VET HARD
Knipogen naar Flodder en Tarantino
Vet hard is een remake van het Deense kassucces Old men in new cars. Geen kunstzinnige vormgeving dit keer, maar oer-Hollandse humor en actie.
Op zijn achttiende tracteerde Tim Oliehoek zijn geboortedorp op een twee uur durende actiefilm getiteld Buy or die. Een jaar na zijn Filmacademie-examen verving hij een uitgevallen regie-student voor de humoristische eindexamenfilm The champ, die hem een nominatie opleverde voor de Amerikaanse studenten-Oscar. Horror-achtige trekjes had zijn korte film The horseless prince (2003) die hij schreef en regisseerde. In zijn nieuwste project Vet hard komen al die voorliefdes van Oliehoek samen: actie en humor, met een vleugje horror.
Met het origineel heeft de remake Vet hard weinig te maken. Het Deense kassucces Old men in new cars van scenarist Anders Thomas Jensen (co-auteur van Wilbur wants to kill himself en Open hearts) paste met ruim 350.000 Deense bezoekers prima in de gedachte van intendant Jean van de Velde om dergelijke films in Nederland om te vormen tot even succesvolle publieksfilms. Het verhaal over de criminele Harald, die door zijn doodzieke adoptievader ‘de monnik’ wordt gevraagd diens echte zoon op te sporen terwijl hij zich ondertussen een stel linke Joegoslaven van het lijf moet zien te houden, is grotendeels hetzelfde gebleven. Al heet Harald nu Bennie (Jack Wouterse), de monnik ‘Mast’ (de Belg Jaak van Assche) en zijn de Joegoslaven vervangen door een stelletje klunzige Nederlanders. Het grote verschil met het origineel is dat in Vet hard de kunstzinnige vorm is verruild voor een ambachtelijke actiekomedie in de traditie van Dick Maas.
Koelcel
Voor de bewerking van het scenario werden Wijo Koek (Flodder, Costa!) en de Belg Jan Verheyen alias Max Rockatansky (copresentator van de Nacht van de Wansmaak) inschakeld. Niet gek dus dat de karikaturale trekjes van de personages in Vet hard de familie Flodder (1986) in herinnering roepen, nog eens versterkt door het optreden van acteur Bert André ("buurman wat doet u nou?") als malafide dokter. De hand van Verheyen is het duidelijkst herkenbaar in een scène waarin Katia (Bracha van Doesburgh) in een koelcel door het harde korstje van het lijk van haar geroosterde ex-vriend heentrapt.
Wat actie betreft valt er weinig te klagen: een achtervolgingsscène levert een vuilnisbelt aan schade op en het beeld van een vrachtvliegtuig dat rakelings over de Schiphol-terminal scheert, ziet er spectaculair uit. Maar op humor-gebied loopt niet alles even lekker. Heel wat grappig bedoelde scènes zijn ronduit flauw, net als het titelnummer ‘Una paloma blanca’ van George Baker en andere ‘foute’ nummers van André Hazes en Gerard Jolink die voor de soundtrack zijn gebruikt. De knipoog naar Tarantino, die Bakers ‘Little green bag’ door Reservoir dogs terug in de hitparades bracht, is even slap als de parodie op Hitchcocks douchescène uit Psycho.
Wat op den duur wel op de lachspieren werkt zijn de visuele grappen. Wouterse deelt buitenproportionele knallen uit aan praktisch elke toevallige passant, Jac. Goderie verdwijnt stuiptrekkend onder een auto en de motorkap van een Eendje wordt met snelbinders bij elkaar gehouden. Wie zich negentien jaar geleden bij Flodder heeft vermaakt, zal ook bij Vet hard wel aan zijn trekken komen.
Karin Wolfs