Zwei zu eins
Het kapitalisme een poets bakken

Zwei zu eins
Zwei zu eins, over de laatste dagen van de DDR, is een zomerse komedie die liever leunt op ‘ostalgische’ feelgood dan scherpe satire.
Het zijn de laatste lome zomerdagen van de DDR. De Muur is gevallen, maar de Duitse hereniging heeft nog niet plaatsgevonden. In het Oost-Duitse Halberstadt leiden de historische tijden tot weinig beroering. Men wacht het nieuwe tijdperk gelaten af en schenkt nog een schnaps in.
Er komt verandering in die relatieve rust wanneer een viertal DDR-burgers een kijkje besluit te nemen in de slecht bewaakte bunker in de buurt van het stadje en op miljarden ingezamelde DDR-marken stuit. Geld dat in principe niks meer waard is, maar nog wel enkele dagen gewisseld kan worden tegen westerse D-marken (wisselkoers: twee tegen een). Een uitgekiend plan wordt opgetuigd, waar spoedig de hele plaatselijke gemeenschap bij betrokken raakt, om zo snel mogelijk zo veel mogelijk biljetten te wisselen zonder argwaan te wekken.
Al sinds Good Bye, Lenin! (Wolfgang Becker, 2003) is er discussie over de representatie van de voormalige socialistische dictatuur in fictie. Vrijwel direct na het opheffen van de DDR deed de term ‘ostalgie’ zijn intrede; een romantisch verlangen naar de tijd dat kapitalistische hebberigheid het leven nog niet geperverteerd had, een sentiment dat in Good Bye, Lenin! gesymboliseerd wordt door Spreewald-augurken. Meer recent leidde de internationale bestseller Kairos, die zich eveneens rondom de val van de Muur afspeelt, tot de discussie of auteur Jenny Erpenbeck niet een al te geprivilegieerd portret van de DDR had geschetst waar de gemiddelde DDR-burger zich niet in zou herkennen.
Regisseur Natja Brunckhorst zoomt in haar film nadrukkelijk wel in op de levens van gewone mensen. Spil van de film is Maren, gespeeld door de buitengewone acteur Sandra Hüller (Anatomy of a Fall, 2023; The Zone of Interest, 2023). Niet alleen is zij een van de drijvende krachten achter de geldwisselzwendel, ook vormt ze het middelpunt van een slordig vertelde driehoeksrelatie (wederom twee voor één), die maar niet spannend wil worden.
Drama landt sowieso nauwelijks in deze film; daarvoor vertelt Brunckhorst haar verhaal te veel als een – bij vlagen best vermakelijke – klucht. Vooral de vertegenwoordigers van respectievelijk het kapitalistische en socialistische systeem zijn ronduit karikaturaal: Wessies zijn louter opgeruimde deurverkopers met D-mark-tekens in de ogen, gezagsdragers van de oude DDR-dictatuur weinig serieus te nemen sukkelaars. Tel daar het warme kleurenpalet en de zomerse sferen bij op, en je hebt inderdaad een tamelijk ostalgisch feestje. Een satire die nooit echt bijt.