Where Dragons Live
Het temmen van de draak

Where Dragons Live
Joris en de draak bepaalde de jeugd van Harriet. De documentaire Where Dragons Live laat zien wat er na de dood van een matriarch overblijft van dit soort familiemythes.
Het begon ooit allemaal met het schilderij Saint George and the Dragon. Hierop doodt Sint Joris de draak die zijn stad jarenlang teisterde. De schoonmoeder van wetenschapper Jane verkocht het voor 220 duizend pond aan de National Gallery of Art in Washington. Met het geld kocht ze een vervallen landhuis, dat Jane met haar man opknapte en waar ze samen hun vier kinderen grootbrachten.
Als de documentaire Where Dragons Live begint, is Jane net overleden. Haar kinderen en kleinkinderen komen een laatste keer samen in het huis om het leeg te ruimen voor de verkoop. Suzanne Raes (Dicht bij Vermeer, 2023) filmt dit proces. Terwijl de inmiddels volwassen kinderen door de kamers met spullen gaan, reflecteren ze op hun jeugd.
Het schilderij van Joris en de draak blijkt een leidraad in hun levens. De mythe is het raamwerk waarbinnen de familie zichzelf altijd geprobeerd heeft te begrijpen. Hij was overal: in de motieven op het behang, op de borden en in de verhalen die ze elkaar vertelden.
Hun jeugd had dan ook iets weg van een sprookje. Dochter Harriet was als kind door ziekte vaak aan bed gekluisterd. Ze was bang voor alles, maar vooral voor de drakenkooi buiten. Nu ze als volwassene terugkomt, blijkt het gewoon een schuurtje in de grote tuin te zijn. Er mocht dan geen echte draak in die kooi zitten, hun jeugd werd toch bepaald door die mythische beesten. Hun strenge, liefdeloze opvoeding hield de kinderen gevangen, zoals draken vroeger volkeren in de ban hielden.
“Draken zijn de samengestelde angsten van onze voorouders”, zegt Harriet. Als dat zo is, dan heeft deze draak te maken met de prestatiedrang opgelegd door hun ouders. Van haar kinderen verwachtte Jane niets minder dan genialiteit. De boeken waarmee ze opgroeiden waren in het Latijn. Op een dag vroeg een van Harriets broers aan zijn vader waarom hij ’s avonds altijd zwijgend zijn kamer voorbijliep om met zijn broertje te praten. Zijn antwoord: “Omdat jij niet interessant bent.”
Met eenzelfde kilte ontvouwt de film zich. Er zijn geen grote emoties of dramatische uitbarstingen. De beelden zijn stijf en voelen gekunsteld aan, alsof we naar een schilderij kijken waar alles precies op zijn plek lijkt te staan, maar niets echt tot leven komt.
En als je goed kijkt, is de draak op het schilderij Saint George and the Dragon helemaal niet groot en dreigend, maar klein en zielig – meer een makke hond dan een vuurspuwend monster.
Net zo blijkt Jane’s dreigende persoonlijkheid na haar dood minder intimiderend. Haar handgeschreven briefjes met waarschuwingen en regels hangen nog overal: “Gebruik deze mok niet”, “Raak dit niet aan”, “Pas op! Zeer scherpe messen”. Zonder Jane zijn de briefjes ineens kolderiek. Na Jane’s overlijden verliezen de regels hun greep. De vier volwassen kinderen ruimen het huis leeg en gooien daarbij van alles weg. En met elk voorwerp dat uit het huis verdwijnt, verliest de betovering uit hun jeugd aan kracht.