Ripley
De tragedie van Tom Ripley
De dreiging en tragedie van Patricia Highsmits romans over Tom Ripley krijgen fantastisch vorm in de serie-adaptatie van Netflix.
Een adaptatie van een roman van Patricia Highsmith is altijd iets om naar uit te kijken. Over de moordende Tom Ripley, die in opdracht van een rijke Amerikaan zijn lanterfantende zoon Dickie uit Italië terug moet halen maar daar besluit dat hij recht heeft op Dickie’s leven, zijn al aardig wat verfilmingen gemaakt. De achtdelige serie Ripley is zonder meer de meest ambitieuze en die belofte wordt waargemaakt. De prachtige beelden zijn van de hand van Robert Elswit, naast heel veel meer ook de man achter de camera bij films van Paul Thomas Anderson en The Bourne Legacy.
In aflevering twee van Ripley zit een mooie scène waarin de titelfiguur alleen is in de villa van Dickie aan de Italiaanse Amalfikust en op een langspeelplaat naar een cursus Italiaans lijkt te luisteren. Eerst klinkt een zin in het Engels, dan de vertaling in het Italiaans. Elk van de zinnen zegt op zichzelf niets maar samen – is de suggestie – zeggen ze iets over Ripley. Terwijl Ripley zwijgend een schilderij bestudeert of een brief schrijft op een typemachine, klinkt door de ruimte: “Hoeveel geld heb je nodig?”, “Het is niet genoeg”, “Wat is er met je aan de hand?”, “Wie is hij?”, “Wie weet?”
Aan zulke momenten herken je de eigenheid van deze sterke adaptatie van Patricia Highsmiths roman – een serie die, dat moet gezegd, zichzelf erg bewust is van z’n artistieke keuzes. De stijl is nadrukkelijk aanwezig.
Ripley’s transformatie voltrekt zich woordeloos. Ook een sterk punt. Een paar scènes later trekt hij in het appartement een lade open, pakt het paspoort van Dickie, kijkt naar de foto en kijkt dan naar zichzelf in de spiegel. Andrew Scott geeft Ripley een fantastische stilte mee. In de eerste anderhalve aflevering is die stilte een vorm van zelfbescherming. Ripley wil onvindbaar zijn, ook voor mensen die recht tegenover hem zitten.
Weken voordat Ripley in Italië belandt, weet een privédetective hem in New York met enige moeite te traceren in een kroeg waar Ripley blijkbaar vaker komt. Terwijl de man uitlegt dat hij in opdracht werkt van een scheepsmagnaat en dat er geld te verdienen is, blijft Ripley achterdochtig. Hij is een oplichter en denkt dat hij nu eindelijk gepakt wordt. Zijn leven bestaat uit leugens. Hij kan bestaan doordat hij onvindbaar is. Hij bestaat omdat hij niet bestaat. Gaandeweg wordt Ripleys stilte dreigender.
Weer een scène later in die tweede aflevering. Waarin Ripley denkt dat Dickie (Johnny Flynn) en zijn achterdochtige en waakzame vriendin Marge (Dakota Fanning) naar het strand zijn. Sterke rol van Fanning trouwens, die in die eerste afleveringen maar een paar momenten heeft maar meteen de scènes naar zich toe trekt. Dickie en Marge waren inderdaad naar het strand, maar het ging stormen. Ripley stoomt ondertussen een geldwissel open in Dickie’s appartment, wordt nota bene betrapt door de oplettende huishoudster maar geeft geen sjoege met de brief in z’n hand. Zij ziet het, hij ziet dat zij het ziet. Hij is dan al zelfverzekerd genoeg. Bovendien: verstop je in het volle zicht.
