VERDER DAN DE MAAN
Plattelandskitsch
Er zijn twee soorten plattelandsfilms: idyllische en dramatische. Het boerendrama Verder dan de maan behoort tot de dramatische. In het plattelandsgezin van boerin Johanna ter Steege en boer Huub Stapel stapelt drama zich op drama. Helaas ook cliché op cliché.
Godver, de godver. Vloeken mag niet, maar bij Verder dan de maan valt het niet te vermijden. Zoveel talent en dan zo’n drakerige film. Hoe kan dat? Wat ging er mis? Ligt het aan het scenario van Jacqueline Epskamp? Biedt het teveel drama? Als drama authentiek overkomt, is er nooit teveel van. Verder dan de maan bevat veel drama, maar dat had geen probleem hoeven zijn. Filmmaakster Frouke Fokkema was met Kracht ook niet bang voor drama, maar het realistische plattelandsdrama werkte. Het verhaal en de personages (Theu Boermans als boer) maakten een geloofwaardige indruk. Marleen Gorris’ Oscar-winnende plattelandsfilm Antonia leed ook niet onder een tekort aan drama, maar ook die film werkte, als een feministisch sprookje. Wat stond regisseur Stijn Coninx (Daens) met Verder dan de maan voor ogen? Vermoedelijk een realistisch drama zoals Kracht. Het werkt niet, omdat het realisme stikt in een berg clichés. De film speelt zich af in een katholiek boerengezin in de periode net voor en na de maanlanding in 1969. De streng-gelovige boer Mees (Huub Stapel), die geen televisie in huis wil, vindt dat raketten Gods schepping tarten. Mees zou zich beter druk kunnen maken over zichzelf in plaats van over de maan, want hij is zwaar alcoholist. Tot in de varkensstal toe liggen de flessen jenever. Mees’ vrouw Ita (Johanna ter Steege), die haar zesde kind verwacht, houdt in haar eentje het boerenbedrijf en het gezin overeind. Zorgen zou ze zich moeten maken over haar negenjarige dochtertje, dat religieus even getikt is als haar vader. Ze vindt dat God de ‘maanraket’ moet tegenhouden en wil een ‘bruidje van God’ worden.
Ingepeperd
Nooit wordt Verder dan de maan het realistische drama dat het pretendeert te zijn. Alles werkt in de verkeerde richting: het gelike camerawerk van Walter van den Ende, dat blijft steken in schilderachtigheid, het acteren van Stapel, die meer een toffe Amsterdammer is dan een desperate boer, en de vele clichés, die de kijker in de gewenste richting moeten duwen. "Ik spaar alles uit mijn eigen mond voor de kinderen", zegt Ita, die moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Denken de makers dat wij dat niet zien? Hebben ze zo weinig vertrouwen in de kijker? Alles wordt ons ingepeperd. "Zonder beesten ben ik nergens; ik ben een boer", zegt Huub Stapel als zijn aan een besmettelijke ziekte overleden varkens worden afgevoerd. Goed dat hij het zegt, want anders zouden wij maar denken dat hij blij is dat zijn varkens dood zijn. Met zulke eenduidige hoofdrollen trekken de bijrollen de aandacht. Anneke Blok is geestig als de vrijgevochten zus van de boerin: "Ik gebruik de pil, dan kun je doen en laten wat je wil." U ziet: Verder dan de maan schetst ook een historisch tijdsbeeld.
De met Nederlands, Duits, Belgisch en Deens geld gefinancierde film is het soort Europese coproductie, waarvan we dachten dat hij was uitgestorven. Verder dan de maan wortelt niet in een plattelandscultuur, maar in een Europees financierings- en productiesysteem, dat orginaliteit en authenticiteit platwalst. Epskamps scenario had een beter lot verdiend dan deze slappe Europese behandeling, want diep weggestopt in Verder dan de maan ligt een aangrijpende, rauwe film. Epskamp zal deze voor ogen hebben gestaan, want ze bewees eerder met Michiel van Jaarsvelds Drift en Lodewijk Crijns’ Loverboy dat haar kracht ligt in eerlijk realisme. Deze keer is haar scenario de basis van onvervalste plattelandskitsch. De Belgen hopen dat de Amerikanen het niet zien: de film wordt ingestuurd voor de Oscar-strijd.
Jos van der Burg