IDFA 2025: Lemohang Jeremiah Mosese over Ancestral Visions of the Future
‘Het moet niet één betekenis hebben, het moet betekenisvol zijn’
Ancestral Visions of the Future
Makkelijk om te kijken, moeilijk om te verwoorden. Lemohang Jeremiah Mosese’s autobiografische Ancestral Visions of the Future vermengt verleden en toekomst, het zichtbare en onzichtbare, in een beeldschone reflectie op het verlangen van een migrant naar een thuis.
Wat is een droom? Dromen bestaan uit gehusselde stukjes werkelijkheid, voortgebracht door onzichtbare krachten en verbonden door verbeelding, die diepere betekenissen oproepen en waarin heden en verleden samenvloeien. En precies hetzelfde kun je zeggen van Ancestral Visions of the Future van de in Berlijn wonende Lesothaanse filmmaker Lemohang Jeremiah Mosese (This Is Not a Burial, It’s a Resurrection, 2019), een beeldschone reflectie van het verlangen van een migrant naar een thuis.
Het probleem is alleen dat we dan een valse scheidslijn aanbrengen tussen ‘droom’ en ‘werkelijkheid’. Terwijl dromen bestaan. En bovenstaande beschrijving – lees hem anders nog een keertje – ook geldt voor hoe we denken.
Het rationele, lineaire denken met logica, chronologie en discrete elementen is een voortbrengsel van filosofie en wetenschap. Met jarenlange training kunnen we onszelf daartoe deels brengen – en met eeuwenlange inspanningen is het cultureel dominant geworden. Daarmee zijn dingen gewonnen. En dingen verloren gegaan.
Want het gevolg is dat met name de Noordwest-Europese cultuur fantasie, mythen, legendes, dromen en geesten streng buiten ‘de werkelijkheid’ plaatst. En dat zit niet alleen ingebakken in de manier van denken, maar ook, merk ik als ik op de Berlinale met Mosese spreek, in de taal. Het is bijna onmogelijk om niet met woorden te scheiden wat in werkelijkheid – en in zijn film – samen hoort.
In Ancestral Visions of the Future vloeien, zoals de titel aangeeft, verleden en toekomst, het zichtbare en onzichtbare samen. Met een autobiografische, literair aandoende voice-over en een intuïtieve selectie van beelden uit zowel Lesotho als Duitsland, vertelt Mosese over zijn leven als migrant in Berlijn. Maar hij creëert ook iets universelers: een filmische representatie van een manier van denken waarin samenhang belangrijker is dan causaliteit en betekenis belangrijker dan logica.
Ik vond je film gemakkelijk om te kijken, maar heel moeilijk om onder woorden te brengen. “Dat is een compliment haha! Tenminste, dat lijkt me een compliment?”
Volgens mij wel. Ik heb een voorbeeld. Je zei ergens dat de film gaat over ‘het thuis dat ik me herinner, thuis zoals het is en thuis zoals het nooit geweest is’. Dat zijn drie dingen die ik volgens mij niet uit elkaar kan halen. En dat heb ik met je hele film: zo gauw ik één element eruit haal, heb ik het gevoel dat ik te veel versimpel. “Ik waardeer echt dat je dit zegt. Voor mij is het werk een samenkomen van fragmenten. Thuis bestaat wel, thuis bestaat niet en thuis bestaat misschien. Misschien is thuis het huis uit je jeugd, misschien is het de stad, misschien is het een plek, misschien een utopie, misschien ligt het in de toekomst – het is fragmentarisch, herinnerd, half herinnerd, half onwaar, half waar, alles tegelijk. In Ancestral Visions of the Future vloeien al deze aspecten, het verleden en de toekomst, samen tot één geheel. Wat het dichtst is dat ik tot nu toe bij mijn manier van denken gekomen ben.”
Heeft dat fluïde idee van thuis ook te maken met hoe een migrant in de loop der tijd anders kan gaan denken over het land van herkomst? “Als je ergens woont waar de muren jouw wezen niet kunnen bevatten, jouw naam niet kunnen roepen, dan ga je er steden en koninkrijken op projecteren. Plekken die op je wachten, snap je? Tegelijkertijd ga je milder denken over de redenen waarom je vertrok. Je vergeet het geweld en omarmt de nostalgie. Je gaat ‘thuis’ romantiseren, als een prachtige plek.”
In je voice-over noem je die nostalgie zelfs noodzakelijk, als steun voor de migrant bij de problemen in zijn nieuwe land. “Daar zit een contradictie in. Maar als ik eerlijk ben over mijn gevoelens voel ik hier in Berlijn geen hoop, maar woede. Als migrant ben ik een wandelende paradox. En dus moet ook de film paradoxaal zijn. Tegenover het eeuwige cliché van Afrikaans slachtofferschap wil ik een helende daad stellen. Maar dan moet ik het geweld wel erkennen. Dat rode doek dat in de film over het landschap rolt, verbeeldt die bloederige hand. Ik ken die hand. En hij verbindt ons ook.”
