Buiten beeld #2: Camera

'Meebewegen' met de personages

Op de set van Pink Moon. Foto’s: Maricke Nieuwdorp

Wie werken er achter de schermen naast regisseurs en acteurs? Wie schrijft het script, wie zorgt voor aankleding, het geluid, de dieren, cast en de inwendige mens op de set? De Filmkrant belicht in deze ‘achter de schermen’-serie steeds een ander vakgebied. Deze maand: camera, op de set van de Nederlands-Sloveense co-productie Pink Moon.

“Zweet check!”, roept de opnameleider na een take of drie. Acteur Jaap Spijkers wordt opnieuw beneveld zodat aannemelijk is dat hij een stevig potje staat te squashen.

Scène 41, één van de drie op de call sheet vandaag, wordt opgenomen in de smalle gang tussen een handvol squashbanen in een Amsterdamse sporthal. Voor ‘director of photography’ (DoP) Emo Weemhoff (Stranger in Paradise, 2016; Take Me Somewhere Nice, 2019; Nocturne, 2019) wordt het lastig manoeuvreren, met een personage dat voor zijn lens in snel tempo van a naar b loopt. Hij moet met de camera op zijn schouder achterwaarts filmend figuranten en bankjes zien te ontwijken, want in de basis bestaat deze scène uit één met de actie meebewegend shot.

Het Nederlands-Sloveense drama Pink Moon markeert het speelfilmregiedebuut van regisseur Floor van der Meulen, bekend van haar documentaires 9 Days: From My Window in Aleppo (2016) en The Last Male on Earth (2019). In Pink Moon vertelt de vader van de 29-jarige Iris (Julia Akkermans) dat hij klaar is met het leven. Ze doet een ultieme poging om hem van een radicaal plan te weerhouden.

Cast en crew staan inmiddels ruim vier weken samen op de set. Ze zijn op elkaar ingespeeld en elk shot wordt systematisch en kalm opgenomen. Daar ligt ook voorbereiding aan ten grondslag. Zo bezocht Weemhoff deze locatie al eerder met de regisseur om de geschiktheid ervan te onderzoeken en uit te tekenen welke shots hij waar en in welke vorm kon opnemen. Tijdens zo’n technisch bezoek, een tech recce in vakterminologie, worden mogelijke uitdagingen vastgesteld. Zo bleek het geluid van deze squashbanen een potentiële ramp, net als de spiegelende glazen wanden. De aanwezige tl-verlichting sloot juist perfect aan bij het plan om zoveel mogelijk ‘natuurlijk’ omgevingslicht te gebruiken. Zo is dus op voorhand al gedacht aan routing en kunstgrepen zoals opgehangen dekens om geluid te dempen. En de cameraman weet dan al dat hij kan voorkomen dat hij zichzelf filmt in de spiegelende glazen deur door onder een wit laken te kruipen.

Iris snelt in scène 41 door de gang van het squashcentrum, om in de troostende armen van een vaderlijke collega (Spijkers) te eindigen die in de laatste zaal staat te ballen. DoP Weemhoff moet blind kunnen vertrouwen op zijn clapper loader (de tweede camera-assistent, die o.a. de filmklapper hanteert) die hem van achter ondersteunt en die de loodzware camera na opnames direct van Weemhoff overneemt. Zo wordt zijn rug zoveel mogelijk ontzien en kan de DoP direct het shot evalueren met de regisseur en de acteurs. Naast de DoP en de clapper loader staan er vandaag ook een focus puller (eerste camera-assistent, o.a. scherpsteller van het beeld) en een datamanager op de set. Op grotere sets of een productie met andere beeldvoering kan zo’n camera departement omvangrijker uitpakken. Dan worden bijvoorbeeld drones (een op afstand bestuurbare camera), een dolly (een verrijdbaar cameraplatform) of een crane (een bewegende kraan waaraan de camera wordt bevestigd) van stal gehaald. Plus extra technici. Weemhoff filmt deze opnameperiode negentig procent vanaf de schouder; de resterende tien procent filmt hij met een steadycam, een hulpmiddel om de camera te stabiliseren. Met deze werkwijze krijgt Pink Moon de documentaireachtige, met de personages ‘meebewegende’ beeldvoering die door de regisseur beoogd wordt.

Het leeuwendeel van de indrukwekkende hoeveelheid technisch materiaal werd zowel bij Nederlandse als Sloveense bedrijven ingehuurd. Alleen de camera body is van Weemhoff zelf, de behuizing van een camera waar verschillende lenzen op geschroefd kunnen worden. Die laatste zijn in het digitale tijdperk bepalend voor de uiteindelijke sfeer van het beeld. Het camera departement sleept steevast een Magliner mee: een oersterk karretje waarop verschillende camera’s, kabels, statieven, lenzen, filters, sprays en gaffer tape voor het grijpen liggen.

Weemhoff neemt vandaag soms de vrijheid om naar eigen inzicht beeldkeuzes te maken. Scène 41 eindigt in eerste instantie met de uit het beeld lopende Akkermans. Maar op zeker moment besluit de DoP impulsief om met het stomverbaasde gezicht van Spijkers’ tegenspeler te eindigen. Dat leek hem óók wel een spannend beeld. Hij neemt beide keuzes meerdere malen op, zodat in de montagekamer gekozen kan worden voor de beste optie. Hij filmt ook nog een over-the-shoulder-opname (perspectief waarbij over de schouder van personage 1, personage 2 in beeld wordt gebracht) en een overzichtsshot voor de decoupage (continuïteitsmontage). Het is goed mogelijk dat deze takes de eindmontage niet halen, maar omdat zo’n lang shot voor zowel cast als crew spannend is – niemand mag immers een steek laten vallen – zijn er nu genoeg alternatieven beschikbaar om de continuïteit te waarborgen.

Iedereen kan op de set live meekijken op de verrijdbare minibeeldschermen die her en der in hoeken geparkeerd staan. De één let op continuïteit, een ander checkt op in beeld hangende hengels en een derde kijkt of Spijkers nog hard genoeg zweet. Van der Meulen bekijkt de opname vanaf haar regisseursstoel ondertussen van zó dichtbij dat haar neus bijna het scherm raakt. Ondanks het coronakapje is aan haar af te lezen of ze tevreden is: een ‘nee’-beweging, een duimpje, een knipgebaar of lachende ogen. Daar krijgen de acteurs en de technische crew tijdens opnames overigens niets van mee; pas nadat de opnameleider “cut” roept, Weemhoff zijn camera afgeeft en hij met de acteurs samendromt bij de regisseur, horen ze of het goed is.