L’ ODEUR DE LA PAPAYE VERTE

Melodramatische schoonheid

Vrouw in Vietnam

Een pianist staat voor een groot dilemma: zal hij trouwen met zijn verloofde of toegeven aan verliefdheid op zijn dienstmeisje? Met een gekwelde blik speelt hij piano. De regen klettert tegen een raam en de muziek zwelt aan. Inderdaad melodrama, maar regisseur Tran Anh Hung verstaat de kunst beeldclichés te voorzien van een nieuwe vitaliteit. L’odeur de la papaye verte eist van de kijker een onbezoedelde blik. Hoeveel onschuld kunnen onze ogen nog verdragen?

Tran Anh Hung werd in 1962 in Vietnam geboren, maar verliet met zijn ouders twaalf jaar later dit land. Het was 1974 en de oorlog in Vietnam kwam tot een ontknoping. De Amerikanen trokken zich terug, waarna Zuid Vietnam binnen een jaar het onderspit delfde tegen het communistische Noord Vietnam. Duizenden Vietnamezen, waaronder de ouders van Tran Anh Hung, wachtten de machtsovername niet af en vertrokken naar het buitenland. Tran Anh Hung kwam terecht in Frankrijk, waar hij na zijn middelbare schooltijd een filmopleiding doorliep.

Lost paradise
L’odeur is een ‘lost paradise’ film. Hoewel Tran Anh Hung opgroeide in het door oorlog verscheurde Vietnam, worden zijn vroegste jeugdherinneringen niet gekleurd door de Vietnamoorlog, maar door de geur van de groene papaya. Dit wekt bij hem een archaïsche, verloren wereld tot leven, een terugkeer naar zijn kindertijd, die bevolkt wordt door begripvolle, koesterende moeders en autoritaire mannen. De papaya is voor Tran Anh Hung het symbool van de traditionele, patriarchale wereld, waarin van vrouwen vooral dienstbaarheid wordt verlangd.
L’odeur… voltrekt zich op het platteland, waar de natuur een dominante rol speelt. Broeierige hitte, schrille dierengeluiden en een woeste tropische vegetatie vormen het decor van de film. Waarbij decor letterlijk moet worden genomen, want L’odeur… werd, nadat in de researchfase bleek dat een eventuele produktie in Vietnam te duur zou worden, in een studio in Frankrijk opgenomen. Dagenlang sleepten decorbouwers met struiken, vogelkooien, reptielen en kistjes met krekels om een ongerept stukje Vietnamese natuur te realiseren.

Aanstellerig babbeltype
Tran Anh Hungs heeft zijn ‘verloren paradijs’ gesitueerd in het begin van de jaren vijftig, toen Vietnam nog een kolonie van Frankrijk was. In L’odeur… volgen we de belevenissen van het tienjarige meisje Miu (Lu Man San), dat door armoede wordt gedwongen als werkslaafje in dienst te treden van een tamelijk welgestelde familie. Helaas laat de man des huizes zijn vrouw en kinderen in de steek, niet vergetend het familiekapitaal met zich mee te nemen. De gevoelige Mui slaat het allemaal van dichtbij gade. Als het haar teveel wordt trekt ze zich terug in de tuin van het huis, een harmonieuze wereld die bevolkt wordt door kikkers, hagedissen en insekten.
Tussen Mui en haar werkgeefster groeit een innige band, die na tien jaar wreed wordt doorgesneden als Mui, gedwongen door de geldzorgen van het gezin, ontslagen wordt. De inmiddels tot een aantrekkelijke jonge vrouw uitgegroeide Mui (Tran Nu Yén-Khé) komt te werken bij een pianist (Vuong Hoa Hôi), waarna de liefde hard toeslaat. Wat moet de getalenteerde musicus doen: toegeven aan zijn gevoelens voor Mui of keurig trouwen met zijn verloofde? Een dilemma dat mooie pianiomuziek oplevert. In zijn beslissing wordt de pianist flink geholpen door het verschil tussen beide dames: Mui is een mooie, natuur minnende en gevoelige jonge vrouw, zijn verloofde is een aanstellerig babbeltype dat alleen maar aan uitgaan denkt.

Steriele schoonheid
L’odeur… is een merkwaardige film: in veel opzichten een ouderwets melodrama en in essentie de verfilming van Assepoester: Mui vindt de prins die haar redt uit een leven van poetsen en boenen. Vallen we van deze melodramatische inhoud niet van onze stoel, wel maakt Tran Anh Hung indruk met zijn manier van kijken. Daarin zit de kracht van zijn film. Nooit heeft hij haast en vooral brengt hij met veel gevoel, bijna met tederheid, dagelijkse huishoudelijke routinehandelingen in beeld. Dat zorgt voor een serene sfeer, het drama blijft onderhuids, de kijker wordt niet toegeschreeuwd. Een strelende hand, een oogopslag, het opmaken van een dienblad: Tran Anh Hung brengt het allemaal met veel liefde in beeld.
Tekenend voor de ingetogenheid van de film is de scène waarin de pianist voor Mui’s slaapkamerdeur staat. We zien hem naar binnen gaan, waarna de camera zich netjes uit de slaapkamer terugtrekt. In de Amerikaanse cinema is een dergelijke discretie ondenkbaar. Camera’s weigeren daar te vertrekken als er zelfs maar het geringste vermoeden bestaat dat er wellicht geneukt gaat worden.
Stelt Tran Anh Hung zich innemend terughoudend op, wel valt hij in de valkuil van het estheticisme. Zijn zorg om de film er zo mooi mogelijk uit te laten zien, een typisch Franse filmkwaal, leidt soms tot steriele schoonheid. L’odeur.. is een verhaal dat in een van warmte zinderend tropisch landschap verteld had moeten worden, niet in de kunstmatige hitte van studiolampen.

Jos van der Burg