Ja, dat rode doek. Ik kan er schoonheid in zien, een grens, bloed. Een theatrale interventie of een historische verwijzing. Maar als ik één optie kies, slaat het plat. “Dat is precies wat ik beoogde. Iemand vroeg me: wat zou je willen dat mensen na afloop zeggen? En ik zei: misschien is zwijgen beter.”
Helaas is zwijgen niet mijn baan. “Haha, ja, dat weet ik! Maar weet je, ik weet zelf ook vaak niet wat een beeld precies betekent. De blinde man die met de aarde communiceert – ik wist wat ik voelde, toen ik het creëerde. Maar als ik eerlijk ben, weet ik nu nog niet wat dit beeld mij of iemand anders te zeggen heeft.”
Kan het over een jaar iets anders zijn? “Dat denk ik wel. Ik houd van de vloeibaarheid van ideeën, die versmelten en samen iets totaal anders gaan betekenen. Daar heb ik echt plezier in. Maar als ik je nu vertel wat het misschien betekent, dan leg ik het vast. Dan reduceer ik het tot één betekenis. En dat is verkeerd. Het moet niet één betekenis hebben, het moet betekenisvol zijn.”
Sommige stukken zijn documentair, zoals van het straatleven; andere zijn duidelijk geënsceneerd, zoals die blinde man; maar er zijn ook scènes waarin het onduidelijk blijft, bijvoorbeeld omdat je slowmotion gebruikt. “Absoluut. De film predikt het non-lineaire, het continuüm. Alles breekt altijd, alles wordt weer iets anders. Sommige scènes zijn geconstrueerd, andere niet. Sommige zijn herinnerd, andere half. Het gaat om die vloeibaarheid. Op een bepaald moment liet ik mijn moeder een deel van mijn voice-over lezen. Toen wees ze dingen aan: dit klopt niet, je was toen niet zo jong, je was ouder. En ik dacht meteen: nee, ik moet zelfs mijn moeder het niet laten lezen. Het gaat om het idee. Zo gauw we het erover hebben of het klopt, vermoord ik het idee.”
Het valt me op dat magie vaak terugkeert in films over migratie naar Europa – een sterk voorbeeld is Mati Diops Dahomey. Maar als magie nodig is om de migrant te begrijpen, missen we misschien iets in West-Europa – ook al is magie ook hier natuurlijk nooit honderd procent weggeweest. “Ik begrijp wat je bedoelt. In Europa wordt ‘magie’ afgebakend. Dat is ook een van de redenen waarom ik niet van genrefilms houd, zoals iets een ‘spookverhaal’ noemen. In veel Afrikaanse landen leven spoken en doden samen met je. De levenden en de doden zijn minder gescheiden. Je kan spreken met de doden. Voordat je iets drinkt, schenk je iets op de grond voor de voorouders. Voordat je iets rookt, leg je iets voor hen opzij. Je spreekt hetzelfde over hen als over de levenden. Het wordt niet beperkt tot zoiets als ‘spookverhalen’. Dit magische realisme ligt in het hart van de Afrikaanse manier van verhalen vertellen.”
Er is geen scherpe grens tussen magie en werkelijkheid, wanneer je magie als werkelijk beschouwt? “Voilà, precies dat.”
Het omgekeerde zie je overigens in westerse cinema wel gebeuren: dat in horrorfilms, een genre waarin fantasie wel wordt geaccepteerd, steeds nadrukkelijker de werkelijkheid wordt behandeld. “Ja en dat vind ik ook enorm interessant. Zoals wat A24 doet met films als Get Out [2017], die je als horror kunt zien, maar ook als thriller. Ze doorbreken het plafond van hoe je over deze dingen kunt denken.”
Ik wil Afrika en Europa niet te simplistisch tegenover elkaar plaatsen, maar heb jij gemerkt dat je bent beïnvloed door die dominante westerse manier van filmmaken? “Ja, het technische ook vooral. Europese cinema is heel technisch. De eerste kortfilms die ik maakte, waren niet in mijn moedertaal. Het waren geleende talen. Het was de Russische cinema, de Poolse, de Amerikaanse. Het was niet van mij. Pas toen ik begon te schrijven in mijn moedertaal, veranderde dat gevoel. Ik voelde me bevrijd!”

