WARM WATER UNDER A RED BRIDGE
Urinefontein in vissersdorp
Met de tragikomedie Warm water under a red bridge bewijst de Japanse veteraan Shohei Imamura dat hij nog lang niet afgeschreven kan worden.
Onder de rode brug van een vissersdorpje treffen het zoute water van de zee en een rivier elkaar, aangevuld door een warme vloed van Saeko (Misa Shimizu), die last heeft van buitensporig urineverlies. Die drie elementen zorgen voor een enorme visstand, dus wordt er veel gehengeld. De aan lager wal geraakte zakenman Yosuke (Koji Yakusho) komt erheen om een gouden Boeddhabeeld te halen, dat is verborgen door de bevriende zwerver Taro. Wanneer de openhartige Saeko aan Yosuke vertelt dat ze haar handicap alleen kan onderdrukken door ondeugende dingen te doen, keert zijn levenslust direct terug. Ze gaan met groot enthousiasme, zeer frequent en in talrijke posities aan de slag, totdat Yosuke begint te twijfelen aan Saeko’s bedoelingen.
Dat de Japanse veteranen het niet verleren werd onlangs nog bewezen door Nagisha Oshima met Gohatto en Kinji Fukasaku met Battle royale. Na toppers als The eel en Dr. Akagi blijkt ook Imamura op zijn vijfenzeventigste allerminst uitgeblust. Hij nam Warm water under a red bridge vrijwel geheel op locatie op. In de tragikomische zedenschets komen al zijn stokpaardjes aan bod. Er is de in zichzelf gekeerde eenling (opnieuw een topprestatie van steracteur Yakusho uit The eel, Shall we dance? en Eureka) die uiteindelijk zijn plekje in het leven vindt bij een vrouw die ditmaal zelfs letterlijk levenskracht aan haar omgeving schenkt. Het vissersdorp blijkt een tijdloze plek waar de gehaastheid en kilheid van de grote stad afwezig zijn en een stel komische types aan de zelfkant van de samenleving opereert.
Regenboog
De manier waarop mannen en vrouwen hun levenskracht verwerven en aanwenden loopt al veertig jaar als een rode draad door het werk van Imamura, maar hij werkt zijn hoofdthema in Warm water under a red bridge opmerkelijk onevenwichtig uit. De opvallendste scènes zijn die waarin Misa Shimizu als een fontein urineert — tijdens een buitengewoon geslaagde sessie verschijnt zelfs een regenboog — maar de momenten verliezen hun surrealistische potentieel door een telkens weerkerend, nadrukkelijk en irritant muziekstuk. Bovendien wordt de aangename sfeer van plattelandsrust tegen het einde doorbroken door een geforceerd aandoende confrontatie tussen Yaksuho en een vervelende pooier, en snelt de film vervolgens naar een wat onbevredigend einde.
Imamura is aanzienlijk beter op dreef in de komisch-absurde scènes van enkele markante dorpsbewoners en de gesprekken tussen Koji Yakusho en Kazuo Kitramura, die de levenskunstenaar Taro fraai neerzet. Alle armoede en pijnlijke herinneringen aan een verloren liefde ten spijt, is de oude baas immer goed geluimd en nooit te kwaad om zijn jongere vriend op boeddhistische levenswijsheden te trakteren. In de manier waarop Taro zijn wijze lessen eindigt met een verklaring over het enorme belang van een gezonde erectie, herkennen we Imamura weer: het bestaan is een serieuze aangelegenheid, dus zorg ervoor dat je vaak van bil gaat.
Mike Lebbing