À LA VERTICALE DE L’ÉTÉ

Witte korrels op een groen blad

À la verticale de l’été: Als je maar lang genoeg gelooft dat harmonie bestaat, zal het je ook werkelijk toekomen

Na het brute geweld van Cyclo ging de Frans-Vietnamese regisseur Tran Anh Hung op zoek naar harmonie. Hij vond die in Hanoi, waar het leven zacht en aangenaam traag is. Het resultaat, À la verticale de l’été, is een intiem portret van drie zussen, die een kalm en vredig bestaan leiden — zo lijkt het tenminste, maar schijn bedriegt. Moeilijkheden zijn overal, vindt Tran, maar: "Je kunt beter de schijn ophouden en blijven geloven in harmonie." Over huwelijksproblemen, de schoonheid van een rijstkorrel, en het leven van Jezus.

Tran Anh Hung

Het contrast met Cyclo (1995) kan bijna niet groter zijn. In die film, over de teloorgang van een jonge fietstaxi-bestuurder in Saigon, spetterde het geweld van het doek. De fraaie beeldcomposities en rijke kleuren verzachtten de geweldsexplosies niet; ze maakten ze juist des te schrijnender — want hoe mooi kan bloed zijn, en hoe poëtisch agressief gedrag?
Dan À la verticale de l’été: drie zussen in Hanoi zoeken elkaar regelmatig op, om tijdens het wassen en snijden van groenten de laatste nieuwtjes te delen. Ze roddelen en giechelen, en lijken volkomen tevreden. Dezelfde overdonderende kleurenpracht, dezelfde zorgvuldig geconstrueerde, schilderachtige beelden, maar nu doortrokken van kalmte en tederheid.
Dat is Vietnam, zegt de 37-jarige regisseur Tran Anh Hung. Het verschil tussen zijn vorige en zijn nieuwste film heeft alles te maken met het contrast tussen Saigon en Hanoi — de laatste de officiële hoofdstad van Vietnam, de eerste de grootste en drukste stad van het land. "Het idee voor Cyclo ontstond na een bezoek aan Saigon. Ik had er een gevoel van totale wanorde; alles beweegt, iedereen heeft haast, er is ontzettend veel lawaai. Als je er een kwartier over straat loopt, ben je uitgeput, en die vermoeidheid zie je ook bij de inwoners. Tijdens de opnamen van Cyclo ging ik voor een paar dagen naar het noorden, naar Hanoi, om uit te rusten. Daar heerst een totaal andere atmosfeer. Het leven is er rustig en ontspannen, de mensen hebben tijd om elkaar te ontmoeten en bij te praten. Voor een deel stamt dat nog uit de periode van het communisme. In iedere straat staan bijvoorbeeld een paar waterkranen, waar verschillende families naar toe gaan om voedsel en kleren te wassen. Ik zag er vrouwen die op straat hun haren wasten; dat beeld is van een zachtheid en intimiteit die je in Saigon absoluut niet aantreft."
Tran Anh Hung besloot dat Hanoi een eigen film verdiende. "Je kunt niet alle aspecten van een land in één film stoppen. Na Cyclo vroegen mensen me waarom ik niet de mooie kant van Vietnam had laten zien. Die zat er ook wel in, maar werd overschaduwd door het geweld. Nu komen er weer mensen naar me toe die zeggen: maar Vietnam kent toch ook armoede en ellende? Men zou moeten accepteren dat ik niet alles tegelijk kan; het zijn de kleine deeltjes van een mozaïek die het gezicht van een land bepalen, en ik laat een paar stukjes daarvan zien. Mijn probleem is dat er weinig bekende Vietnamese regisseurs zijn, waardoor een westers publiek de achtergrond mist om het mozaïek als geheel in te vullen. Soms heb ik het gevoel dat ik niet alleen mijn eigen films maak, maar ook die van anderen."

Dubbelleven
Tran woont al sinds zijn twaalfde in Frankrijk, maar neemt zijn taak als Vietnamees regisseur serieus. "Natuurlijk, de band met je geboorteland verdwijnt niet, en ik ga er nog steeds erg vaak naartoe. Ik hoop zelfs dat ik als relatieve buitenstaander beter de essentie van het leven in Vietnam kan tonen dan iemand die er woont. Ik sta stil bij dingen die de Vietnamezen niet eens opvallen. Neem een bananenblad, waar rijst in heeft gezeten — er liggen nog een paar witte korrels op het groene blad. Ik vind dat subliem, daar kan ik heel lang naar kijken."
À la verticale de l’été is een film over harmonie — in ieder geval aan de oppervlakte. De harmonieuze manier van leven, die Tran in Hanoi aantrof, brachten herinneringen boven aan zijn jeugd. "Omdat ik veel nadacht over relaties en relatieproblemen — ik ben zelf dertien jaar getrouwd — vroeg ik me af hoe dat bij mijn ouders zat. Ik vond het vreemd dat ik alleen maar gelukkige herinneringen heb aan hun huwelijk. Maar hoe ik ook zocht, ik vond geen enkel negatief verhaal. Dat is puur cultureel bepaald; de Vietnamese cultuur, die is gevormd door het confucianisme, leert mensen zich te beheersen. Problemen hou je voor jezelf, alleen de harmonieuze kanten van een relatie worden uitgedragen."
De zussen in À la verticale de l’été, van wie de oudste twee getrouwd zijn, blijken de nodige geheimen voor elkaar te verbergen. De jongste, Liên, woont nog samen met haar broer, in wie ze de ideale echtgenoot ziet. Ze daagt hem zelfs openlijk uit zich voor te stellen dat ze een relatie hebben, en kruipt regelmatig ’s nachts bij hem in bed. En terwijl de middelste zus, die nog maar kort getrouwd is, nog hoge verwachtingen heeft van het huwelijksleven, weet de oudste wel beter: zij heeft een buitenechtelijke verhouding, en vermoedt dat haar man ook een dubbelleven leidt.

