Actie! Op de set van Met mes

V.l.n.r. gaffer Janneke Hogenboom, opnameleider Gerben Breur, focus puller Kasper Stegeman, Hadewych Minis, haar en make-up artiest Lindelotte van der Meer, DoP Emo Weemhoff, boom eperator Taco Drijfhout, sonograaf Jaap Sijben en acteur Shahine El-Hamus. Op de voorgrond regisseur Sam de Jong. Foto: Bob Bronshoff

Buikslotermeerplein, 1025 EX Amsterdam 11 augustus 2020, 14.31 uur

“Mag ik je temperatuur opnemen?” vraagt ‘health & safety officer’ Jaap Evers. “Wil je ook nog even je handen wassen? Dank je, en welkom.”

Het lijkt – gelukkig – alweer een eeuwigheid geleden, maar in de zomer van 2020 was Met mes van Sam de Jong een van de eerste Nederlandse speelfilms die onder een strikt coronaregime werden opgenomen; iedereen die de set opkwam werd gecheckt.

Het is een snikhete, lome dag in Amsterdam-Noord. Cast en crew zitten op ‘Ontmoetingsplaats’ (1976), een kunstwerk van Shinkichi Tajiri, een Nederlands-Amerikaanse beeldhouwer van Japanse afkomst. Het werk – een soort witte trap – is ooit bedacht als ontmoetingsplek voor buurtbewoners, maar wordt vooral gebruikt door hangjongeren. “Wij gebruiken het als een soort amfitheater, omdat de hele film heel theatraal is”, zegt De Jong – zachtgeel T-shirt, zachtgeel hoedje, zonnebril – in het voorbijgaan.

Amsterdammer De Jong maakte furore met het eveneens in Noord gesitueerde Prins (2015), trok vervolgens naar New York waar hij met een Amerikaanse cast en crew Goldie (2019) opnam, en keerde terug naar Amsterdam voor Met mes. Daarin draait het om Yousef (Shahine El-Hamus), die net zo’n dure zonnebril wil als al zijn vrienden en daarom de gloednieuwe videocamera steelt van Eveline (Hadewych Minis), presentatrice van een stompzinnige tv-quiz. Die camera had ze van haar vriend gekregen, omdat ze haar werk zat was en een gelaagd portret van de neoliberale mensenwereld wilde maken.

(“Ik ga echte mensen gebruiken; ik voel me ontzettend betrokken”). Maar zonder camera gaat dat niet, dus dikt zij het verhaal van de beroving aan om geld van de verzekering terug te krijgen; ze zegt dat haar overvaller haar met een mes heeft bedreigd.

In de scène die vandaag wordt opgenomen, spelen Eveline en Yousef de beroving na voor Evelines met verzekeringsgeld betaalde, draaiende camera. Mét mes, terwijl hij geen mes had, maar Yousef heeft zo zijn eigen agenda; hij wil Eveline voor haar eigen camera laten bekennen dat ze heeft gelogen. Minis – strakke top met geel-zwarte tijgerprint – zit op de trap haar tekst door te nemen; ondertussen wordt haar geblesseerde schouder gemasseerd. El-Hamus – opvallend beugeltje, ruim wit T-shirt, short met testbeeldmotief, waar de pijpen van zijn zachtgele onderbroek onderuit steken – laat geduldig duivelshorentjes in zijn geblondeerde haar draaien. Iets verderop, in de schaduw, zit Tim Linde – die Evelines geluidsman speelt – een kleurplaat te maken. “Ik ben buiten beeld”, legt Linde uit terwijl hij onverstoorbaar doorkleurt. “Ik zit zo wel in het totaalshot.”

“Ik wil heel graag repeteren”, zegt De Jong. Hij neemt de plek van El-Hamus in, en doet voor hoe hij de camera van DoP Emo Weemhoff omhoog moet trekken. “Daarna wisselen we van positie en neemt Emo Hadewychs plek in”, legt hij geduldig uit. “Willen we dit helemaal doen?” vraagt de opnameleider. “Zit er waarde in dat we dit helemaal in één keer doen? Ja? Oké, dan gaan we gas geven.”

De wegafzetters en bewakers komen overeind. De Jong neemt plaats achter de monitor. “Als je goed rechtop staat, zien we je horens; dat is leuk”, zegt hij tegen El-Hamus. “En probeer goed in het midden uit te komen.” “Here we go… en actie!”, roept de opnameleider vervolgens. El-Hamus doet alsof hij Weemhoffs steadicam – ergo Evelines videocamera – omhoogtrekt. “Geef me die camera!” roept hij. “Au, je doet me pijn”, antwoordt Minis buiten beeld. “Even tot hier”, zegt De Jong een paar tellen later. “Mooi! Laten we ’m nog een keer doen.”


Met mes  is vanaf 14 april te zien in de bioscoop.