Met mes

Iedereen in zijn klas heeft een nieuwe zonnebril

Met mes

De Filmkrant en Critics’ Choice VIII Re/United presenteren first look-reviews van de films in de IFFR Tiger Competitie van 2022. Voor Met mes, de enige Nederlandse film in competitie, trekt Sam de Jong zijn stilistische trucendoos verder open dan ooit.

“Hij had toch een mes kúnnen hebben?”, relativeert de patserige advocaat van Eveline. Haar videocamera werd gestolen, en om de verzekering rond te krijgen verzint ze er bij de aangifte bij dat dat gebeurde onder bedreiging van een mes. Dat zal zware gevolgen blijken te hebben.

Ook Eveline’s vriend Ward ziet weinig problemen met haar leugentje. Hij en Ernst zijn als twee duiveltjes op Eveline’s schouders. Een engeltje was er ook wel, in de vorm van haar vriend Ray, maar die maakte zich direct uit de voeten toen hij hier weet van kreeg.

In zijn derde speelfilm Met mes wisselt Sam de Jong af tussen Yousef (Shahine El-Hamus) en Eveline (Hadewijch Minis). Voor beiden begint het verhaal met een verlangen naar spullen – een terugkerend thema in het werk van De Jong, van de paarse Lamborghini in Prins (2015) tot de knalgele bontjas in Goldie (2019). Yousef moet een nieuwe zonnebril, want iedereen in zijn klas heeft een nieuwe zonnebril. En Eveline wil na een onbevredigende carrière als presentatrice van een stompzinnige tv-quiz nu een film maken – niets minder dan “een gelaagd portret van de neoliberale mensenwereld” – en daarvoor krijgt ze die videocamera van Ward. Hun twee verlangens botsen op elkaar wanneer Yousef met zijn maat Redouan die camera steelt, zodat hij hem in kan ruilen voor een zonnebril.

Met mes werd al in augustus 2020 gedraaid in een coronaluwte – het werken met de toen nog nieuwe 1,5-meter-protocollen verklaart misschien iets van de afstandelijkheid in de film. De uitbreng van Met mes liet lang genoeg op zich wachten dat De Jongs vierde film, de met theatergezelschap De Warme Winkel gemaakte bewerking van De drie musketiers, al eerder werd vertoond. Voor Met mes hoopte hij op een plekje in Cannes, zo liet De Jong zich ontvallen tijdens een setbezoek van de VPRO: “Dit is hem, deze moet het doen.”

Het was hem niet gegund; het werd de Tiger Competitie in Rotterdam. Wellicht knapten de buitenlandse programmeurs af op zijn ronduit overdadige vormgeving. De Jong toonde zich in zijn eerdere werk al een uitbundig en kleurrijk stilist, maar in Met mes gaan werkelijk alle remmen los. De kleuren zijn overstuurd, het acteerwerk is uiterst gemaniëerd, sommige sets ogen als een zaal vol abstracte kunst en de camerastandpunten zijn vrijwel nooit de geijkte. De algehele vervreemding wordt extra kracht bij gezet door het geluidsontwerp, even speels als beklemmend, waarin rennende politieagenten zomaar kunnen klinken als zoevende robots.

Met die overdaad aan stijl is het verdomd moeilijk mee te leven met de personages, beklaagde de recensent van het internationale vakblad Screen Daily zich. Ze heeft geen ongelijk, maar toch is het rare kritiek, omdat het voorbij gaat aan de vraag of Met mes wel zit te wachten op ons medeleven. Terwijl de film – onder meer – draait om hoe destructief die eenzijdige aandacht voor “meeleven”, voor emoties, voor de onderbuik eigenlijk is, en hoe dat uiteindelijk ons begrip voor elkaar in de weg staat.

Maar vooral neemt De Jong hier de macht van de camera op de korrel. Zo lijkt De Jong ook zelfbewust zijn eigen rol onder de loep te leggen, als maker van twee films over wat kort door de bocht “gemarginaliseerde” personages zouden kunnen worden genoemd. Het is de aanwezigheid van de camera die maakt dat zowel Yousef als Eveline in een rol vallen, een stereotype – zowel in de beroving aan het begin van de film, als in de slim geconstrueerde confrontatie aan het eind. De camera blijkt een veel krachtiger wapen dan dat gefingeerde mes.


Met mes is vanaf 14 april te zien in de bioscoop. Deze recensie werd geschreven i.h.k.v. Critics’ Choice VIII Re/United.