IDFA 2025: Gianfranco Rosi over Below the Clouds
'Napels is één grote tijdmachine
Below the Clouds
In Below the Clouds duikt Gianfranco Rosi onder het wolkendek rondom de Vesuvius voor een levendig portret van Napels. De Italiaanse documentaire-auteur beschrijft het als de meest urgente film uit zijn rijke oeuvre: “Alles wat ik film, impliceert sociale onrust, ongelijkheid en oorlog.”
“Bij mij wordt alles uiteindelijk ruimteloos, tijdloos en afstandsloos,” zei de Italiaanse documentairemaker Gianfranco Rosi in 2020 in een interview met Filmkrant, toen hij als hoofdgast van IDFA met een retrospectief werd geëerd. Het geldt ook weer voor zijn nieuwste werk Below the Clouds (Sotto le nuvole), waarin heden en verleden van de stad Napels op organische wijze in elkaar overvloeien.
De mozaïekfilm verbeeldt in grandioos zwart-wit hoe de bruisende stad aan de voet van de actieve vulkaan Vesuvius leeft met een constant gevoel van dreigend onheil. Rosi opent zijn documentaire bijvoorbeeld met gepikeerde stadsbewoners die de alarmcentrale bellen om de meest recente aardbeving te rapporteren. Daarna verkent hij hoe de stad ook op allerlei andere manieren wordt opgeschud.
Na Gouden Leeuw-winnaar Sacro GRA (2013) en het schrijnende portret van vluchtelingen die op Lampedusa aankomen in het met een Gouden Beer bekroonde Fuocoammare (2016) is Below the Clouds pas de derde van zijn acht films die Rosi in zijn moederland opnam. Filmen in Italië ziet hij dan ook niet als een thuiswedstrijd. “De grap is dat ik er helemaal niet ben opgegroeid”, legt hij uit op het afgelopen filmfestival van Venetië, waar Below the Clouds de speciale juryprijs in de hoofdcompetitie won. “Ik heb überhaupt geen plek waar ik thuishoor. Mijn leven is gekenmerkt door zwerven van de ene naar de andere plek. Dus zelfs als ik een film over Italië maak, voelt het alsof ik een vreemde wereld betreed.”
Rosi’s documentaires zijn als een zoektocht naar het onbekende. Of in zijn eigen woorden naar “nieuwe werkelijkheden die niet de mijne zijn, en die ik zonder aannames vooraf moet leren begrijpen.”
Rosi keek de dood in de ogen voor zijn debuut Boatman (1993), over India’s heilige rivier de Ganges die als passage naar het hiernamaals dient. Met El Sicario, Room 164 (2010) filmde hij een personificatie van Magere Hein door een clandestien interview op te nemen met een huurmoordenaar van een Mexicaans kartel. Voor Below Sea Level (2008) dompelde hij zich onder in de uitgestrekte woestijnlandschappen van Californië om de vergeten mensen in de uithoeken van Amerika vast te leggen. En Notturno (2020) was een reflectie op de opeenstapelingen van oorlog en conflict in het Midden-Oosten. “Ik weet nooit waar een film me brengt”, zegt Rosi over de grenzeloze nieuwsgierigheid die zijn uiteenlopende films typeert.
Eenmaal neergestreken op een locatie die tot een nieuwe film kan leiden, begint eerst een langdurig proces van onderdompeling. Voor Below the Clouds bracht Rosi ruim drie jaar in Napels door voordat hij überhaupt zijn camera oppakte. “Ik heb geen script of uitgestippeld idee”, vertelt hij over zijn maakproces. “Elke film voelt daardoor alsof het mijn eerste is: ik begin altijd bij het begin.”
In Napels voelde Rosi zich vooral aangetrokken tot het ondergrondse. Hij filmt archeologen die nog steeds nieuwe geheimen opgraven uit de aarde onder de eeuwenoude stad, brandweerlieden die clandestiene tunnels van grafrovers in kaart brengen en curatoren die in de krochten van museumarchieven over talrijke kunstschatten waken. “Napels is één grote tijdmachine”, zegt Rosi. “De stad symboliseert waar ik in al mijn filmwerk naar op zoek ben: de laagvorming van tijd.”
In zekere zin gaat ook Rosi in de film als een archeoloog te werk, door met zijn camera tegelijkertijd in heden en verleden te graven. “Daarom heb ik de film in zwart-wit gedraaid”, zegt hij. “Het maakt archiefmateriaal van wat ik in het heden film. Cinema is op zichzelf al een tijdmachine. Daarom toon ik ook materiaal uit de filmgeschiedenis: scènes uit Roberto Rossellini’s in Pompeï opgenomen Journey to Italy [1954], geprojecteerd in een vervallen bioscoop. Net zoals de grond dat doet, absorberen ook films herinneringen uit het verleden.”
Alles in Below the Clouds staat in het teken van vergankelijkheid. Zo dient de rommelende Vesuvius, die in het jaar 79 het nabijgelegen Pompeï onder een laag as bedekte, als symbool voor de oorlog die op dit moment op de grens van Europa woedt. Rosi: “Aan het oppervlak lijkt dit misschien geen politieke film. Maar als je dieper graaft, dan is dit mijn meest politieke film tot nu toe. Alles wat ik hier film, impliceert namelijk sociale onrust, ongelijkheid en oorlog. Je zou zelfs het museum als politieke metafoor kunnen zien voor ons klassensysteem, want er zit een hiërarchie in welke kunstwerken je voor bezoekers tentoonstelt en welke je stof laat vangen in het archief.”
Gaandeweg maakt Below the Clouds zijn connectie met oorlog steeds explicieter. Als een containerschip vol graan uit Oekraïne aanmeert, vormt dit voor Rosi een nieuwe spiegel voor huidige geopolitieke crises. “Dat schip brengt ons het hoofdingrediënt voor brood, maar aan boord denk je alleen aan het door oorlog verscheurde land waar het graan vandaan komt. Ondertussen zie je de hedendaagse slavernij van uitgebuitte scheepslieden, veelal vluchtelingen uit Syrië die al een andere oorlog hebben overleefd. Vraag me trouwens niet hoe ik op dat schip belandde. Ik laat me simpelweg leiden door mijn film.”
Below the Clouds (Sotto le nuvole) is te zien op IDFA 2025 en draait vanaf 12 maart 2026 in de bioscoop.