Ripley trekt Dickie’s dure kleren aan en acteert een gesprek waarin Dickie aan Margot uitlegt dat hij en Tom iets bijzonders hebben en dat zij daar niet tussen moet komen. Dan gebeurt waarvan we de hele tijd weten dat het zal gebeuren: Dickie is teruggekomen en staat in stilte te kijken naar hoe Ripley hem imiteert. Op dat moment is Ripley machteloos, hij is gezien. Zijn brein schakelt moeiteloos en hij doet het enige wat hij kan doen: Dickie alle macht geven. “Als je wil dat ik ga, dan ga ik.” Wanneer Dickie zegt dat ze het voorval maar moeten vergeten, zie je dat Ripley de betekenis van het moment beseft: hij, Tom Ripley, heeft de macht.
Nogmaals, als er iets valt af te dingen op de serie, dan is het dat die zichtbaar trots is op z’n eigen stijl. Een stijl die zal moeten veranderen wanneer Ripley het masker af doet. Het observerende en afstandelijke moet dan wijken voor het smerige en zichtbare, omdat je nou eenmaal niet koel observerend kunt blijven als er doden vallen. Of misschien wel, wie weet.
Voor het zover is, kun je genieten van de schoonheid van tastbare dingen. De serie speelt begin jaren zestig, toen muziek van lp’s kwam en weegschalen van metaal waren en brieven op papier werden geschreven. De vulpen krast over het ritselende papier en je voelt de wuivende vitrage bij het open raam nog net niet over je huid gaan, terwijl de camera van dichtbij naar de licht deinende naald van de platenspeler kijkt. In deze analoge wereld is Tom Ripley het digitale element. Het ding dat overal tussendoor glipt, het ding dat niet bestaat. Het meest wezenlijke punt van Highsmiths roman is dat Ripley daar genoeg van heeft. Hij wil Dickie’s leven omdat hij gezien wil worden. Het grootste privilege van rijkdom, meer dan luxe en de ruimte om te leven, is dat je nooit een schaduw hoeft te zijn. Tom Ripley wil geen schaduw meer zijn.
De serie beweegt zoals die wuivende vitrage, loom, om voldoende zuurstof in het verhaal binnen te laten. Het zwartwit past perfect bij de dreigende atmosfeer die beetje bij beetje wordt opgebouwd. Regisseur Steven Zaillian liet die voorkeur voor noir eerder al zien in het eveneens sterke The Night Of (2016).
Op een paar momenten richt Ripley zich bijna, maar net niet, tot de kijker. Dat zijn zwakkere momenten, omdat de serie dan even niet meer op z’n afstandelijke stijl vertrouwt, bang dat de kijker niet meer volgt wat er gebeurt.
Daar staat veel moois tegenover. Wanneer Ripley speelt met de gedachte om Dickie te verdrinken, verplaatst de camera zich van Ripley’s gezicht naar zee en verdwijnt onder water, om een seconde later de kletterende regen op het balkon van Dickie’s gehuurde villa te observeren. Een sterke montage, die suggereert dat de dreiging dichterbij komt. Of wanneer Dickie en Tom later alleen op het water zijn en wij weten wat er eerder door Ripleys hoofd ging en dat dit dus het moment supreme zou kunnen zijn, wordt de sfeer sinister maar krijgt de scène doordat de twee mannen plotseling helemaal alleen op een eindeloze zee lijken te zijn ook iets onwerkelijks en theatraals. Een scène die doet denken aan Charles Laughtons The Night of the Hunter.
The Talented Mr. Ripley (1999) was een prima film maar deze Ripley is met de plotselinge close-ups en nadruk op sfeer nauwer verwant aan een eerdere adaptatie van Highsmiths roman, Plein soleil met Alain Delon uit 1960. Op dat fundament creëerden Steven Zaillian en Andrew Scott een nog ambitieuzere uitvoering. Scotts Ripley is een veel tragischer en dreigender figuur dan het personage dat Matt Damon ervan maakte. De stilistische en dramaturgische keuzes achter deze nieuwe adaptatie maken Ripley tot de beste verfilming tot nu toe.
Ripley is sinds 4 april 2024 te zien op Netflix.