Plein soleil
Griezelig perfect
Plein soleil
65 jaar na de oorspronkelijke release wordt Plein soleil opnieuw in de bioscopen uitgebracht, in een 4K-restauratie waarin de schoonheid nog eens even is opgepoetst.
Alain Delon die aan het puntje van zijn vulpen likt.
Alain Delon die zijn ogen opslaat in close-up.
Alain Delon die met ontbloot bovenlijf achter het roer van een boot staat.
Alain Delon die zijn eigen spiegelbeeld kust.
Elke film met Alain Delon is ook een film over de schoonheid van Alain Delon. Zeker Plein soleil (1960), René Cléments verfilming van Patricia Highsmiths The Talented Mr. Ripley. Een film die in elk shot een tot in de puntjes verzorgde uiterlijke schoonheid etaleert. Van de azuurblauwe zee die schittert in de zon tot de perfect gesneden en op kleur gecoördineerde kostuums. Kijken naar Plein soleil is als bladeren door een luxe modetijdschrift annex reisbrochure.
Delon is de belichaming van die schoonheid. Met zijn staalblauwe ogen en absurd lange wimpers, met zijn perfect gebruinde lichaam en tot aan de navel losgeknoopte overhemden. Maar toch is zijn Tom Ripley hier, aan de Italiaanse kust, slechts te gast. Te gast in het leven van Philippe (Dickie in Highsmiths boek) en diens vriendin Marge. Clément besteedt weinig tijd aan de voorgeschiedenis van Toms bezoek aan zijn vriend, en begint zijn film op het moment dat Ripley dat leven begint te benijden.
Een cruciale scène daarin is wanneer Ripley het appartement van Philippe en Marge binnenstapt. Die twee beginnen direct te vozen op de bank en sturen Tom de kamer uit. Om de tijd (en zijn ongemak) te doden begint hij de kleding van Philippe aan te trekken. Zijn loafers en colbert. Voor de spiegel kamt hij zijn haren als Philippe en vervolgens begint hij tegen die spiegel te praten als ware hij Philippe die tegen Marge praat. Kust zijn spiegelbeeld alsof hij Marge kust.
Eigenlijk zit heel Plein soleil in die scène. De manier waarop Ripley een identiteit uittest, alsof het een kledingstuk is dat je aantrekt. Het feit dat hij niet als zichzelf Marge toespreekt, maar als Philippe. Want het is geen liefde voor Marge die hem drijft, haar voor zich winnen is het doel niet. Hij wil het leven waarin een vrouw als Marge de zijne is. Een vrouw om achteloos mee om te gaan zoals Philippe dat doet.
Alain Delon die Marge een gitaar in handen drukt en gebiedt te spelen. “Joue, joue… pour moi.”
Alain Delons ogen die diep maar kil in die van haar kijken.
Alain Delons hand die de hare pakt en naar zijn mond beweegt.
Alain Delons lippen die haar vingers kussen.
Een paar moorden later is Marge de zijne. Ripley heeft zich inmiddels de identiteit aangemeten van Philippe, een van zijn slachtoffers. Is in diens leven gestapt alsof het een paar loafers is. Maar het is een leven dat slechts buitenkant is, oppervlakte. Als Ripley de hand van Marge in de zijne neemt is dat geen uiting van liefde, het is het uitvoeren van de handelingen die daarbij horen. “Zijn bijna onaardse perfectie heeft iets griezeligs,” schrijft Peter Bradshaw over Delon in een recensie van Plein soleil in The Guardian, “alsof hij een imitatie doet van een mens.”
Plein soleil was de eerste verfilming van Highsmiths roman. Later volgde Anthony Minghella’s The Talented Mr. Ripley (1999), waarin Matt Damon een veel knulliger versie speelde van Ripley (en de homo-erotische ondertoon een stuk verder werd opgeschroefd). En in 2024 de serie Ripley, een adaptatie die net als Plein soleil draait om stijl en uiterlijk, maar door de broeiende stilte van Andrew Scott toch weer een andere lading krijgt. Ook het latere boek Ripley’s Game werd een aantal keer verfilmd. Door Wim Wenders als Der Amerikanische Freund (1977), met Dennis Hopper, en als Ripley’s Game (Liliane Cavani, 2002) met John Malkovich.
Voor Delon betekende zijn rol als Ripley zijn doorbraak. Maar in de decennia erna raakte de film verschillende keren in vergetelheid. Wie de film nu, in een 4K-restauratie, opnieuw of voor het eerst ziet, ziet in deze rol van Delon duidelijk een basis voor latere rollen in onder meer Le samouraï (Jean-Pierre Melville, 1967) en Mr. Klein (Joseph Losey, 1976). Ziet een film die volledig draait om en drijft op de magnetische schoonheid van Delon, die griezelige perfectie.