, en je weet: Amsterdamned én Dick Maas zijn helemaal terug. De twee strontvervelende Amerikaanse toeristen zijn natuurlijk kansloos tijdens hun romantische boottocht, die ruw wordt verstoord door een onderwatergek met een mes. En dan worden we later in de film ook nog getrakteerd op een lange achtervolgingsscène door de grachten.

Het is allemaal hoogst vermakelijk, maar dit vervolg kan het verlangen naar een net zo ingrijpende kijkervaring als vroeger nooit helemaal inlossen. Dat komt natuurlijk deels door de valse belofte die nostalgie altijd in zich draagt, maar ook door de film zelf. Hadden de budgettaire beperkingen eerder misschien nog een soort charme, hier worden ze op momenten net iets te zichtbaar. En de film was in de jaren tachtig misschien nog een heel nieuw soort actiefilm voor de Nederlandse filmindustrie, maar het vervolg voelt als iets dat op technisch vlak nog iets te veel met één been in die periode is blijven staan.
Amsterdamned II is geen mislukte film, zeker niet. Brood en Stapel vormen een verrassend leuk duo, de actiescènes zijn prima in beeld gebracht, en Maas weet nog altijd hoe hij een lekkere pulpfilm moet maken. Maar echt van deze tijd wil de film nooit helemaal worden, ondanks korte terzijdes over massatoerisme, TikTok-filmpjes en die plantaardige steaks.
En natuurlijk, nu ik Amsterdamned als dertiger terugzie, herken ik ook weinig meer van het angstaanjagende effect dat de film een jaar of twintig geleden op mij had. Het neemt niet weg dat Amsterdamned II veel moeite heeft om ook maar een beetje sinister, of zelfs spannend te worden. De moordscènes (waarin onder meer een dragqueen en een biro-autootje het moeten ontgelden) zijn eerder leuk functioneel dan dat ze een gevoel van dreiging in zich dragen.
Eigenlijk wordt de dreiging alleen even voelbaar op het moment dat Pierre Bokma opduikt in een (veel te klein) bijrolletje, als wappieprofessor die beweert dat het grachtenmonster bovennatuurlijke wortels heeft. Zijn woorden worden door de rechercheurs afgedaan als quatsch, maar vangen (heel voorzichtig) een thematische ondertoon: “Een stad in verval wordt kwetsbaar. Ik ben bang dat het te laat is. Jammer, het was een mooie stad.”
Cosplayen
Is Maas dan toch uit op iets diepers, met een thriller over een aftakelende stad waar het kwaad steeds vaker vrijelijk kan krioelen? Helaas niet. Bokma verdwijnt na zijn monoloog uit beeld en de climax voelt als een wat gemakzuchtige natte scheet. De ambigue slotscène moet een en ander goedmaken (en misschien wel ruimte laten voor een vervolg?), maar blijft ook wat onbevredigend. Maas is nooit de grootste ster geweest in eindes, maar hier lijkt het bijna alsof het budget ineens op was, of dat er vijftien minuten op de montagetafel zijn blijven liggen.
Vervelen doet Amsterdamned II zeker niet, maar de film gaat ook gebukt onder de vloek van de legacyquel: het net iets te fanatiek cosplayen van een ooit glorieus verleden, maar dan in een tijd waarin de stunts eerder voelen als opgepoetste relikwieën dan als iets nieuws en revolutionairs. Amsterdamned II vindt te weinig nieuw bloed om de nostalgieval te ontwijken.
Het volledige retrospectief ‘Dick Maas: compleet & ongefilterd’ vindt van 16 januari t/m 4 maart 2026 plaats in Eye Filmmuseum, Amsterdam.