Take Me Somewhere Nice
Zuurstokroze zwerfmovie door godverlaten Bosnië
In de hypergestileerde roadmovie Take Me Somewhere Nice wordt heel veel genietst en rondgehangen, maar gebeurt toch van alles. Met dit speelfilmdebuut van Ena Sendijarević is Nederland een bijzonder getalenteerde, absurdistische filmmaker rijker – olé!
Hoe zullen we dit markante speelfilmdebuut van Ena Sendijarević, een jonge Nederlandse regisseur van Bosnische afkomst, eens noemen? Een vervreemdende zwerfmovie door een zuurstokroze, mintgroen en pastelkleurig, maar ogenschijnlijk vergeten en verloren Bosnië? Een eigenzinnige en hypergestileerde film met veel gevoel voor melancholie en ongemak, die ondanks alles toch vrolijk zwaait naar filmmakers als Jim Jarmusch, David Lynch en Roy Andersson, met wie Sendijarević een voorkeur voor vervreemding en weirdness deelt? We weten nog niet hoe we het moeten noemen. En we vinden dat fijn.
In Take Me Somewhere Nice reist Alma (Sara Luna Zorić), qua leeftijd ergens tussen meisje en vrouw, in haar eentje naar Bosnië om haar zieke vader te bezoeken. Ze groeide op bij haar Bosnische moeder in Nederland en kent hem dus amper, en ook Bosnië is geen bekend terrein. Bij aankomst op een desolaat vliegveldje staat ze er moederziel alleen en verloren bij, in een prachtige knipoog naar de aankomst van Eva in Amerika in Stranger Than Paradise van Jarmusch.
Haar neef Emir (Ernad Prnjavorac) komt haar wel ophalen. Maar haar naar haar vader brengen, zoals afgesproken? Daar is de werkloze twintiger “veel te druk” voor. Alma lijkt het niet eens heel erg te vinden. Al helemaal niet als Denis (Lazar Dragojević) opduikt, die naar eigen zeggen “stage loopt” bij Emir, maar ondertussen droomt van “barbecueën in een achtertuin in Frankfurt”. En zo stagneert haar reis nog voor hij goed en wel begonnen is.
Wat volgt is niettemin een roadmovie, maar dan wel een waarin heel veel wordt genietst en gehangen en gewacht. Ook in de beelden zit weinig beweging. Toch verrast haast elk shot – door vervreemdende camerastandpunten, door ongewone kleuren en spiegeleffecten, door bizarre locaties, door schoonheid. Die opvallende vormgeving staat in een donker-komisch contrast met hoe weinig Alma en de jongens zelf hun eigen leven lijken vorm te (kunnen) geven.
In het Filmkrant-interview vertelt Sendijarević , die eerder imponeerde met de korte film Import en met dit speelfilmdebuut al de Special Jury Award won op het afgelopen filmfestival van Rotterdam, dat ze de kijker à la Bertolt Brecht bewust wil maken van de gemaaktheid van het verhaal. Maar die Brechtiaanse vervreemding associëren we normaal gesproken met een veel sterkere politieke agenda.
Take Me Somewhere Nice gaat weliswaar deels over machtsverhoudingen, en speelt met de ideeën die we over en weer van elkaar hebben. Over oost en west; over migranten; over “makkelijke” Hollandse meisjes en machistische Oost-Europeanen; over geprivilegieerd en (kans)rijk en misschien wel heel materialistisch zijn versus dat niet zo erg zijn. Maar al die thema’s komen bijna in het voorbijgaan aan bod. Juist dat onnadrukkelijke maakt Take Me Somewhere Nice naast stilistisch indrukwekkend ook inhoudelijk subtiel – een film die meteen uitnodigt om hem een tweede keer te zien.