Ultranova

Roerloos snacken in Wallonië

Ultranova

Er is weer goud gedolven in Wallonië: de ontdekking is deze keer regisseur Bouli Lanners, die met Ultranova een grootse tragikomedie heeft gemaakt over bleek leed.

We hebben ons omringd met zoveel uitvindingen die bedoeld zijn om ons te beschermen tegen van alles en nog wat, dat het wel een keertje mis moet gaan. In de prachtfilm Ultranova is het de bescherming zelf die de grootste bedreiging vormt. Zo wordt een automobilist bijna knock-out geslagen door een zich spontaan opblazende airbag, en gaat een makelaar een zeer gevaarlijk ogende slipcursus volgen omdat hij zo bang is om te slippen. De oplossing vormt het grootste gevaar.

De 39-jarige Bouli Lanners, debuterend regisseur van Ultranova, kadert de vele tragikomische taferelen rond een aantal inwoners van Luik met een precies oog af, maar weet ook ruimte te scheppen voor rafelrandjes en lichte terzijdes. De locaties zijn er ook naar: iedereen met een voorliefde voor eenzame snackbars op vervallen bedrijventerreinen kan zijn hart ophalen.

Lanners weet van de meest kleurloze locaties, en Luik heeft er veel, een attractie te maken: de bleke vergaderruimte met fact sheets en tl-licht, de desolate prefabwijk in aanbouw waar de drie makelaars paaltjes rechtzetten, de waterige koffie uit de automaat, de meubelfabriek waar alles in plastic wordt ingepakt, de goedkope ritmebox op de begrafenis. Niet onverwacht liet Lanners, zelf ook kunstschilder, zich inspireren door Edward Hopper, die altijd roerloze mensen in transitplekken schilderde.

Neurotisch
Hoewel Bouli Lanners geen genoeg lijkt te krijgen van de vreugdeloze plekken, buit hij de treurigheid niet uit. Daarvoor houdt hij te veel van zijn personages, die anders dan bij de Waalse films van de gebroeders Dardenne en de verwante tragikomedie Les convoyeurs attendent niet op een slechte eigenschap zijn te betrappen. Of het moet de neurotische inborst van de makelaar zijn, of de obsessie van zijn collega met de borsten van zwangere vrouwen. Hun kleine leed kan onder Luikse omstandigheden tot grote proporties uitgroeien, zonder dat we het te zien krijgen. De één houdt zich krampachtig vast aan regeltjes om de radeloosheid tegen te gaan, de ander hoopt het leven een nieuwe richting in te duwen maar weet niet hoe.

Niet alleen de toon is zo mooi en precies getroffen, ook elk CinemaScope-beeld is er één om in te verdrinken. Ultranova is de antipode van Ulrich Seidls Hundstage: dezelfde eenzaamheid, maar nu in mat blauwgroen en grijs en zonder cynisme of overdrijving. Net als de Waalse film Aaltra, waarin Lanners een rolletje had als Finse zanger, voelt de film oprecht aan, niet door rauw realisme maar juist door de stilering. En er is gelukkig plek gevonden voor humor, want er is ruimte zat in het Waalse industriële landschap.

Ultranova wordt heel passend vooraf gegaan door Prologue van de Hongaar Béla Tarr (vorig jaar al te zien in een retrospectief), een korte film waarin ook Tarr en cameraman Robbie Müller met een open blik in één lange take naar mensen in statische toestand kijken.