EUREKA

Na de vloedgolf

  • Datum 11-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Eureka
  • Regie
    Shinji Ayoyama
    Te zien vanaf
    05-04-2001
    Land
    Japan, Frankrijk, 2000
  • Deel dit artikel

Eureka

De meeslepende Japanse film Eureka is een krachttoer van drieëneenhalf uur die toont hoe drie mensen hun ontwrichte levens terug op de rails proberen te krijgen. Regisseur Shinji Ayoyama: "Een van de grootste problemen van mijn land is dat Japanners echte communicatie proberen te vermijden."

Shinji Ayoyama (foto: André Bakker)

Het is een al warme ochtend wanneer een gewapende passagier een bus kaapt en eist dat er op een groot parkeerterrein gestopt wordt. Al snel is er een politiemacht op de been. Die kan echter niet voorkomen dat de psychotische en angstaanjagende kaper enkele reizigers doodschiet. Als laatste blijven twee schoolkinderen en de buschauffeur over. Wanneer de kaper onder het motto ‘iedereen moet een keer sterven’ de drie wil omleggen, grijpt een speciale eenheid in. Voor de ogen van de kinderen wordt de maniak met kogels doorzeefd. Ze kijken doodstil voor zich uit, terwijl de chauffeur in een shocktoestand raakt.
Met deze verpletterende opening zet regisseur Shinji Ayoyama het trauma van zijn drie hoofdpersonen neer, dat de basis van zijn film vormt. De scène is sober, wordt met een minimum aan geluid in beeld gebracht en herinnert in niets aan de hectische, schreeuwerige kapingsscènes die we kennen. Hier zien we een levensbedreigende situatie in al zijn afgrijselijke eenvoud, een verwarde man met een pistool die zijn slachtoffer droog aankijkt voordat hij hem doodschiet. Die ongecompliceerde maar doeltreffende stijl houdt Ayoyama de rest van zijn film consequent vast.
De nachtmerrie van de schoolkinderen Naoki en Kozue houdt niet op; thuis overlijdt vader en moeder pakt op een dag haar spullen om voorgoed te verdwijnen. Naoki sluit zichzelf volledig af van de buitenwereld, stopt met praten en begint te vegeteren. Kozue probeert haar levenslust wanhopig in stand te houden, maar wordt tenslotte meegesleurd in de vrije val van haar broer. Intussen heeft buschauffeur Makoto na omzwervingen een baan in hun dorpje gevonden en ontmoet de twee aan hun lot overgelaten kinderen. Hij trekt bij hen in en begint ze te verzorgen. Maar de drie schieten niets op, de pijn en geslotenheid blijft. Intussen worden er in de omgeving vrouwen vermoord en kan het drietal rekenen op intimiderende bezoekjes van een gefrustreerde politie-inspecteur. Makoto besluit schoon schip te maken en koopt een bus, waarmee het drietal, aangevuld met Akihiko, een brutale neef uit Tokio, op reis gaat om los te raken van het verleden en samen de wonden te helen.

Eiland
Na redelijke maar niet wereldschokkende films als Helpless (1996) en Wild life (1997) lijkt Ayoyama met het meeslepende drama Eureka volledig zijn draai te hebben gevonden. De film, die vorig jaar in Cannes werd onderscheiden met de FIPRESCI-persprijs, overtuigt in alle geledingen en houdt de aandacht constant vast, ondanks de toch bijzondere lengte van drieëneenhalf uur. "Die extreme lengte was noodzakelijk", vertelt de regisseur, "omdat ik enorm veel details wilde aanbrengen in het leven van de drie hoofdpersonages. Mijn idee was om via die drie gesloten mensen een verhaal te vertellen over de geschiedenis van de Japanse mentaliteit sinds de Tweede Wereldoorlog, en ik vond dat dat alleen met dit langzame tempo mogelijk was. Aanvankelijk was er zelfs gepland om twee aparte films te maken, waarbij de eerste zou tonen hoe het leven van een individu wordt vernield, terwijl de tweede moest laten zien hoe een leven weer opgebouwd kan worden. Maar uiteindelijk is het het belangrijkste dat wanneer je zoveel details uit het leven van die drie mensen ziet, je je als kijker uiteindelijk tot ze aangetrokken voelt."
Een ander opvallend punt is het situeren van het verhaal op het prachtige eiland Kyushu, met een lengte van ongeveer 300 kilometer, dat in zijn rust en eenvoud de volledige tegenpool is van het moderne stadsleven dat men vaak in Japanse films te zien krijgt. Die keuze is ook ingegeven door de duidelijke sympathie van Ayoyama voor de eilandbewoners, die niet dag in dag uit met het keiharde kapitalisme van de grote steden moeten leven.
"Kyushu bezit nog iets fundamenteels Japans in de manier waarop de mensen er met elkaar omgaan. De Japanse samenleving verandert met de huidige informatietechnologie razendsnel, en de bewoners van het platteland houden die ontwikkeling beter in de gaten dan je zou denken. Maar er zijn altijd mensen die niet met dat tempo mee kunnen gaan of die de levensstijl niet aanspreekt, en zij raken achterop. Op een bepaalde manier is dat een gevaarlijke sociale ontwikkeling. Het hele project begon trouwens toen Koji Yakusho [de acteur die Makato speelt] en ik tijdens een gesprek ontdekten dat we allebei op Kyushu geboren zijn."

