Actie! Op de set van Sint

Dick Maas geeft aan waar het bakje heen moet. Links 1st AD Sjoerd Steenbeek, rechts art director Lorien Mouyal. In het bakje zitten Robert-Jaap de Lange en DoP Guido van Gennep. Foto: Bob Bronshoff

Hoek Brouwersgracht en Prinsengracht, 1015 DV Amsterdam, 15 februari 2010, 17.51 uur

Op de allereerste draaidag van Sint, een actiethriller annex zwarte komedie van Dick Maas over een moordende Sinterklaas, wordt er op twee locaties in de Amsterdamse binnenstad gefilmd. Zonder acteurs. Aan de Herengracht worden opnamen van een politieauto gemaakt. Op de Brouwersgracht, slechts een paar honderd meter verderop, worden shots gemaakt van trapgevels en daken.

Het is ijs- en ijskoud. Jongens in gele hesjes doen halfslachtige pogingen automobilisten een andere kant op te bewegen. Door fietsers, voetgangers en moeders met kinderwagens worden ze volslagen genegeerd; die gaan gewoon huns weegs.

Aan een enorme kraan hangt een iel bakje, waarin onder anderen ‘director of photography’ Guido van Gennep heeft plaatsgenomen. Omzichtig wordt het de lucht in gedirigeerd door Robert-Jaap de Lange, totdat het pal boven het bevroren water van de Brouwersgracht hangt. “Voor geen goud dat ik daar zelf in ga staan”, mompelt Dick Maas. “Ik heb geen hoogtevrees hoor, maar ik hoor weleens dat ze omvallen.” Op een gegeven moment zitten er vijf mannen in het bakje en begint het gevaarte te piepen. Nader onderzoek wijst uit dat het bakje te zwaar beladen is. Maas: “Er mogen volgens mij maar twee man in.”

In Sint draait het om de moordlustige Niklas, een uit de dood herrezen bisschop die het begrip kindervriend een geheel eigen invulling geeft. Hij wordt gespeeld door Huub Stapel, die ook al te zien was in de Dick Maas-films De lift (1983), Flodder (1986), Amsterdamned (1988) en Flodder in Amerika! (1992). “Voor de rol van Niklas moet de acteur meer dan vier uur in de make-up en moet hij bij min tien op een paard over de daken galopperen”, vertelde Maas eerder al. “Dat wil je je beste vrienden niet aandoen. Huub leek daarom een terechte keus.”

Staand naast het beeld van Theo Thijssen legt Maas uit dat er vandaag ‘plates’ worden opgenomen, waar Niklas en zijn paard later in de studio worden ingezet. “Het zijn behoorlijk ingewikkelde visual effects. Daarom wil ik zo snel mogelijk weten hoe het eruit komt te zien. Bepaalde dingen kunnen we hier wel; Moordwijven (2007) bevatte ook iets van honderdtwintig effect-shots. Maar 3D-animatie is in Nederland eigenlijk totaal onbekend terrein.”

Via Roel Reiné kwam hij in de Oekraïne terecht, bij het bedrijf dat onder meer de special effects maakte voor de spektakelstukken Night Watch (2004) en Day Watch (2006) van Timur Bekmambetov. “Daar zitten ook 3D-paarden in. Een echt paard kan nu eenmaal niet alles. Het paard van Niklas moet van het dak af storten en bovenop een politieauto terechtkomen… het liefst had ik het hele paard in 3D willen animeren, maar daar hebben we hier de knowhow en het budget niet voor. Helaas. Het is geen Avatar. Wij moeten het doen met 4,4 miljoen.”

Terwijl Maas vertelt – het begint al te schemeren – wordt de kraan voorzichtig een paar meter richting de Prinsengracht gereden. Niet voorzichtig genoeg; in een onhandig geparkeerde auto zit een enorme buts. De eigenaresse haalt haar schouders op; het is een lease-auto.

Maas neemt plaats achter de monitor. Het shot is bijna goed, gebaart hij. Met duim en wijsvinger geeft hij aan dat de camera nog een héél klein stukje opzij moet. “Een tandje naar rechts. Nee, niet te veel. Ho! Stop! Terug!” Maas kijkt tevreden. “We gaan dit in ieder geval zo draaien. Draait-ie al?”

Ja, hij draait; het rode rec-knopje op de monitor brandt.

“Snel door”, zegt Maas. “We lopen achter op schema!”