Ideaalbeeld
De familiegeheimen worden één voor één onthuld, maar grote confrontaties blijven uit. Ook dat hoort bij Vietnam: wie goed opgevoed is, voorkomt ruzies, zoekt een oplossing, accepteert het verdriet en zorgt dat niemand daar iets van merkt. Een heilzame methode, volgens Tran. "In het westen veroordeelt men die houding al gauw als hypocrisie, maar dat is onterecht. Het heeft op zijn minst één voordeel, en dat is dat kinderen nooit iets merken van de relatieproblemen van hun ouders. Zij kunnen hun eigen liefdesleven beginnen in alle vrijheid, zonder emotionele ballast. Misschien loop je dan later tegen problemen aan, maar je moet het uiteindelijk toch zelf uitzoeken. Voor een goede relatie bestaat geen recept, en je kunt alleen iets leren van de moeilijkheden die je zelf meemaakt. Het heeft geen zin erop te anticiperen. Hoe naïever je bent, hoe beter; ervaring is nergens goed voor."
"In de film hebben de zussen een ideaalbeeld van het huwelijk van hun ouders. En als blijkt dat hun moeder misschien een minnaar heeft gehad, willen ze dat ook eigenlijk niet weten, om de harmonie die ze kennen niet te beschadigen. Ik kan me dat goed voorstellen. Als je er maar lang genoeg in gelooft, zal die gewenste harmonie je ook werkelijk toekomen."
Toch schetst Tran een treurig beeld van het huwelijk: hoe langer het duurt, hoe meer barsten het vertoont. "Absoluut. Dat is een van de meest traumatiserende ervaringen van het leven. Na verloop van tijd verdwijnt de hartstocht. Daar komen misschien andere prachtige dingen, zoals tederheid, voor in de plaats, maar toch blijft iedereen verlangen naar die vlam van de passie."
Trans echtgenote is de actrice Tran Nu Yên-Khê, die in elk van zijn films een belangrijke rol speelt. Een ongelooflijk mooie vrouw, op wie Trans camera verliefd lijkt — moeilijk te geloven dat de passie verdwenen is. "In werkelijkheid bekijk ik alle vrouwen op die manier. Ik kan niet iemand filmen zonder dat er sprake is van verlangen — dat geldt trouwens ook voor de mannen. In Vietnam dachten een paar mensen, nadat ze de film gezien hadden, zelfs dat ik een verhouding had met een van de andere actrices. Alleen door de manier waarop ik haar filmde."

Intensiteit
Tran is niet bang dat het cultuurverschil tussen oost en west het begrip voor zijn films parten speelt. "Voordat je als westerling de Aziatische cultuur kunt doorgronden, moet je er heel lang wonen en je erin verdiepen. Met één film kan ik dat niet teweegbrengen. Maar kunst is er ook niet om te informeren; kunst is er om te ontroeren, een snaar te raken, door zijn expressie, zijn stijl en zijn vorm. Daarom is voor mij de stijl van een film belangrijker dan het verhaal. Ik probeer, met behulp van beelden en muziek, de intensiteit van het leven te tonen. In het beste geval roepen die beelden bij de toeschouwer een bepaalde gevoeligheid op, waardoor hij de wereld uiteindelijk net iets anders bekijkt, en misschien zelfs beter begrijpt."
Hij zegt het in alle oprechtheid, zonder een zweem van pretentie. De regisseur heeft ook recht van spreken, want zijn visuele talent wordt al sinds zijn speelfilmdebuut L’odeur de la papaye verte (1993) geprezen. Tran lijkt niet alleen verliefd op zijn acteurs en actrices, maar op ieder object dat hij in beeld brengt — tot aan de kleinste rijstkorrel. En terecht, vindt hij: "Ook in één rijstkorrel kun je de grootsheid van het leven zien."
Na de Vietnamtrilogie is het tijd voor iets anders. Iets heel anders: Tran heeft Harvey Keitel bereid gevonden op te treden als coproducent en hoofdrolspeler van zijn nieuwste project, een Engelstalige film, die zal worden opgenomen in Amerika en Azië. "Het gaat over een moderne Jezus. Ik ben niet religieus, maar wel gefascineerd door het christendom. Ik denk dat de filmkunst is uitgevonden door christenen. Dat kan niet anders; denk maar aan hoe God verscheen aan de mensen door middel van Jezus. God gebruikte een acteur, een mens van vlees en bloed, om zijn ideeën door te geven. Het verhaal van Jezus is het beste scenario dat ooit geschreven is."

Pauline Kleijer