Jamsessie
De naam is gevallen: Koji Yakusho, Japans steracteur, meermaals onderscheiden en bekend van zijn geweldige rollen in onder andere Shohei Imamura’s Unagi/The eel (1997), Suoh Masayuki’s megasucces Shall we dance? (1996) en Cure (1997) van Kiyoshi Kurosawa, de regisseur die Ayoyama’s manier van filmmaken sterk heeft beïnvloed. Ook in Eureka zet de acteur een geweldige prestatie neer en zijn aandeel in het eindresultaat was bijzonder groot. Een enthousiaste Ayoyama: "Na dat gesprek over onze achtergrond ontstond het plan dat we samen een film over Kyushu moesten maken, waarbij we heel veel aandacht zouden schenken aan het plaatselijke dialect, waarin de acteurs zouden moeten praten. Dit dialect heeft een bepaald geluid dat ik prachtig vind. Hoewel ik weet dat kijkers buiten Japan niet snappen wat de spelers zeggen, hoop ik toch dat ze iets van de aparte klank van dat dialect meekrijgen. Als dat niet gebeurt, zal men in ieder geval zien dat de neef uit Tokio duidelijk wordt genegeerd door de rest omdat hij standaard Japans spreekt. Alleen al vanwege dat thema was Yakusho zo belangrijk. En tijdens het schieten van de film is zijn toewijding compleet: hij acteert niet, hij ís het personage. Dat maakte een enorme indruk op de rest van de acteurs en de crew, die meegingen in zijn manier van werken. Dat gold ook voor de kinderen, die in het echt ook broer en zus zijn. Ik gaf ze een aantal richtlijnen en liet ze hun gang gaan. Samen met Yakusho ontstond er zo uiteindelijk een soort jamsessie: iedereen, inclusief de cameraman en ikzelf, zag zijn rol als een instrument. We begonnen allemaal op dezelfde noot en werkten zo verder. Wanneer het lukte gaf dat een geweldig gevoel, als het niet lukte bespraken we wat er mis ging en begonnen opnieuw."
Ayoyama licht al in de magische openingsscène een tipje van de sluier op wanneer Kozue ’s ochtends vroeg in alle stilte op de bus staat te wachten. Het is een mooi meisje, voor wie ogenschijnlijk een fraaie toekomst in het verschiet ligt. Maar van binnen is er al een ongerijmdheid aanwezig. Ze bekijkt de bergen in de verte, terwijl het gerommel als een naderend onheil door de lucht gaat, en ze mijmert: "Er komt een vloedgolf aan die ons allemaal zal wegvagen." Eureka bezit veel van dit soort subtiele observaties van de anti-individualistische Japanse maatschappij.
Een zeer pijnlijk moment is de scène na de kaping, wanneer duidelijk wordt dat de slachtoffers meteen buiten de boot vallen. Ze dragen geen schuld aan hun ongeluk, maar worden door de massa toch als buitenstaanders beschouwd. In een zeer nare scène zien we hoe Kozue’s moeder van een anonieme beller de roddel krijgt te horen dat haar dochter tijdens de kaping ook nog is verkracht, iets wat de moeder uit alle macht probeert te ontzenuwen.
De druk die de samenleving op het getraumatiseerde drietal legt, gekoppeld aan de moeite om hun ware gevoelens te uiten, is een van de hoofdthema’s van Eureka. Ayoyama: "Dat Japanners zich moeilijk blootgeven leidt ertoe dat het aangaan van relaties een constante strijd is. Veel mensen voelen zich daardoor verloren. Kijk bijvoorbeeld naar de politie-inspecteur. Hij lijkt een botte vent, maar in wezen is hij droevig, want hij kan niets. Toch moet hij zich gedragen als een autoriteit. Het drietal dat de buskaping heeft overleefd wordt door de maatschappij in de steek gelaten. Ze besluiten zich af te keren en tenslotte samen een oplossing te zoeken zonder instanties om hulp te vragen. Een van de grootste problemen van mijn land is dat Japanners echte communicatie proberen te vermijden. Maar in mijn film proberen ze elkaar als mensen te helpen, en ik hoop dat die boodschap in Japan overkomt."

Western
Ayoyama koos ervoor om Eureka in CinemaScope en kleur te schieten, om daarna de film in sepia te laten ontwikkelen. Het effect van die onnatuurlijke kleur in de loeischerpe opnamen die veteraan Masaki Tamra van het ruige landschap heeft geschoten, is indrukwekkend. Wanneer dan het slotakkoord van de film zich plotseling in volle kleuren ontrolt, is het effect niet melodramatisch, maar geeft het een sterke catharsis na de reis vol pijn en melancholie. In die zin doet Eureka denken aan een western. Ayoyama blijkt een fan van het genre en maakt onomwonden duidelijk dat zijn slotscène een hommage is aan de emotionele climax van John Fords klassieker The searchers (1956).
"Men denkt dat de western een oud en versleten genre is, maar dat is mijns inziens een groot misverstand. In Eureka bestaat er constant een spanningsveld tussen de mensen, wat ik heb benadrukt door de groep afwisselend in conflict en harmonie te laten zijn met de overweldigende natuur om hen heen. Om dat soort gevoelens en thema’s over te brengen is de western uitstekend geschikt, en absoluut niet verouderd. De manier waarop westerns werden gemaakt vind ik nog steeds uiterst effectief en bijzonder inspirerend."
De producent van Eureka, Takenori Sento, maakte ook Ring (1998), een van de beste en meest succesvolle Japanse horrorfilms van de laatste jaren. Al lijkt de kloof tussen Eureka en het horrorgenre niet te overbruggen, Ayoyama blijkt verrassend genoeg een echte liefhebber, die graag een bijdrage aan het genre wil leveren: "Ik houd van het genre, heb heel veel horrorfilms gezien en ik denk dat ik in staat ben om er een te maken." Lachend: "Maar het probleem is: ik word gezien als een regisseur die typische ‘warm-menselijke drama’s’ maakt, dus niemand wil met mij een horrorfilm maken!"

Mike Lebbing