Wat veranderde er? “Het werd meer verbeeldingsrijk, meer metaforisch, meer surrealistisch. Het werd weidser. Ik zal je een voorbeeld geven. Als ik je groet in Lesotho, zeg ik: ‘Waar ben je?’, en dan antwoord jij: ‘Ik ben hier.’ En vervolgens plaats je jezelf tussen degenen die voor je kwamen en degenen die na je komen – het kan heel lang duren. Een groet is niet individueel, hij is collectief. Net zoals wanneer je sterft, als je gaat behoren tot de ‘levende doden’ waarover we het hadden. Het woord dat ze dan voor je gebruiken is een meervoud en betekent ‘goden’. Niet ‘god’, maar ‘goden’, ook al gaat het over één persoon. Het collectief wordt benadrukt. Zo zijn veel woorden in mijn taal, het Sesotho, ontzettend poëtisch. Mijn film begon met het woord materamputana. Het betekent het gekras van kinderen die tekenen. Om dat te vertalen naar beeld, was zo bevrijdend! Want zo gauw we dingen op verschillende manier kunnen benoemen, met verschillende woorden – komend van hier, komend van daar – bevrijden we onze geest uit manieren van denken. En dán kun je de goede vragen gaan stellen.”
Heb je toevallig de sciencefictionfilm Arrival [2016] gezien? Met dat buitenaardse schrift dat niet lineair is, maar circulair? “Ja, die heb ik gezien. Dat was geweldig! Echt geweldig.”
Het korte verhaal waarop het is gebaseerd, doet nog andere interessante dingen. Het vermengt werkwoordstijden – tegenwoordig, verleden en toekomstig – op manieren die het Engels eigenlijk niet toestaat, maar toch begrijp je wat er bedoeld wordt. En dat lijk jij ook te doen. “Ja, ja, ja! Exact! Precies dit! Precies dit!”
Maar bij jou is het dichterlijker. “Weet je, we beperken ons tot één taal, één systeem, en daar zitten we dan de rest van ons leven aan vast. Hetzelfde geldt voor politiek: we proberen communisme, we proberen kapitalisme – steeds maar één systeem tegelijk. Een systeem dat we zelf hebben gecreëerd. Maar als je een andere taal toelaat, krijg je ook andere beelden. Als ik een bepaald Sesotho woord gebruik, creëert dat beelden. Niet één beeld, maar meerdere, snap je? En met andere woorden, andere beelden, ga je ook de wereld anders zien.”
Je maakt ook video-installaties. Past dat eigenlijk niet beter bij je dan het toch lineaire medium cinema? “Ja, daarom kan ik ook niet wachten om dit materiaal naar de galerie te brengen. De galerie is altijd de begraafplaats van mijn werk geweest.”
Op een goede manier. “Ja, op een goede manier! Daar is het in transitie, in overgang.”
Daar wordt het ‘goden’. “Haha, dat is een goeie! Zo had ik het nog niet bedacht. Ja, mijn broer, daar wordt het goden!”
Ik ben een beetje bang dat iemand die dit leest denkt: pfoe, zware kost. Maar het wonderlijke is dat de film juist heel makkelijk wegkijkt. In elk geval voor mij. “Ik zie het ook als een simpele film. Een vrouw blaft tegen een auto; een oude man ziet zijn ogen; een poppenspeler vertelt het publiek dat hij de tijd wil samenballen, zodat ze kunnen zien hoelang ze zullen leven. Dat is het. Niks ingewikkelds.”
En iemand praat met zichzelf over zijn jeugd. “Ja, dat. Volgens mij is het heel toegankelijk allemaal. En ik wíl ook dat het toegankelijk is.”
Zie je eigenlijk ook de poëzie van Berlijn? “Ik heb eerlijk gezegd een zware tijd gehad om eraan te wennen. Aan de ene kant is het mijn favoriete stad: het heeft me zo veel gegeven. Ik voel me zo slecht, telkens als ik het moet affakkelen, haha! Want ik houd van Berlijn. Echt. En mijn persoonlijke problemen hier zijn zo veel kleiner. Maar ook hier gaat het om het collectief. Over de ruimte voor zwarte lichamen. De vijandigheid naar mensen die eruitzien zoals ik.”
Het contrast met Lesotho is ook wel groot. “Ik sprak met iemand over architectuur. Volgens mij sterven we hier op een onnatuurlijke manier, omdat we leven in huizen met hoeken. Onze lichamen horen thuis op plekken die rond zijn. Want alles is circulair. Uiteindes bestaan niet, eindes bestaan niet. En dit geldt op alle terreinen. Ik heb een vriend die hier in een jury zit en telkens tegen me opbotste. En elke keer zei ze sorry. En ik zei: nee, je moet geen sorry zeggen, ik moet jou bedanken. Het is menselijk contact. Als we elkaar niet aanraken, als we geen contact blijven maken, dan is dat een vorm van geweld. Terwijl tegen elkaar opbotsen een prachtige, alternatieve manier van leven zou kunnen zijn. Denk je niet?”
Ancestral Visions of the Future is te zien op IDFA 2025.